| |
| |
| |
Medewerkers aan dit nummer
frits abrahams (1946) is redacteur van NRC Handelsblad, waarvoor hij vijfmaal per week een column schrijft. Zijn columns werden gebundeld in o.a. Mijn vader vond het mooi geweest (2004) en Een onvergetelijke thuiskomst (2006).
hans achterhuis (1942) studeerde theologie en filosofie in Utrecht en Straatsburg. Hij was eerder verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de Landbouwuniversiteit van Wageningen, sinds 1990 is hij hoogleraar Algemene Wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. Daarnaast is hij recensent voor Trouw, redacteur van Het Kritisch Denkerslexicon en redacteur van het Tijdschrift voor Filosofie. Naast talrijke verspreide publicaties schreef hij vele boeken, waaronder De markt van welzijn en geluk, (1979), Het rijk van de schaarste (1988), Politiek van goede bedoelingen (1999), Utopie (2006).
arnoud van adrichem (1978) is dichter, hoofdredacteur van literair tijdschrift Parmentier en lid van de redactie-raad van Dietsche Warande en Belfort. Zijn poëziedebuut zal eind 2007 bij uitgeverij Contact verschijnen. Daarnaast schrijft hij samen met Jan Lauwereyns aan de essaybundel Stemvork.
remieg aerts (1957) is hoogleraar Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij schreef eerder De letterheren, over de betekenis van De Gids in de negentiende eeuw. Verder publiceert hij over vooral Nederlandse geschiedenis. Recent (2006) verscheen Hoofdstad in aanbouw. Geschiedenis van Amsterdam III (i.s.m. Piet de Rooy).
maarten asscher (1957) is schrijver en boekhandelaar. Zijn meest recente boek is de roman Het uur en de dag (2005).
sander bais reisde als jonge wetenschapper zo'n tien jaar de wereld rond en maakte in 1985 een geslaagde landing als hoogleraar in de theoretische fysica aan de Universiteit van Amsterdam, en is inmiddels ook external faculty member van het Santa Fe Institute for Nonlinear Science and Complexity. Hij is de auteur van De natuurwetten: iconen van onze kennis (dat inmiddels in zes talen verscheen) en dit jaar verschijnt zijn De sublieme eenvoud van relativiteit: een visuele inleiding; boeken, waarin harde wetenschap boterzacht wordt opgediend. Maakt zich in woord en daad druk over de culturele dimensie van de bètawetenschappen.
jan-hendrik bakker (1953) is filosoof en journalist. Hij schreef over literatuur en leescultuur in Tirade, Ons Erfdeel en Filosofie Magazine. Hij publiceerde onder meer Toewijding, over mens, media en literatuur (2003). In Vooys verscheen onlangs ‘De stad, de literatuur en de toekomst’.
benno barnard (1954) publiceerde onder meer Het tongbotje, gedichten 1981-2005 en Dichters van het Avondland (beide in 2006). Eigen aan al zijn werk, waartoe ook toneel behoort, is de thematische doordenking van de Europese geschiedenis, veelal in associatie met België, het land waar hij al dertig jaar woont.
maria barnas (1973) is schrijver en beeldend kunstenaar. Ze publiceerde de romans Engelen van ijs (1997) en De baadster (2000), de dichtbundel Twee zonnen (2003) en het prozagedicht Binnenzee (2006), een boek voor een gebouw. Twee zonnen werd bekroond met de C. Buddingh'-prijs 2004. In het voorjaar van 2007 verscheen de dichtbundel Er staat een stad op.
abdelkader benali is schrijver, een liefhebber en lezer van Montaigne. Zijn debuutroman is Bruiloft aan Zee (1996) waarvoor hij de Geertjan Lubberhuizenprijs kreeg, met De langverwachte (2002), zijn tweede roman, won hij in 2003 de Libris Literatuurprijs. Zijn meest recente roman is De eeuwigheidskunstenaar (2007). Op dit moment pendelt hij tussen Marokko, Beiroet en Amsterdam om aan zijn volgende roman te werken, Dubbele loyaliteit.
roel bentz van den berg studeerde filosofie en is behalve schrijver ook programmamaker bij de vpro en medewerker van NRC Handelsblad. Van hem verschenen tot nu toe drie bundels met verhalende essays - te weten: De luchtgitaar (1994), De overdaad (1999) en Zapdansen (2005) - en de roman Dagen van vertrek (2004).
