Golfslag. Jaargang 1

Het N. Kamerkoor en het Gr. Koor van het Antwerpsch Conservatorium.

Bij de twee koor-uitvoeringen deze maand te Antwerpen gegeven, n.l. dit van 11 Maart door het ‘Nederlandsch Kamerkoor’ en de uitvoering van Van Beethoven's Negende Symphonie door het Groot Koor van het Antwerpsch Conservatorium gaat onze sympathie toch naar het laatste ondanks de meesterlijke techniek van het eerstgenoemde koor.

Dat het Gr. Koor van het Conservatorium op technisch gebied ver beneden het N. Kamerkoor stond zal niemand in twijfel trekken, dat de N. Nederlanders echter aan geestdrift misten wat er bij de Antwerpse jeugd vonkend bovenuitsloeg is een even vaststaand feit. Het Nederlands koor was inderdaad technisch zó sterk, zó juist van maat, zó zuiver van toon, de stemmen waren zó op elkaar afgestemd dat er bezwaarlijk iets op aan te merken valt, en dat kon dan ook moeilijk anders gezien het allen beroepszangers en -zangeressen waren. De wijze echter waarop ze het werk onzer N. Polyphonisten voordroegen kon ons maar matig bevredigen. We herinneren even aan het dramatische, voor zijn tijd zeer gedurfd geharmoniseerde ‘Timor et Tremor’ van Orlandus Lassus, dat met een onvergeeflijke vlakheid werd uitgevoerd. Volledigheidshalve moeten we hier echter aan toevoegen dat de twee Engelse werkjes uit de 16^de eeuw en de moderne composities die op het programma voorkwamen zeer goed weergegeven werden.

Het Groot Conservatorium koor, dat nog niet zo lang geleden zijn eerste uitvoering gaf, heeft met de ‘Negende’ bewezen een aantal zangers en zangeressen te bundelen, die, alhoewel het meest ongeschoolde krachten zijn, door hun entoesiasme, door hun liefde voor de muziek en door hun jeugdigen overmoed tot grote dingen in staat geacht mogen worden. Kan dit koor de nodige technische vaardigheid koppelen aan zijn levendige, doorvoelde wijze van uitvoeren dan zal het zeker niet moeten onderdoen voor het N. Kamerkoor.

Mocht deze jeugd, die Zaterdag en Zondag, 23 en 24 Maart, met zulk een vurigheid uitschreeuwde dat ‘alle mensen broeders moeten worden’ door de ganse mensheid gehoord worden...

R.v.O.