De telescoop draait
De Wolf in Schaapsklederen.
Een kleine, vroeger katholieke, dan zogezegd zwarte, nu rode heer is weerom gestruikeld zoals destijds over het waterleidingsputteke van zijn geloof, ditmaal (en daarmee andere rode heren potsierlijk nabootsend) over het woord Jood, in Golfslag. Gewoonlijk is hij door zo'n voorvalletje uit zijn humeur, nu echter doorvoer hem iets van de Apocalyptische ruiters: ‘Adelaïde’ riep hij ‘geef mij dat mes, waarmee ge nu toch al te zeer getreuzeld hebt, ik heb het nodig om als voorstander van de vrijheid en humaniteit waakzaam èn strijdbaar (te) blijven voor wat zij nu eens noemen: de hoogste waarde’!
En onze kleine, vroeger katholieke, dan zogezegd zwarte, nu rode heer staat daar met geheven mes tegen Jozef Goebbels en tegen de jodenmoordenaars en tegen Berdiajev en tegen dat niet te noemen redacteurke van Golfslag, dat hij wil laten verbieden, maar dat hij, zogezegd uit humaniteit, voorlopig maar wil bedreigen en eens goed het gebit wil laten zien.
- Waarom b.v. mag men niet zeggen dat iemand een jood is, maar vergeet men nooit te vermelden dat Bernard Shaw een Ier is, Duke Ellington een neger en een overtuigd vlaming een flamingant? Daar komt het echter niet op neer. Er waren echter dagen dat de kleine, nu rode heer, hoogstwaarschijnlijk in het gevaarlijk zog van ‘iemand’ die nu charmant Pygmalion opvrijt, er andere gedachten op nahield over vrijheid b.v.
Waar is de tijd dat hij voorstander was (en misschien nog is) van de Staatsuitgeverij?
We verstaan misschien het woordje vrijheid weer anders dan de volksnaam jood; maar wie twee oren heeft en een beetje verder ziet dan zijn neus lang is (raad door Walschap gegeven) heeft aan dat éne begrip meer dan genoeg om er het typische machtscomplex van gearriveerden in terug te vinden. Het ware toch zo prettig geweest, ‘destijds’. alweer goed aangeschreven zijnde, zijn uitgaven in de honderdduizenden te zien lopen, maar wat meer is, men kan ook zó, o zó neties al dàt in de Staatsuitgeverij aan kant zetten, wat niet past. Dàt is vrijheid, niet?
En van humaniteit gesproken, het artikeltje getiteld ‘Een verraderlijke Golfslag’, zegt daaromtrent genoeg. Noemen zich humanitair, al degenen nu, die stelselmatig, zich naar het doorgegeven parool gedragend, enkele zwarte schapen blijven vervolgen en aanklagen, opdat ze ofwel niet te veel uit de biecht zouden klappen, ofwel omdat ze niet verstandig genoeg waren hun ‘zwart’ boekie door een rode stempel te laten dekken.
Giftgas verspreidt Golfslag niet. Als het sommige oomes en nieuwbakken literatuurbaronnen wat verontrust, dan is het misschien wel omdat het geweten aan de overkant niet zó puur is; maar kwade trouw kruipt wel uit een zinnetje als dit:
‘Voor mij moet geen enkele publicatie verboden worden...’