Golfslag. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] De kimmen dansen. De kimmen dansen reeds in rooden gloed van nieuwe oorlogsvrees, straks zal 't bazuingeschal de bange stilte breken. Wij staren machtloos uit: waar eens de toekomst rees dreigt nu 't verleden zich met wederwraak te wreken. De wereld heeft gemoord - zij zal haar zonden dragen. Het water van de onschuld is als Pilatus' water rood. Ten allen kante hoort men kind en moeder klagen. Wat baat dit stil geschrei: ook macht en haat heeft nood. Calvarieberg is nu verlaten - daar hangt hun grooten vloek - want vrijheid is voor hen het vluchten van 't geweten. Maar Godes rijk is rond, en Caïn vindt geen duisteren hoek. Zijn zonde zal in 't rustloos zwerven aan zijn ruste vreten. De tijd vergeet, de tijd vergaat, maar eeuwig waakt de Heer over goed en kwaad - zijn recht zal eeuwig duren. De mensch staat op - zijn ziel wordt blind - de mensch valt neer. Straks warmen zich de dieren bij de oorlogsvuren. Frans VAN DAMME. Vorige Volgende