Golfslag. Jaargang 1
(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Toneelkroniek
| |
[pagina 57]
| |
weinig regie-inspiratie getuigdeGa naar voetnoot(1) en waarbij alleen Hector Camerlinck en Luc Philips er in slaagden verdienstelijk werk te leveren. Gilhuys bewijst eens te meer een beter regisseur dan acteur te zijn, wijl we Rooyaards als acteur nog steeds heel wat hoger aanslaan dan als regisseur. Tussendoor werden ook enkele vroegere ‘successen’ vluchtig héringestudeerd. Loreley 1939 is zulk een ‘reprise’. Met die verstande echter dat het stuk hetzelfde bleef, doch de rolverdeling een gans andere gedaante kreeg en de opvoering dan ook ‘navenant’ was. Het is enkel een kwestie wat men door reprise verstaat, en wat eigenlijk een ‘vluchtig herinstuderen’ is met een totaal nieuwe rolverdeling. Doch kom, met ‘Eind goed al goed’ gaat nu het toneelleven nieuwe banen op. Dit stuk wordt de aanvang van het ‘Nationaal Tooneel’. Vrij plots is dit plan er door gekomen. De Antwerpse acteurs kunnen zich staatsambtenaren gaan noemen. De heer De Ruyter denkt intussen reeds aan nieuwe decors, wijl de acteurs van hoger wedden dromen en het publiek naar een degelijk programma hunkert. Moest er binnen enkele weken nog iets interessants gespeeld worden, dan zullen wij niet nalaten het onze lezers mede te delen. Hopelijk is Jos Gevers tegen die tijd wakker geworden, hebben Ernest Steenbrugge en Diane de Ghouy hun afschuwelijk brouwen verleerd en is Frans Somers niet meer zulk een onhandig jongmens.
Adriaan de ROOVER. |
|