Brandnetels
Honni soit qui mal y pense.
In ‘De Faun’, tweede jaargang, nummer 1, las ik een kanttekening, getiteld: Indiscretion. Het gaat hier om een zeker dichter, waarover een of ander tijdschrift zich bezorgd maakt, omdat deze dichter ‘zowat overal op het appel schijnt te ontbreken’. De opsteller van ‘Indiscretion’ werd dan plotseling verrast, op dezelfde bladzijde een vers van den man in kwestie aan te treffen. Alleen tekende hij hier met zijn ware naam, terwijl hij vroeger onder een lyrisch pseudoniem ‘zijn gangen ging’.
Ra, ra, wat mag dat wel betekenen? De laatste zin tamelijk braafjes gehouden door de twee eerste woordjes, noem ik eenvoudig vuurstokerij. Doch wat mij meer opvalt is de zinsnede: ‘zijn gangen ging’. Slaat dit op het dichterschap van de dichter? Hoogstwaarschijnlijk, want hier is er sprake van iemand die onder ‘lyrisch pseudoniem’ zijn gangen ging.
Goed, wat waar is, is waar. De dichter publiceerde onder de bezetting in het kultureel-letterkundig maandblad voor Vlaanderen, dat bij ‘Die Poorte’ werd uitgegeven. Ik weet echter niet of hij nog wat anders op zijn kerfstok heeft dan de medewerking aan ‘Westland’, maar toch moet het me van 't hart dat ik in bovengenoemd bezettings-periodiek, een naam vond boven een bijdrage van 16 bladzijden, een naam die op de titelpagina van ‘De Faun’ gemerkt staat als iemand die behoort tot de redactie van dit Critisch Bulletin.
Zie je, ik hou niet van zulke zaken, maar het spelletje van ‘houd de dief’ heeft nu toch al lang genoeg geduurd, dunkt me.