Groot Nederland. Jaargang 1(1903)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 326] [p. 326] De winden rennen.... De winden rennen om 't kreunend huis, Dat dreunend rinkinken de ruiten; Het beuken en steunen is overal.... De bladeren zuchten in hun val, Die oude blâren daar buiten. En ik sluip alleen door het luisterend huis.... Alléén in het kille duister, Dat den bangen schrik van mijn angsten draagt; En àldoor de wind, die huilt en klaagt, Die verwijt en dreigt.... die de blaadren jaagt Van de boomen die oud zijn en huivren.... Niets dan stormend geweld, dat aan komt gerend En breekt wat niet willoos wil buigen.... O 't fluistrend geheimnis van 't duister huis! Het verleden dat eenmaal geleden scheen, Stormt òp met den storm.... en klaagt uit in geween Het ééne, dat nooit is gestorven.... Jeannette Nijhuis. Vorige Volgende