Salomon de jongere
Rechter Cordatus presideerde een zitting van het gerecht toen men twee heftig kakelende vrouwen en een stil verbaasde hen binnenleidde.
De hen werd op de lessenaar van de voorzitter gezet waar ze rustig een poot in de veren van haar onderlijf optrok, de kop in de donzen gleuf tussen vleugel en hals vlijde en haar volledige beheersing bewaarde op één poot.
Middelerwijl gingen de twee vrouwen heftig te keer tegen elkander en de hoogst verbaasde rechter Cordatus.
‘De hen behoort mij’, krijste de ene, ‘ik heb ze van haar prille jeugd af opgekweekt’
‘Neen, ze behoort mij toe’, kakelde de andere, ‘vermits zij elke dag op mijn erf haar voedsel vindt’
De rechter was lankmoedig; hij bezag de hen en haar geduld en wachtte heel lang vooraleer hij een oordeel velde. Maar toen viel het verdict onverbiddelijk:
‘Vermits U beiden evenveel rechten op dit dier schijnt te hebben’, sprak rechter Cordatus, ‘zal ik het laten halveren en ieder van U een gelijke helft geven.’
Na deze oordeelvelling zweeg de rechter en zwegen de beide vrouwen maar de kip kakelde voor de eerste keer. En toen de beul het fijn geslepen zwaard slagvaardig hield, legde de hen op de lessenaar van de rechter een prachtstuk van een ei. Na deze laatste weldaad werd zij met smadelijke ondank gehalveerd.
‘Het was mijn kip, dus het is mijn ei’ kreet de eerste.
‘Het oordeel van de Edelachtbare geldt kip en ei’, huilde de tweede.
Maar rechter Cordatus schudde het hoofd.
‘Een kip kan ik rechtmatig halveren’, sprak hij, ‘maar niet dit ei.’ (Want hij zag in zijn geest het goudkleurig resultaat, dat na de een dergelijke rechtspleging, zijn onbesmeurde rechterstoel zou ontwijden.)
En toen velde hij het Salomonsoordeel:
‘Laat de tijd middelerwijl betijen en breng mij te goeder uur het levende broedsel van deze nalatenschap.’
Te bekwamer tijd dan verschenen de beide vrouwen weer vóór rechter Cordatus om hun wederzijdse rechten op het inmiddels volgroeide broedsel te doen gelden.
De rechter herhaalde zijn eerste vonnis maar ook de hen, vóór de tussenkomst van de beul, herhaalde haar onbaatzuchtige weldaad. En weer werd het eindvonnis verdaagd.
De wijsheid van rechter Cordatus wordt dan ook meer geprezen dan deze van de aloude Salomon daar zij nog durend van kracht is vermits de hennen halsstarriger blijken te zijn in hun onbaatzuchtigheid dan de vrouwen koppig in hun vermeende rechten.
ALBE.