jurriaan benschop debuteerde in 2006 met de essay-bundel De berg van Cézanne. Hij was oprichter en hoofdredacteur van Kastalia dat van 1998 tot 2003 als literair kunst-tijdschrift verscheen. Momenteel werkt hij aan een boek
| |
| |
over Berlijn en schrijft hij vanuit Duitsland regelmatig bijdragen voor tijdschriften waaronder Kunstbeeld en Zuiderlucht.
nanda van den berg (Den Helder, 1960) is verbonden aan het modelectoraat van ArtEz, Hogeschool van de Kunsten en is docent modestudies aan het Amsterdam Fashion Instituut (Amfi). Recent publiceerde zij artikelen in de catalogus Franse Passie (2006) en de bundels Mode in Nederland (2006) en Mode & Accessoires (2007).
huub beurskens (1950) studeerde aan de kunstacademie en is prozaschrijver, essayist, dichter en vertaler. Voor zijn poëzie kreeg hij de Herman Gorterpijs, de Jan Campertprijs en de vsb Poëzieprijs. Recentelijk verschenen de roman Albinoziel (2005) en het prozaboek De echoïst (2006). Komend najaar verschijnt zijn roman Kid.
bindervoet & henkes, geboren in april 1962 en in maart 1982 nog een keer als redacteur van Platforum, filosofisch-maritiem tijdschrift voor persoonlijke essayistiek en Montaigne-Forschung. Vertaalden o.a. Finnegans Wake, Hamlet, Nabokov, The Beatles en Bob Dylan. Schreven o.m. Bloemsdag, Finnegancyclopedie, Waar wij voor zijn en tegen en Wat leuk is en wat niet. Evangeliseerden d.m.v. De intocht van Christus in Amsterdam (1ste en 2de evangelie). Berichten wekelijks uit Vertalië in het NRC Handelsblad middels briefkaarten en nieuwe ansichten.
rené boomkens is hoogleraar Cultuurfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van de Raad voor Cultuur. Zijn onderzoek is gewijd aan globalisering van de samenleving, stadscultuur en stedelijke ontwikkeling, en de rol van nieuwe media en populaire cultuur. Recent verscheen van hem De Nieuwe Wanorde. Globalisering en het einde van de maakbare samenleving.
raymond van den boogaard (1951) is diplomatiek redacteur van NRC Handelsblad en nrc.next. Recentelijk publiceerde hij Zilverstad (2005), over het Haagse trauma van Srebrenica, en bezorgde hij de memoires van Claudine Taittinger (Claudine, femme fatale in ruste, 2006).
david bos is hoofdredacteur van het Maandblad Geestelijke Volksgezondheid en docent aan de International School for Humanities and Social Sciences, Amsterdam. In dit tijdschrift schreef hij eerder: ‘Het schaap Veronica en haar herder. Een ernstige lezing van light verse van Annie M.G. Schmidt’ (2004).
matthijs van boxsel (1957) is Régent du Collège de 'Pataphysique en hoofdredacteur van De Encyclopedie van de Domheid die inmiddels in zeventien talen wordt vertaald. In juni 2006 is Deskundologie of Domheid als Levenskunst verschenen. Volgende stap is De Topografie van de Domheid waarin alle steden en provincies zijn verzameld die spreekwoordelijk bekend staan als dom.
lex ter braak is directeur van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Hij schrijft voor verschillende bladen over literatuur en beeldende kunst, en recenseert literatuur voor Vrij Nederland.
anneke brassinga (1948) vertaalt en schrijft. Publicaties zijn Hartsvanger (proza, 1993) Huisraad (poëzie, 1998), Hapschaar (proza, 1998). In 1997 verscheen haar vertaling van Melvilles The Confidence-Man en in 2000 de bundel Verschiet, die werd bekroond met de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de vsb Poëzieprijs 2002. In 2005 verscheen Wachtwoorden, haar meest recente publicatie is IJsgang (2006).
hugo brandt corstius (1935) doceerde in Berkeley, Amsterdam, Newcastle, Rotterdam, Minneapolis, Leiden, Boston, Tilburg en Parijs en schrijft sinds 50 jaar een wekelijkse column in Vrij Nederland.
désanne van brederode (1970) studeerde filosofie. Vorig jaar verscheen haar pamflet Modern dedain, dit jaar gevolgd door haar vierde roman, Hart in hart en Brief aan een gelukzoeker, het essay voor de Maand van de Filosofie. Zij is tevens columniste van het tv-programma Buitenhof.
h.m. van den brink is schrijver, journalist, directeur van een cultuurfonds en redacteur van De Gids.
