we niets. En uw verhaal, meneer Weyts, is zo weinig verrassend! Dat Paula, na haar onwettig huwelijk met Wieze, de jonge boer die ze op het front gesneuveld acht (omdat ze van hem geen brieven ontvangt) ten langen laatste toch zou bezwijken onder herhaalde huwelijksaanzoeken van de intrigantschoolmeester Goossenaerts, voorzagen we van het begin van uw boek (al is de plotse ommekeer van Paula psychologisch niet genoeg verantwoord) - ook voorzagen we dat Wieze toch zou terugkomen... Dat is de magere graat van uw verhaal... Heeft U verder zélf niet gemerkt, Meneer Weyts, dat de karakter tekeningen van uw hoofdpersonen haast alle drie hoofdstukken met zichzelf in tegenspraak zijn? Heeft U niet gemerkt dat de intrigues van de schoolmeester niet ‘au sérieux’ te nemen zijn?! Een ietsje meer zelf-critiek alsjeblief.!
Van het tweede boek dat ik hier zou willen bespreken kan ik gelukkig wat meer goed zeggen. ‘De Bron op den Berg’ van Gaston Duribreux is een degelijk en sterk boek dat ik nog dikwijls wil herlezen. Groots van opzet, vlot en boeiend geschreven in een onberispelijke en beeldrijke taal, zou ik deze roman van uit de Westhoek willen klasseren onder de beste heimatromans die de laatste tijd zijn verschenen. De karakters zijn scherp en sprekend getekend. Irma, het meisje uit de Zee-kant de hoofdfiguur, liefdevol, een tikje dromerig en met het sterke karakter door de zee gehard en door de zee betoverd. Uit de zee put ze haar kracht, haar liefde en haar haat, en wanneer ze, gehuwd met Benoo, dieper het binnenland in trekt en gaat wonen in het huis op den Berg, is de Bron dáár het enige dat haar nog de grootse, overweldigende, bezielende zee van haar jeugdjaren in herinnering brengt, en daarom gaat ze in de meest tragische ogenblikken van haar leven dààrheen om nieuwe krachten te putten. Ongemerkt beheerst zij met haar innerlijke zielekracht het hele leven op de Berg.
Benoo, de smokkelaar die zich het best thuis voelt in de duisternis, de moeilijk te benaderen en gesloten weifelaar, die zichzelf kwelt om de herinnering aan een laffe daad op het front en wrang lijdt onder het neerdrukkend gevoel van zijn zelf-miskenning, is de tegenhanger van de sterke vrouwenfiguur, zonder nochtans een zwakkeling te zijn. Irma helpt hem langzaam over de neerdrukkende auto-suggestie heen en haar begrijpen en innerliljke kracht doen hem stilaan herleven en zijn zelfvertrouwen herwinnen, tot hij op een smokkeltocht de hoogste daad van moed en zelfopoffering stelt door zijn leven te offeren om drie van zijn kameraden-‘blauwers’ uit de handen van de kommiezen te redden.
Hiermee is lang niet alles gezegd van dit boek vol diepte en kracht waarvan elke bladzijde boeit en waarvan elke persoon op zichzelf een eigen leven heeft waarvan men de eigenaardigheden en diepte zou willen doorgronden, maar daarvoor is hier de plaatsruimte te beperkt. Ik kan echter niet anders dan de lezing van dit werk aan allen warm aanbevelen en de hoop uitdrukken dat de schrijver ons nóg zulke romans zal schenken.
H. GRIMBERGER.