Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 304] [p. 304] Het Kindeke Jezus in Vlaanderen Voor Felix Timmermans. Hoe schraal is 't Kindje toch gegroeid, sinds toen de kerstroos heeft gebloeid! Is Vlaandrens huis te nat, te rot? Is hier de lucht te leeg van God? Is 't voedsel voor het Kind te schraal? Is Vlaandren niet meer 't goddelijk maal, dat eens zo heerlijk werd bereid, toen 't aardse hemels werd gewijd? Wie nam van 't Kind de wereldbol? Wie strooide 't al met scherven vol, zodat het Kindje, vol met bloed, in Vlaanderen niets dan schreien doet? Of zal Het wellicht sterven gaan, als straks een staartster komt gegaan, die met een bliksemend vuren veeg sleept heel ons rijke Vlaanderen leeg? En is Zijn Moeder dood of ziek? Of is Zij zwart en inciviek, Want 't Kindje is zo schraal gegroeid, sinds toen de kerstroos heeft gebloeid, sinds dat die groep door Vlaandren reed en 't Kindje niets dan lachen deed...? Och Kindje, schamel Kindje, kom! Eens gaan ook déze tijden om. [pagina 305] [p. 305] Eens komt uw zoete Moeder vrij en wast U weer en maakt U blij. Eens zal uw Vlaandren wachtend staan, tot Gij komt zegenend langs gegaan. Dan staat de haard van binnen heet, gestookt met 't allerduurste leed! Wij noden U dan aan ons maal en spellen schuw het oud verhaal hoe schoon de fee was, hoe zij boog... Maar hoe zij ons aan 't eind bedroog! 't Wordt winter, Kindje, en heel koud. De rijm berijpt alweer het hout. En ginder gaat de naakte dood! En ginder grijnst de angst, de nood... O Kindje, Vlaandrens Kindje, kom. Nog bloeit één late kerstnachtblom, in deze dorheid, deze tuin, op àl dit jammer, àl dit puin. Een Moeder maakt een wieg van pijn, en zal U zogen met haar zijn, en zal U windelen in haar kleed van 't allerfijnste maagdenleed... Een Moeder... Kind, zij brengt U groot, en geeft U leven met háár dood... Och, Kindje, draag nog wat uw pijn. Eens zal 't in Vlaandren Pasen zijn! Jowan DE KEVER. Vorige Volgende