leonoor broeder (1950) is werkzaam bij het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Voorheen was zij redactiesecretaris van De Gids en fondsredacteur bij Uitgeverij Meulenhoff en Uitgeverij Balans. Zij recenseerde Engelstalige literatuur voor Het Parool en de Volkskrant en is vertaler. Woorden van de wereld (2002) van A. de Swaan is haar meest recente vertaling.
max de bruijn (1966) is boerenzoon en debuteerde in de schoolkrant van de Basisschool Anne Frank. Na zijn geschiedenisstudie werkte hij bij het Rijksmuseum Amsterdam. In 2002 verscheen zijn eerste roman Expats. Sinds 2003 woont en werkt hij in Jakarta.
herman castaers (Licentiaat Romaanse Filologie ku Leuven) publiceerde over Montaigne de studie Qui suis-je? (Lille, 1999). Dat boek werd in 2001 genomineerd voor de Prix des Carburants van de Académie des Loisirs en des Vacances.
ulli d' oliveira (1933) was hoogleraar aan de juridische faculteiten van de universiteiten van Groningen en Amsterdam, alsook van het Europees Universitair Instituut in Florence. Hij was redacteur van Propria Cures, Tirade en Merlyn, en voorzitter van onder meer het Publiekstheater, de Stichting Reinwater en het Fonds voor de Letteren. Voor zijn bundel literaire essays Vondsten en bevindingen (1968) ontving hij de Wijnaendts Franckenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
| |
| |
dorrit van dalen is journalist. Ze woonde een aantal jaren in Tsjaad en reist veel in West-Afrika. Ze publiceerde onlangs Arabische gom. De fascinerende biografie van een van de meest exotische producten op aarde (2006) en eerder de roman Had de schemer geduurd.
dirk van delft (1951) is directeur van Museum Boerhaave en universitair hoofddocent Wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij publiceerde onder andere De Turkse Trom: Berichten uit Turkije (1992), Heike Kamerlingh Onnes; een biografie (2005) en De toppen van het kunnen: Nederlandse wetenschappers over hun drijfveren en werk (2006).
robbert dijkgraaf (1960) is sinds 2005 universiteits hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1992 de leerstoel mathematische fysica verkreeg. Hij is opgeleid in Utrecht en Princeton, winnaar van de Spinozaprijs 2003, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van wetenschappen en vaste columnist van NRC Handelsblad en Folia.
elsbeth etty (1951) is sinds 1988 redacteur van NRC Handelsblad en is werkzaam als columnist en recensent van die krant. In 2004 werd zij benoemd tot bijzonder hoogleraar Literaire Kritiek aan de Vrije Universiteit. Zij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1996 cum laude op de biografie Liefde is heel het leven niet - Henriette Roland Holst 1869-1952. Het boek werd bekroond met de Gouden Uil, de Busken Huetprijs en een nominatie voor de ako-literatuurprijs. Van haar hand verschenen de essaybundels Vrouwen gaan voor - nieuwe Nederlandse schrijfsters van Hella Haasse tot Connie Palmen (1998), In het gras (1998), Een koe op zolder (2001), Tijdgenoot (2003) en Het ongeloof (2006).
kees fens (1929) was werkzaam in het onderwijs, laatstelijk als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Werkte als criticus en steeds meer als schrijver over boeken en cultuur mee aan verschillende bladen, vanaf 1969 tot heden aan de Volkskrant. Publiceerde talrijke boeken met essays, waaronder onlangs In het voorbijgaan (2007). Kreeg in 1990 de P.C. Hooftprijs, in 2004 een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Beschouwt Montaigne als een van zijn leermeesters.
herman franke (1948) is schrijver. Hij debuteerde in 1992 met de roman Weg van loze dromen. In 1998 kreeg hij de ako-literatuurprijs voor zijn roman De verbeelding. Daarna publiceerde hij romans (Wolfstonen, 2003), verhalen (Notulen, 2004) en essays. In het najaar van 2007 verschijnt het openingsdeel van zijn prozacyclus Voorbij ik en waargebeurd. Website: www.hermanfranke.nl.
piet gerbrandy (1958) is classicus en dichter.
tijs goldschmidt (1953), bioloog en schrijver, publiceerde onder andere Darwins hofvijver; Een drama in het Victoriameer (1994), het essay De andere linkerkant; Links en rechts in de evolutie (2003), de bundel Oversprongen; Beschouwingen over natuur en cultuur (2000) en het fotoboek Wegkijken (2004).
hans groenewegen publiceert in literaire tijdschriften essays over poëzie. Hij bewerkte een groot aantal daarvan voor: Schuimen langs de vloedlijn (2002) en Overvloed (2005). Hij redigeerde essaybundels over Hans Faverey, Lucebert en Kees Ouwens Hij publiceerde de dichtbundels grondzee (2000), lichaamswater (2002), en gingen uit sterven (2005). Zie verder www.hansgroenewegen.nl.
