Moderne Italiaanse lyriek.
De wisselwerking van het geestesleven tussen Vlaanderen en Italië behoort tot de schoonste bladzijden van beider geschiedenis. Sedert eeuwen zijn zij beiden verwant door den rijkdom en de affiniteit van hun kultuurpatrimonium. De schoonste gelijkenis tussen beide landen bestaat ongetwijfeld hierin, dat zij beiden een kern van beschaving waren en centra voor de verspreiding van de geestelijke waarden: Italië op de kusten van de Middellandse zee; Vlaanderen aan de Noordzee.
Twee landen, die ontsproten uit het vrije leven der gemeenten, die den bloei kenden van handel en nijverheid, die in de Renaissance een hoogtepunt bereikten van economisch welzijn en die het juk der vreemde heerschappij doch tevens den trots der herrijzenis kenden: Italië met het ‘risorgimento’, Vlaanderen met zijn taaien vrijheidskamp. Zoals Dante zelf getuigde in den Ve zang van zijn ‘Inferno’:
‘Gelijk de Vlamingen tussen Witsand en Brugge, den vloed vrezend, die op hen afkomt, zich een beschutting maken waarvoor de zee op de vlucht gaat’.
en hij de wraak begroette der Vlaamse steden Douai, Gent, Rijsel, Brugge op de ‘mala pianta’ (kwade plant) van den gemeenzamen Fransen vijand.
Er zijn de vele kunstpelgrimtochten van onze Vlaamse kunstenaars: Rogier van der Weyden te Ferrara, Justus van Gent te Urbino, Dionysus Calvaert te Bologna, Paulus Franck te Venetië, Michiel Coksie en de gebroeders Brill te Rome, Justus Cistermans te Florence.
Onze Vlaamse schilderscholen werkten in Italië; twee namen mogen volstaan: Rubens en Van Dijck.
De ontwikkeling van de Pauselijke kapel is te danken aan de zangers van Kamerrijk, die zich naar Rome begaven onder de leiding van Nikolaas Grenon. Aan de Italiaanse hoven bloeide de Vlaamse kunst: deze van Ockeghem te Mantua bij Isabelle d'Este, Josquin des Prés te Ferrara, Obrecht te Florence aan het hof der Medici's.
Italië's eerstgekroonde dichter Francesco Petrarca bereisde ons land en genoot in hoge mate de kunst van den musicus Lodewijk van Beeringen, zijn zeer goeden vriend. Dit alles behoort tot de schoonste bladzijden onzer geschiedenis.
Aan den oorsprong van de moderne Italiaanse lyriek staat de figuur van GIACOMO LEOPARDI (1798-1837) zoals de figuur van FRANCESCO PETRARCA oprijst aan den drempel van de lyriek der Renaissance. Bij de voorstelling van enkele der voornaamste hedendaagse Italiaanse dichters mag derhalve zijn stem in het choor niet ontbreken.