Kroniek der vreemde letteren
Voyage en Absurdie.
door Arouet.
Gedrukt te Brussel, Editions du Soleil.
Op 't eerste zicht lijkt het een zonderling boekje, klein, antiek en duur. Geen vermelding van uitgever, en dan die pseudoniem: Arouet, de ware naam van Voltaire. Maar zodra je 't opendoet, onderga je z'n onweerstaanbare charme. Doel van de schrijver is de oerdwaze facetten van de huidige Europese politiek te doen uitschijnen. De gebeurtenissen worden echter getransponeerd naar de XVIII° eeuw en beleefd door een Zweed, die het continent bezoekt. Die achteruitplaatsing van twee eeuwen moet een onpartijdige en onschuldige beoordeling waarborgen. Wat natuurlijk niemand bedriegt.
Syllog is een bezadigd, wijs en nieuwsgierig inwoner van Stockholm, thuis in alle takken der wetenschap en steeds angstvallig in alles de wetten der logica toepassend. Op z'n dertigste jaar, wanneer hij z'n vaderstreek door en door kent, bekruipt hem de lust de wereld te bereizen: door deductie concludeert hij dat zijn tegenvoeters logischerwijze omgekeerd denken; Syllog wil dit proefondervindelijk experimenteren. Hij sluit een accoord met kapitein Gostolf en de expeditie vertrekt.
Na twee maand varen overschrijden ze de evenaar, en na opnieuw twee maand bereiken ze een groenende kust. Een bootje wordt uitgezet; doch nauw landen de matrozen of het strand wordt door een ontploffing dooreengeschud en de manschappen gedood. Beducht voor het onbekende, willen de Zweden terug in zee steken; doch hun watervoorraad dient ververst. Dus vermannen ze hun schrik en volgen de kust tot ze na amper twee mijl een grote haven ontdekken en binnenlopen.
Op de kaai worden ze onthaald door een woelige massa, die steeds maar huilt: ‘choeolète, cigarète, chouine-gomme!’ en twee vingers in de lucht houdt. Syllog maakt kennis met een deftig burger van Le Port, die hem de zeden van het vreemde land zal uitleggen. Zo verneemt de Zweed dat hij ontscheept is in Gaullie, een staat van Absurdie, welk vasteland zo pas een verwoestende, vijfjarige oorlog ondergaan heeft, wijl de enen, t.w. de Vespuciens, de Britains en de Gaulliens, de Populomanie voorstonden, en de anderen, de Mochiens, het Diktatisme. Al tracht de burger zo helder mogelijk het onderscheid uit te leggen, het logisch brein van Syllog vindt uiteindelijk geen verschil tussen beide.
Te Paniame, hoofdstad van Gaullie, maakt hij kennis met de overwinnaars, beleeft allerlei avonturen en geraakt ten slotte zelf opgesloten in gezelschap van de beruchte ‘kollaberrants’. Na een jaar arrest komt eindelijk zijn geval - hetwelk op een misverstand berust - voor en wordt Syllog vrijgelaten. Hij zet z'n onderzoek voort doch het absurde continent brengt dusdanig zijn logica in de war dat hij gelukkig is eindelijk met Gostolf weer te vertrekken.
De terugreis is echter verre van voorspoedig: windstilte verlamt de koers, zodat na zes maanden de evenaar nog niet bereikt is. Dan beroeren eensklaps geweldige ontploffingen de zeespiegel. Vreemde cataclysmen doorschudden de aarde. Syllog's vaartuig wordt door ongekende stromingen meegesleurd. Eindelijk ontwaren ze op de oceaan een eilandje, een rots, met één enkel bewoner. Deze, toevallig de eerste burger die Syllog bij zijn ontscheping te woord stond, verhaalt de ontzette Zweden hoe geheel Absurdie in een nieuwe ijselijke atoomoorlog ten onder is gegaan. Kort daarop sterft ook de laatste overlevende aan zijn wonden...
De korte inhoud van het verhaal kan onmogelijk de onafgebroken stroom geestigheden weergeven, die deze weergaloze satire op onze tijd bevat. Niet ten onrechte dekt de naam ‘Arouet’ dit Voltairiaanse proza. Ook z'n politieke mening steekt de schrijver niet onder stoelen of banken! Over le général de la Perche - waar we aanstonds de Gaulle in erkennen - is hij lang niet mals: ‘J'ai vu le héros de la Gaullie, ce fameux