Golfslag. Jaargang 1

[p. 84]

Egurd

Jong stonden zij aan 't Noorderstrand,
twee koningskinderen, hand in hand.

‘O zweer mij dat ge nooit een tred
nog op uw gure snekken zet.’

‘Mijn hoogste eer is volkse trouw,
die liefde telt geen enk'le vrouw.’

Dra klonk op 't strand weer de oorlogsmaar
en lagen zijn schepen varensklaar.

Koen ging hij ter wijde wapenzaal
en koos een zwaard uit edel staal.

Zij sloot de deur met vaste hand
en reeg de sleutel aan haar band.

Zo vaarde dan die koningsvloot
zonder Egurd in de dood.

Weer stond zij naast hem, sprak zo zoet
‘Ik heb je van die dood behoed’.

Maar Egurd hoorde niet haar woord.
Hij heeft haar met zijn zwaard doorboord.

En op dat graf, o wonderbaar,
geen bloem noch kruid gedijde daar.

Adriaan DE ROOVER.