opgroei en opbouw, beïnvloed door dezelfde politieke en geestelijke stromingen in het Westen. Het historisch oeuvre van Prof. Geyl beweegt zich toch hoofdzakelijk rond deze feiten en hunne ontleding.
Reeds in de vroege Middeleeuwen is daar die driehoek Utrecht, Luik, Doornik, omvangen door die andere driehoek Kantelberg, Keulen, Parijs, waarbinnen de geestelijke ontwikkeling van de Nederlandse gewesten - les provinces belgiques - haar verloop heeft. Prof. Pirenne heeft aangetoond hoe sterk de sociale verhouding - en de ontwikkeling van het gebied rond Maas en Schelde in één ritme van gelijkaardigheid hebben gestuwd en de voorbereiding waren tot de politieke formule, welke de Boergondische hertogen aanwenden om een eenheid tot stand te brengen, die zonder al te merkbare hechtheid, door de dynastieke politiek theoretisch - niet werkelijk - tot in 1648 heeft voortgeduurd. Een geheel van centralistische bestuurkorpsen overspon Noord en Zuid en werkte anderhalve eeuw tot bevestiging van de banden tussen de onderscheiden gewesten. En merkwaardig - wat doorgaans bindend en versterkend werd voor het tot stand komen van een eenheidsstaat - wij bedoelen het verzet tegen één vijand, in casu Spanje - heeft in dit geval eerder als een splijtzwam gewerkt. In de ogenblikken van hoogste nood stijgt het separatistisch-partikularistisch element in de hoogte en ontkracht de stuwing naar eenheid. De verdedigers van de eenheid blijven als eenzame politiekers in de vlakte; en als dan later uit het Noorden toch een drang naar samenzijn blijkt, dan is deze ontsproten uit een zeker stadhouderlijk imperialisme, verder beïnvloed door overwegingen met economisch karakter.
In de zestiende eeuw had de centralisatie politiek toch altijd rekening gehouden - moeten houden - met de particularistische eigenheid van de gewesten: reeds de vertegenwoordiging in de gewestelijke standen, in de Staten Generaal, het eenheidslichaam duidt op een sterke verscheidenheid in de politieke traditie. De macht van het verzet tegen Spanje is vooral gewestelijk beïnvloed. Maar ter opheldering, moeten hier twee feiten worden ingeschakeld: de inertie van de feodale verhoudingen en de invloed der protestantse bewegingen. Hier hebben dan de aanwezigheid der steden, het al of niet landelijk of industrieel karakter van de gewesten een grote rol gespeeld. Ook hier kan geen vaste lijn worden gevolgd: Antwerpen b.v. wijst de weg naar de nieuwe religie, hierin gevolgd door Utrecht, leper, Doornik e.a. Doch Amsterdam, Brussel, Mechelen blijven meer op het achterplan. Pirenne wees er op dat met de handelscentra, tevens de industriemiddens, de plaatsen waar de weefnijverheid bloeide zeer ontvankelijk bleven voor de nieuwe leer.
Aldus werd in het verzet tegen Spanje, niet een bindende, maar eer een scheidende faktor in het werk gesteld. Spanje was inderdaad geen gewone vijand. Hij was in het eigen huis opgegroeid, had er zijn vrienden, zijn vertrouwden, ja zijn knechten gevonden, waarop hij, ook tijdens de opstand bouwen kon. Het eenheidsbesef dat zich toch vertoont tijdens de opstand is anders dan dit gevoel uit de vorstelijke politiek geboren. Het is een scherpe drang, een revolutionaire stuwing, die als de opstand luwt eveneens verzwakt, en niet sterk genoeg is om boven de tegenstellingen van godsdienstige of sociaaleconomische aard, het ene Nederland te behouden.
Neerlant... Het klinkt zo vaak als een ver heimwee uit de geuzenliederen.