wereldberoemd geworden. Hoe zou het geweest zijn had hij van 't begin af in zijn eigen taal - in 't Vlaamsch - gedacht en geschreven? Ik geloof dat wij met zekerheid mogen aannemen dat zijn werk en zijn roem, en dus ook de goede kracht die van zijn werk en roem zijn uitgegaan, veel geringer was gebleven, had hij zich enkel in zijn moedertaal weten uit te drukken. Het zou zich zonder twijfel veel minder verspreid hebben; en toch.... toch zouden die kracht en die roem, hoewel kleiner, wellicht van zuiverder gehalte en blijvender duur zijn geweest, omdat zij rechtstreeks uit hun echten oorsprong zouden zijn ontstaan. Dit neemt niet weg dat zij allen die beslist òf het Fransch, òf het Nederlandsch wisten te kiezen, in elk geval krachtige uitzonderingen waren, die een hybridisch bestaan niet konden leven. Maar de overgroote massa liet zich gedwee overrompelen, en werd noch Fransch, noch Nederlandsch, maar Belgisch.
Dàt is de langzame vorming en wording geweest van 't werk van vele jaren: ‘l'âme Belge!’ En heden ten dage zijn er mannen van groote beteekenis, - als Edmond Picard, b.v. - die recht van bestaan eischen voor dit van lieverlede reëel geworden hybridisch verschijnsel: ‘l'âme Belge!’
Waarom ook niet, aangezien het nu niet meer iets artificiëels is, maar iets dat werkelijk bestaat, met eigen spraak en eigen zeden? En de vraag komt in ons op: moest het niet onvermijdelijk zoo gebeuren, wanneer men denkt aan de geographische ligging van het land en vooral aan den overheerschenden invloed van den katholieken godsdienst? Waarom bleven wij steeds zoo weerbarstig tegen het protestantisme? Omdat ons volk, evenals het Fransche volk, tot in zijn merg doordrongen is van romanisme. De Fransche invloed moest over ons maar neerkomen; wij hadden geen ziertje kracht meer om er ons tegen te verzetten. Het protestantsche Duitschland, het protestantsche Nederland, waar het eigen volk van onzen eigen stam leefde, zij konden ons helpen noch verdedigen, omdat wij het niet meer verlangden, omdat wij, door eeuwen van ontaarding, anders geworden waren dan wij, trouw gebleven aan onzen oorspronkelijken aard, hadden moeten zijn.
Eeuwen van ontaarding! dáár ligt de schuld. En wie ons nu vraagt in eens heel het verleden te herstellen, vraagt eenvoudig iets onmogelijks. Daarom ook acht ik steeds zoo oppervlakkig, zoo onbillijk en zoo valsch de voortdurende uitvallen van de meesten