Golfslag. Jaargang 1
(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |||||||||||
Franse Letteren
| |||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||
en een dionysisch beleven van het stadionspel. Montherlant vertelt zelf hoe hij eens op het grasveld een jong meisje gekwetst zag aan de knie. Het bruine kind, de open hemel en het rode bloed vormden een vizioen van intense spanning en jeugd. Licht, lucht en levensvreugde: zijn ideaal... Want onder ‘plaisir’ verstaat Montherlant niet het weinig verheffend zinnengenot. Al is hij zeer aards en menselijk, zijn rondborstigheid dwingt hem tot een gezonde drang naar geluk. Hij verfoeit alkoof-gefluister en sinistere erotiek. Hij koketteert niet als zovele modedichters met onrust en wanhoop. En toch verscheuren meer dan bij zijn tijdgenoten onverzoenlijke krachten zijn eenzaam leven. ‘Aedificabo et destruam’, zo karakteriseert hij zichzelf. Hij bouwt op om af te breken wat hij opgebouwd heeft. Een soldaat die handelt, een monnik die de daad ondermijnt.Ga naar voetnoot(1) Montherlant is een wereld op zichzelf. In hem strijdt de moderne mens met de hidalgo, het stadion met het klooster, de eigen eeuwigheid met de kluwende maatschappij. Zijn moraal kan de jeugd niet als voorbeeld gesteld, zijn individualisme is slechts gemouleerd op zijn persoonlijk bestaan en voldoet de gewone mens nooit, zijn opvattingen over huwelijk, vrouw en godheid zullen de massa nooit beroeren, en waarschijnlijk is het goed zo. Montherlant is een grote, zelfstandige figuur in de Franse wereld, van zeldzaam-actuële betekenis en waarde. Gelukkig de weinigen die hem begrijpen en voortzetten mogen.
Manu RUYS. | |||||||||||
Zijn meest interessante boeken:
|