Bij de tekening van het heelal als tafel met vaas
Er zijn tegenwoordig kosmologen die stellen dat ons heelal is begonnen met een symmetriebreuk in het niets. (Je kunt ook zeggen ‘een symmetriebreuk van het niets’.) Ik vind deze theorie erg boeiend. Ze is deels wiskundig van aard.
Maar op een andere manier is ze ook heel uitdagend. Er wordt geappelleerd aan een grote verbeeldingskracht van mensen die zich een breuk in de symmetrie van het niets, als begin van tijd, ruimte, energie, massa en krachten, trachten voor te stellen. En je kunt heel diep en lang nadenken over zo'n theorie.
Laten we zeggen dat er een symmetrisch niets is. Het is, het neemt geen ruimte in, er verstrijkt geen tijd, maar er is wel een magisch soort symmetrie in dit niets. De symmetrie breekt in de tijd- en ruimteloosheid waardoor het niets geen niets meer is, maar plotseling iets. Laat ik het anders zeggen: de componenten die elkaar opheffen en tot het niets leiden, ‘verschuiven’, ‘veranderen’: er ontstaat asymmetrie in het niets (of het niets wordt asymmetrisch). Voor alle duidelijkheid: in de taal die ik gebruik voor deze beschrijving is het ‘tijdsverloop’ wel steeds aanwezig. Dit kan ik niet veranderen, omdat tijdsverloop, toekomst, verleden en het ‘nu, dat ook deel uitmaakt van de tijd, en theoretisch een oneindig korte lengte’ heeft, altijd aanwezig zijn als je een coherent verhaal probeert te vertellen.
Er ontstaat asymmetrie en daaruit vormt zich van alles: tijd, ruimte, positieve energie, negatieve energie, materie, antimaterie. Je krijgt temperatuur. De ruimte gaat uitdijen, er ontstaan allerlei deeltjes, fundamentele krachten, enzovoort. De positieve energie is groter dan de negatieve energie, de hoeveelheid materie is groter dan de hoeveelheid antimaterie. Dit laatste onderdeel is de asymmetrie waar ik op doel. De schitterende kosmos is geboren en begonnen met groeien. Ik vind het niet zo belangrijk om hier in te gaan op begrippen als ‘positieve energie’, ‘negatieve energie’ of ‘antimaterie’.