Herinneringen
Augustus 1925. Een zachte zomeravond. Enkele jongere studenten zijn te voet of per fiets naar Lier gekomen, naar het Begijnhof, ergens heel achteraan naar een kleine kluis. De populieren op de vestingen ruisen en vangen hoog in hun kruinen het goud van de dalende zon. Daar zit een jonge schrijver met zachte stem te vertellen over Vlaanderen, wat het geweest is, wat het moet worden over de mystiek en de primitieven, over Rodenbach en over Dosfel.
Het wordt donker, het kleine oliepitje voor het beeld van Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen werpt een schemerig schijnsel op de boekenruggen en op het aandachtig gelaat van de luisterende knapen. ‘Stille uren bij primitieve meesters’ waren het bij de ‘Begenadigden uit Mystiek Vlaanderen’.
- Kom jongens, nu bidden we samen de Psalm van Rodenbach.
1935. Een moderne pater hield een vergadering voor jonge letterkundigen. Er werd gesproken over filmscenario's, feuilletons... Er werd gezwamd, eindeloos veel gezwamd.
- Ik heb een flepse smaak in de mond gekregen, zei Ernest toen de vergadering eindelijk voorbij was. We moeten ergens een goed glas bier zien te krijgen. En nu we toch bij mekaar zijn, moeten we eens ernstig praten...
En toen werd het maandschrift voor Dietse kunst en kultuur gesticht, dat bij zijn verschijnen de naam ‘Volk’ zou dragen.
Karel VERTOMMEN.