Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Waassche landschappen. VI. En, ik heb mij op de vleugelen van het leven vastgezet, Te stijgen naar een nobeler wereld; Dewijl 'k mij aan den hemel van mijn droom gebonden voel, met Den afgrond en 't ravijn in deze wereld. Het land en 't volk waar ik voor vecht Zijn arm en zandig als zijn grond; 't Is zondig en 't is goedertierend, en 't Leeft, alsof het leven niet bestond... 't Leeft op den boschkant van onwetendheid En 't wroet en slaaft en ploetert met den dood. Maar 't leeft! Zijn breeden en zijn bitteren lach, zij Leggen zijne ziel in drift en angstigheid bloot. Maar 't leeft! Voor het zichzelve eenmaal doodt, Blikt elk nog eens verteederd naar het avondrood!... Arthur Kamiel ROTTIERS. Vorige Volgende