Maar al deze heren beginnen tot een erg uitstervend en decandent mensensoort te behoren. Zij weten het. De Waalse Congressen bewijzen het!
Ons volk is wakker en het zal naar zijn natuurlijke bestemming gaan. Een nieuw mensentype is geboren, of beter is herboren. De mens die niet Frans-, Duits-, Engels- of Russischgezind is, maar de mens die zich zelve is en die weet dat men in Oost en West en Zuid veel kan leren, maar die in alles zijn eigen persoonlijkheid zal handhaven.
Jongeren van deze lage landen bij de zee, vergeet nooit dat de eenheid de waarborg is voor de zege. In 1302 was ons Volk één, de Leliaerts vermochten deze éénheid niet te breken, en wij wonnen. In de Spaanse oorlog stonden Paaps en Geus onverbiddelijk tegenover elkaar. Broeder tegen Broeder. De overwinning van het Noorden was geen overwinning, want Noord vervreemdde van Zuid. Geus en Paaps zijn nu verzoend en nu moeten Noord en Zuid elkaar terug vinden. Dat wij niet leven in één staat is geen bezwaar. Hoofdzaak is dat we eenzelfde drang, eenzelfde gevoelen, eenzelfde doel hebben. Dat we EEN zijn.
Jongeren, ontelbaren werden reeds opgeroepen om voor de Vrijheid te strijden en te sterven. Ieder Volk dat ten oorlog trekt, strijdt voor de Vrijheid. En eens die Vrijheid bevochten, dient ze slechts om in haar naam, de Vrijheid der anderen te kortwieken. Het is niet voor die Vrijheid dat wij ijveren. Vrij zijn betekent bewust zijn, en fier! Het betekent plichten hebben, verdraagzaam zijn en vergeven, doch zijn eigen overtuiging verdedigen en er naar leven.
Die Vrijheid weze de onze!
Jongeren, wij worden weer groot!
Wij hebben iets te verdedigen, wij hebben iets te winnen.
Kijkt even in onze schatkamer: onze schilders, zeevaarders, polyphonisten, denkers, dichters, wroeters, zij hebben de Wereld iets gegeven.
Zeggen de Oost, Belgisch Kongo en Zuid-Afrika, een kind van ons Volk, U niets?
Als twintig millioen levenskrachtige mensen willen kunnen zij weer die plaats innemen die hen toekomt, kunnen zij weer de Mensheid verrijken.
Wij kunnen het, en wij doen het!
In deze tijd van vervlakking vormen wij een nieuwe, een Volkse Adel van jonge Mensen, die niet tegen, maar met het Volk, zullen voortmarcheren.
Wij worden weer het prinselijk Volk der Nederlanden!
‘GOLFSLAG’.
Heer, laat het Prinsenvolk
in broedertwist en schande.