Golfslag. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Eens zal mijn vader vragend... Eens zal mijn vader vragend vóór mij staan; onze oogen zullen peilen in elkaar. Hij zal voor 't laatst dien langen weg nog gaan, een droeven drang, een ouderlijk gebaar. Ik weet zijn vraag reeds en mijn wederwoord en 't einde van een vage en dwaze hoop. Zijn twijfel heb ik reeds zoolang aanhoord, ikzelf, die soms van twijfels overloop. Zoo hij dan spreekt van goedheid en van zon, van schoonheid en van liefde in dit land, zoo zal ik toonen hem waar 't eerst begon de wond die verder vrat dan waar verband van zwachtel en van doek de pijn liet zien. Wie kan er heelen zoo men kerven blijft en gif steeds spuwt en bloed om 't bloed wil zien? Mijn hand is tot een eeuw'ge vuist verstijfd. Eens zal mijn vader vragend vóór mij staan om zwijgend, zóó mijn hardheid te verslaan, den angst'gen weemoed van mijn wilden waan, tot stil hij dit huis zal zijn uitgegaan. Ivo MICHIELS. Vorige Volgende