Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Geus Te Breda zag hij Maurits van Oranje De stad verlaten zonder groet. Te Breda zag hij krijgersvolk van Spanje En is naar Roodenaert gespoed. Een mantel dekte zijn stevig rapier. Op zijn rug hing de mars van een jood; Zoo kwam hij uit Breda tot Roodenaert hier, Wijl hij een Spaans allegro floot. Die morgen vielen zijn dromen in gruis. - Een vrouw lag vermoord langs de baan. - Hij trad door de asse en puin van zijn huis En is toen het woud ingegaan. Die avond lagen drie Spanjaards vermoord. Een man werd het Steen ingebracht. Ter vierschaar gesleurd, costuymlijk verhoord Zou hij branden deze nacht. Die nacht zengde het vuur zijn geuzenlijf. Doch zijn stem stond boven die gloed. - ‘Bij der gratiën Gods dat ick standvastich blijf! - Gerechticheyt is dijn hoochste Goet!’ - Adriaan de ROOVER. Vorige Volgende