gerecht gedood, maar Zijn leer bleef voortwerken, steeds jong en nieuw. Heden heeft de mensheid er nood aan, meer dan ooit voorheen.
Daarom zijn en noemen wij ons christen en, in dit oude Vlaamse land, katholiek; wij, die minder dan wie ook blind zijn voor het falen van de clericalen. Maar Zijn Leer is te verheven om bezoedeld te kunnen worden door politieke of menselijke misdaden. Wij staan rotsvast op dit standpunt, wij hebben het in ons bloed en denken opgenomen, omdat we met rustige zekerheid er de eeuwigheidswaarde van ingezien hebben. Het oneindige wenkt: in de verte staat het Kruis.
Ik geloof in het Leven, in de ongetemde wilsdrang iets goeds en schoons te vestigen, in de hergeboorte van al wat sluimert in verre vergetelheid. Honderd hengsten rukken aan de teugels en wachten dampend op de hand die de koers zal wijzen: dat is beginnend leven. Handelen is het harnas van de driften. Handelen in zelfopvoeding, zieletucht en physieke beheersing; handelen daarna en vooral in het optrekken van een duurzaam levenswerk, hetzij in de politiek, de kunst, de wetenschap of de duizend aspecten van het sociale, maar steeds ten bate van het gehele Volk.
Want de donkerrode kleur die de atlantische kusten drenkt, is voor ons niet de weemoedige avondtint van Europa's laatste dagen maar de gloeiende verwachting van een paradijselijke morgen. De kringloop der geschiedenis kent als de seizoenengang zijn grijze bladerloze tijden. Zo waren de jongste eeuwen onder hun klaterweelde. Nu rekken de nieuwe dagen zich rillend uit om vol spannend begeren de bloesems te zien doorbreken op de rijpe vruchten der volheid. Een herboren maatschappij die het geweld en de oorlog verbant.
Om dit na te streven willen wij als christelijke Westerlingen verdraagzaam zijn. Wij zullen hoog boven de partijen staan, die nog hulpeloos rondscharrelen in de gewaden van een vuil verleden, en de verzoenende hand reiken aan ieder die in eerlijkheid zijn ideaal beleeft. Zo alleen kan deze wereld nog leven, wanneer van enkeling tot volksmassa eenieder diep in zich het geloof in dat leven draagt, dat horizonnen openzwiert...
Ik geloof in de Liefde. Er is een eenzaamheid die geen vriendschap kan stillen, die het hart somtijds droog-snikkend kan toenijpen om de koestering die er niet is. Slechts wanneer die eenzaamheid een andere vindt, er in opgaat en er zichzelve in ontdekt, komt een groeiend geluk de lege uren vullen. Liefde begrijpt de muziek der natuur en de stemmen der engelen. Het is een woordeloos begrijpen. Wie eens de Liefde in zijn leven voelde komen, de zachte die zeldzaam en kostbaar is, zal er voortaan over zwijgen, maar stil voor zich weten dat God hem Zijn innigste pand toevertrouwde.
In de liefde voor elkaar wordt de liefde voor de wereld geboren: wie vrede vond kan niet meer haten. De liefde voor de anderen is verruiming en werpt tevens het volle licht op de eigen kracht. De Broederliefde omvat de hele schepping en draagt haar in een levend offer aan haar Meester op.
Dit, mijn Kameraden, hebben wij uit de oorlog meegebracht: het Geloof in de Eeuwigheid. Wie van u nog in die Zon en het Geluk durft geloven, sluite de rangen.
Nog zegeviert de haat: maar Liefde kan wachten.
De IJzertoren werd vergruisd: het Kruis staat vast.
De Blauwvoeterij is dood: wij houden Zee.