politiek. Deze schept de eerste basis waarop voortgewerkt dient. Zij brengt het brood en de tijd tot verpozing. Wie echter een diepere en blijvende socialistische zin wil geven aan de volksopvoeding, heeft een hoger terrein te betreden. Het individu moet terug al de genoegens van zijn natuurlijk milieu kunnen genieten; hij moet zich in de familie kunnen ontplooien in een gezonde geestelijke sfeer en er een doel in zien waar hij met resultaat voor werken kan. Daarvoor moeten talrijke waarden hun volle zin herwinnen. Waar we nog verre van af staan. En hier ligt een taak voor de jongeren.
Het is lastig gevestigde meningen uit te roeien. De oudere generaties hangen nu eenmaal vast aan gewoonten, waar de tijd reeds is overheen gesneld. Een regime aangepast aan de hedendaagse eisen kan slechts tot stand gebracht door nieuwe mensen, die nooit in contact zijn geweest en dus ook niet vertrouwd zijn met de verdorvenheid der combine's, die hun idealen willen verwerkelijken en voor niets terugdeinzen. Welnu de jeugd heeft nog niet de gelegenheid gehad futloos te worden in compromissen, zij bezit idealen (welke jeugd leeft zonder?) en de oorlog heeft haar geleerd onverbiddelijk te zijn. Zij weet dat alleen durvers overwinnen. Zij is de jeugd van de ijzeren romantiek.
Het is nu sinds jaren gewoonte geworden deze 1 Mei te vieren als het internationale feest van de arbeiders. De dagbladen schotelen hun lezers de gebruikelijke verheerlijking van ‘Koning Arbeid’ voor, met de nodige foto's van de boer die ploegt, de werkman aan de machine, de huismoeder aan de wastobbe. Twee dagen later is alles vergeten. Maar in dit 1 Mei feest zie ik meer dan de gewone symbolisch-verkleurde betekenis. Het is een bezinning tot vrede. De voorbije decennia moeten ons toch stilaan de bloedige onzinnigheid van de oorlog geleerd hebben, en dat vooral de arbeid alle mensen verbindt en dwingt in samenwerking te leven. De periodieke volksslachtingen lossen geen problemen op, noch werkeloosheid, noch voedselschaarste, noch overproductie, noch loonsverhouding. Integendeel. Zouden we niet gaan inzien dat alleen de vrede de verheerlijking van de arbeid rechtvaardigt? Zijn het zulke fundamentele conflikten, die de mens in Soviet-Rusland, in Engeland, in Japan tegeneen stelt? Er bestaan diepe geschillen, maar geen verschillen die een eerlijke politiek niet overwinnen kan. Zolang echter de leiders niet opgestaan zijn uit de massa van de wroeters zelve, zolang de heren met monocle en stijve kraag aan de conferentietafels zetelen, kan er van rechtvaardigheid nog geen