Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Golfslag. Jaargang 1 (1946-1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Golfslag. Jaargang 1
Afbeelding van Golfslag. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Golfslag. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.00 MB)

Scans (486.24 MB)

ebook (7.21 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Golfslag. Jaargang 1

(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Brandnetels

Honni soit qui mal y pense.

In ‘De Faun’, tweede jaargang, nummer 1, las ik een kanttekening, getiteld: Indiscretion. Het gaat hier om een zeker dichter, waarover een of ander tijdschrift zich bezorgd maakt, omdat deze dichter ‘zowat overal op het appel schijnt te ontbreken’. De opsteller van ‘Indiscretion’ werd dan plotseling verrast, op dezelfde bladzijde een vers van den man in kwestie aan te treffen. Alleen tekende hij hier met zijn ware naam, terwijl hij vroeger onder een lyrisch pseudoniem ‘zijn gangen ging’.

Ra, ra, wat mag dat wel betekenen? De laatste zin tamelijk braafjes gehouden door de twee eerste woordjes, noem ik eenvoudig vuurstokerij. Doch wat mij meer opvalt is de zinsnede: ‘zijn gangen ging’. Slaat dit op het dichterschap van de dichter? Hoogstwaarschijnlijk, want hier is er sprake van iemand die onder ‘lyrisch pseudoniem’ zijn gangen ging.

Goed, wat waar is, is waar. De dichter publiceerde onder de bezetting in het kultureel-letterkundig maandblad voor Vlaanderen, dat bij ‘Die Poorte’ werd uitgegeven. Ik weet echter niet of hij nog wat anders op zijn kerfstok heeft dan de medewerking aan ‘Westland’, maar toch moet het me van 't hart dat ik in bovengenoemd bezettings-periodiek, een naam vond boven een bijdrage van 16 bladzijden, een naam die op de titelpagina van ‘De Faun’ gemerkt staat als iemand die behoort tot de redactie van dit Critisch Bulletin.

Zie je, ik hou niet van zulke zaken, maar het spelletje van ‘houd de dief’ heeft nu toch al lang genoeg geduurd, dunkt me.

De verdediging

in het ‘Proces der Vlaamse Literatuur’, dat elke week in ‘De Spectator’ zijn voorbehouden bladzijde heeft, schijnt er eigenaardige, misschien wel niet zo heel nieuwe methodes op na te houden.

Dat Clem. Bittremieux, Openbaar Ministerie, het niet eens schijnt te zijn met Marnix Gijsen's ‘Breviarium’, dat is zijn goed recht. Maar dat de heer Berchmans, Verdediger, in zijn betoog schrijft: ‘... en wat Gijsen betreft, ik bezit zijn Breviarium niet, omdat ik van dat soort bloemlezingen niet houd; ik kan het dus niet naslaan...’, vinden we op zijn minst belachelijk. Stel u voor: een verdediger die zijn dossier of althans een gedeelte ervan, niet naslaat omdat het... nu ja, omdat het hem niet interesseert.

‘Ons verbond’,

orgaan van het K.V.H.V.-Gent ontpopt zich in het sotte en 't amoureuse als een studentikoos blad bij uitnemendheid. Mogen we er ook iets opbouwends, meer bezielends van verwachten?

[pagina 64]
[p. 64]

Terminologie.

Tijdens de Nederlandse Week te Brussel sprak Anton van Duinkerken in de Vlaamse Club. Hij verhaalde er o.m. een anecdote, die hij in de recente dagen in de hoofdstad meemaakte. Van Duinkerken stond in een der vele boekwinkels en hield een boek in de hand over de regeringspoltiek van Willem I. ‘Nu, mijnheer, zei de winkelier, dat is een heel interessant werk over de Hollandse bezettingstijd hier!’, waarop van Duinkerken laconiek antwoordde: ‘Nu, die tijd noemen we in beschaafd Nederlands, Het Verenigd Koninkrijk’.

Felix de Nobel of... Félicien de Nobèl...

We vinden het van wege de flauwe grapjas, die, het nodig oordeelde te vermelden dat ‘De Tournee van het Nederlandsch Kamerkoor in België is ingericht door de ASSOCIATION INTERNATIONALE D'ECHANGES ARTISTIQUES...’, reusachtig kleintjes die mededeling te willen verfraaien met een brok Franse taal. Weet ge, bij dergelijke mopjes voelen we ons beurtelings koud en warm, en warm en koud worden en dat kruipt al te licht in de kleren.

Zo ook te Leuven. Aldaar achtte de heer Felix de Nobel (de koorleider) het niet ongepast de bisnummers in de Franse taal aan te kondigen. De Leuvense concertbezoekers schenen des heeren Félicien de Nobèl's mening daaromtrent helemaal niet te delen... Dat merkte hij alras. Ook wij gaan met dergelijke praktijken niet akkoord en bij herhaling zou onze sympathie een harde deuk krijgen.

Laat een consonant een consonant blijven, heer de Nobel, en maak er vóóral geen dissonant van...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken