De Gids. Jaargang 173(2010)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 981] [p. 981] Rogi Wieg Traag verdwenen zwarte bloemenvelden Mijn vers is een zwaar gewicht met daaromheen een gat. Wat ik erin bedicht voldoet niet aan syntaxis of semantiek, niet aan bekende Wetten. Niets. Het is zo voor de binnenlezer dat er hier wél níeuwe Wetten zijn, hij of zij is ín mijn vers, in dit gat, in Dit, zo zwartduister van buiten. Maar in mijn zo gekrompen Dit schijnt eindeloos gekromd licht, dat nooit ontvluchten kan, want niets en niemand kan meer weggaan, als een oude man zonder schuld op een dodengalerij. Dat de binnenlezer ziet wat ik hier schrijf, komt door de níeuwe Wetten, geloof mij maar. Het is anders hier, een ander bloemenveld van onze kosmos. Nood voor wie eenmaal binnen is? Geen seconde loopt, of stroomt door de antieke poorten van de tijd. Eeuwigheid? Eeuwig kwijt? Zo veel chaos dat het op het einde lijkt, als verscheurde bloemenvelden. En dan zal traag dit vers voor hen die buiten zijn, de buitenlezers die [pagina 982] [p. 982] niets zien, het zwarte gat vervluchtigen, verdampen, zoals hun jong-zijn, hun hele zijn. Damp gemaakt van niets? Traag verdwenen zwarte bloemenvelden. Beste fysicus, kosmoloog, komt er ooit nog wat terug van Dit? Want wat ik schreef is voor de mensheid weg. En toch niet wit. Vorige Volgende