Golfslag. Jaargang 1
(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
De volkshogeschool te Bakkeveen
| |
[pagina 233]
| |
voorgrond werden geschoven. Zij hadden begrepen dat de tijd vooreerst behoefte had aan evenwichtige persoonlijkheden, die de moeilijkheden die het leven stelt open onder het oog durven zien, die eerlijk en in geweten naar een oplossing zoeken, en zich niet willoos laten meedrijven in een massa die slechts leuzen kan nabrullen. Zij wilden de verdeeldheid helpen overbruggen, ongeacht eenieders geloofsbelijdenis, politieke of sociale gezindheid, beroep of materiële toestand. Geen enkele van de bestaande opvoedkundige instellingen beoogde dit doel, geen enkele was helemaal geschikt om dit doel te verwezenlijken. Dus diende iets nieuws gezocht: de Volkshogeschool kwam tot stand, naar Deens model, waar zij reeds zoveel diensten bewezen had bij de vorming van het Deense volk. Op de grens van de noordelijke provincies: Friesland, Groningen en Drente werd een oude boerderij aangekocht. Een groepje jonge mensen vestigde er zich; een eerste cursus werd ingericht voor de boerenzoons uit de omgeving. De eerste uren werd er, zoals de leider van de School het later beschreef, over niets anders gesproken dan over varkens, kunstmest en de prijs van het vlees. Maar tegen deze geestesgesteldheid werd regelrecht ingegaan, en allerhande levensvragen als: waarde van de arbeid, gebruik van de vrije tijd, diepere oorzaken van huidige moeilijkheden, plaatselijke geschiedenis en aardrijkskunde werden behandeld. Enkele dagen lang vonden de jongens dit vreemd, maar na een week ontstond er belangstelling en enthoesiasme. Op die eerste cursus volgden er anderen, en weldra was de oude boerderij te klein om al de belangstellenden te bevatten. Al waren er onoverkomelijke finantiële moeilijkheden, de handen werden uit de mouwen gestoken, de cursisten zelf zorgden voor de vergroting van de onderneming: een nieuw gebouw werd opgetrokken. In wijdere kring begon de Volkshogeschool belangstelling te wekken. ‘De volkshogeschool heeft de enig mogelijke vorm aangenomen die haar tot haar doel kan brengen: die van een levensgemeenschap. Op de volkshogeschool wordt gedurende een paar weken samen geleefd: samen gewerkt, gewoond, gegeten, geslapen. Er wordt als het ware een nieuwe levensgemeenschap geschapen, die als toonbeeld dienen moet voor de eens te bereiken levensgemeenschap van gans het volk, waarin een solidair samenwerken voor het welzijn van allen mogelijk zal blijken. Aan de ronde tafel der Volkshogeschool moet de katholieke jongeman overeenkomen met de calvinist, de zoon van de kapitaalkrachtige met die van de bezitloze, de verintellectualiseerde student met de plattelander, de Rijksnederlander met de Vlaming en de Suidafrikaan. Onder al deze verscheidenheden moeten ze gezamenlijk ontdekken dat er in ieder van hen een mens steekt en dat het dus waanzinnig is al die scheidingslijnen zo door te trekken, dat de ene mens de ander niet kent, de ene Dietser de ander niet, zodat het onmogelijk zou worden om samen een staat van vrije burgers te vormen, die immers gegrondvest moet zijn op een werkdadige vriendschap, gevoed door een solidair samenwerken en een harmonische werkverdeling.’Ga naar voetnoot(1) | |
[pagina 234]
| |
Reeds vóór de oorlog heeft de volkshogeschool haar deuren voor de Vlamingen opengezet. Vijf jaar lang is alle contact onderbroken geweest, maar zowel in het Noorden als hier bleef het Diets bewustzijn onaangetast in hart en geest voortleven. Thans heeft de volkshogeschool haar taak weer opgenonomen, heeft zij er kans toegezien een onverhoopte uitbreiding te nemen, zodat zij binnen afzienbare tijd een werkelijke invloed zal kunnen uitoefenen op een bredere volksmassa. Thans weder, zoals vroeger, wil zij alle Nederlanders tesaam brengen, die begrijpen dat recht en waarheid niet het monopolie zijn van één geloofsbelijdenis, noch van één stand of klasse, noch van één politieke groep, noch van één volk. Zij doet beroep op allen die van goede wil zijn, om gezamenlijk te zoeken naar een weg die ons uit de geestelijke puinen die deze oorlog heeft nagelaten, voeren kan, naar een schoner toekomst voor ons Nederlandse volk en voor elke Nederlander. De Vlaamse jongeren die nog voor de toekomst durven strijden mogen deze gelegenheid de banden tussen Noord en Zuid weer toe te halen niet laten voorbijgaan.
Hilde ROELANTS.
Alle inlichtingen betreffende eventuele deelneming aan een leergang in de volkshogeschool kunnen langs de redactie van ‘Golfslag’ om bekomen worden. |
|