van een fijnmazige vergelijking van jouw voorkeuren met die van anderen, maar in complexe reactie daarop. Ze houdt rekening met het feit dat er schrijvers en redacteurs zijn (mensen dus, experts) die je sowieso wilt volgen, en neemt in acht dat je graag deel uitmaakt van een gemeenschap waarin een discussie gaande is. Zo'n applicatie combineert het goede van de slim analyserende zoekalgoritmes met menselijke voorkeuren, keuzes en redactie. Het levert je eigen persoonlijke literaire tijdschrift af, naar keuze als platte tekst, in html-pagina's, pdf, of zelfs, bij extra betaling, via de print-on-demand-service uitgeprint in de brievenbus. Het is geen nieuw idee, het is een zeer complexe rss-feed. Ik zou graag zo'n applicatie gebruiken, en het is bij toenemend gebruik van xml, open standaarden en open api's, waardoor data op een computervriendelijke manier valt te oogsten, realiseerbaar. De vertaling ervan naar de praktijk in adequaat werkende software die over vier jaar ook nog functioneert, is overigens niet zo vanzelfsprekend, en zeker niet goedkoop.
De essays moeten natuurlijk wel geschreven worden, de schrijvers en redacteurs betaald - of het nu een Zweedse dichter is of een Indiase essayist. Nu kun je je voorstellen dat een applicatie een micropaymentsysteem integreert. Je kunt je zelfs voorstellen dat gebruik van het systeem resulteert in betaalde schrijfopdrachten of vertalingen wanneer er voldoende vraag wordt geconstateerd. Technologische oplossingen zijn niet zaligmakend en zo'n micropaymentsysteem is er nooit gekomen. (Het is slechts een van de redenen waarom het World Wide Web volgens visionair softwareontwikkelaar Ted Nelson fundamenteel kapot is.) Je kunt Paypal gebruiken als fooienpot, Google-ads toevoegen, vragen om bijdrages, zoals Wikipedia doet - maar zonder gesubsidieerde instellingen en overheidssteun zal het niet blijven draaien.
Maar als genieters van alle rijkdom hebben we ook de verplichting tot ondersteuning ervan. Dat kan door eraan bij te dragen - meer rijkdom -, of je in te zetten voor de verspreiding van het schoons. Langzaam ontstaat er, zo vermoed ik, bij wie het zich kan permitteren, ook de bereidheid om de instellingen, kunstenaars, musici en schrijvers wier werk al zo lang voor niets genoten wordt, financieel te ondersteunen zonder dat daar privileges tegenover staan. (Juist niet: ik zou eisen dat het werk, in ruil voor een bijdrage, vrij toegankelijk blijft). Toegegeven, het is een heikel economisch principe. Toch geloof ik dat het - op kleine schaal - kan werken.