ger groot (1954) doceert filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is medewerker voor filosofie en literatuur bij NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer. Hij levert regelmatig bijdragen aan wijsgerige, literaire en culturele tijschriften, vooral op het gebied van de cultuurfilosofie en het hedendaagse Franse denken. In 1998 publiceerde hij een bundel gesprekken met filosofen Twee zielen, in 2000 de bloemlezing De uitgelezen Sartre en in 2003 zijn dissertatie Vier ongemakkelijke filosofen: Nietzsche, Cioran, Bataille, Derrida. In 2006 verscheen zijn boek Het krediet van het credo: godsdienst, ongeloof, katholicisme.
jacob groot (1947) debuteerde onder het pseudoniem Jacob der Meistersänger met de poëziebundel Net Als Vroeger (1970). Naast poëzie publiceerde hij proza, een leerboek over Herman Gorter (Nieuwe Muziek), en essays over de verborgen stem in de popmuziek (Gelukkige Lippen, 2004). Heerlijkheid van Luchtmetaal (2005) is zijn recentste bundel. Van 1994 tot 1999 was hij redacteur van De Revisor.
paul groot is als klassiek kunstcriticus voor binnen- en buitenlandse media werkzaam; als redacteur van Mediamatic-on-line maakt hij deel uit van de hedendaagse avant-garde.
jaap van heerden (1940), filosoof en psycholoog, is hoogleraar in de psychologie aan de Universiteit van Maastricht. Voor zijn boek Wees blij dat het leven geen zin heeft ontving hij in 1991 de Dr. Wijnaendts Francken-prijs.
kristien hemmerechts studeerde Nederlandse en Engelse taal en literatuur in Brussel en Leuven, daarna Literatuurwetenschap in Amsterdam. In 1987 debuteerde zij met Een zuil van zout, waarna zo'n twintig romans, verhalen- en essaybundels volgden. Onlangs verscheen de bundel Als een kinderhemd (2006), beschouwingen over verlies. Kristien Hemmerechts schrijft regelmatig recensies voor Vrij Nederland en doceert Engelse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Brussel.
joke j. hermsen is schrijfster en filosofe. Laatste publicaties: De profielschets (roman, 2004) en Heimwee naar de mens, essays over kunst en filosofie (2003). Binnenkort verschijnt haar nieuwe roman, over Belle van Zuylen.
| |
| |
ingmar heytze (1970), woont en werkt als freelance-journalist, columnist en dichter voor een grote hoeveelheid opdrachtgevers. Op dit moment schrijft hij elke vrijdag een gedicht in het regiokatern van AD Utrechts Nieuwsblad (‘Heytze op vrijdag’) en af en toe een groot artikel voor KIJK. Daarnaast werkt hij aan een nieuwe dichtbundel, die begin 2008 zal verschijnen, werktitel: Niet inpakken.
pieter hilhorst (1966) is politicoloog. Hij schrijft columns voor de Volkskrant en TM. Voor Llink presenteert hij het radioprogramma Desmet Live. In 2005 verscheen zijn fictiedebuut Souffleur van de Macht. In 2001 verscheen De Wraak van de Publieke Zaak. Daarnaast schrijft hij toneelstukken (o.a. Hetze, Stemvee, Lijfstraf, Spong, De Nederlaag) en hoorspelen (Landgoed, De terrorist en de tovenaar).
lucas hüsgens dichtbundel Deze rouwmoedige schoonheid (2005) werd genomineerd voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Dit najaar wordt de essaybundel Wat een romantische droom verwacht.
vincent icke is hoogleraar Astrofysica aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar Kosmologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij leidt de onderzoeksgroep Theoretische Sterrenkunde van Sterrewacht Leiden, en is actief betrokken bij de popularisatie van de wetenschap, in de vorm van voordrachten en gastlessen, boeken (The force of symmetry, Krachten, Niks relatief, Christiaan Huygens in de OVTT) en stukken in de populaire pers (NTvN, NWT). Hij was columnist bij NRC Handelsblad en nrc.next (gebundeld als De eekhoornformule en Passie en precisie), en werkte mee aan tal van radio- en tv-programma's, waaronder Noorderlicht en Klokhuis. Icke is tevens beeldend kunstenaar en grafisch ontwerper.
geert van istendael (1947) studeerde sociologie en wijsbegeerte in Leuven. Van 1978 tot 1993 was hij journalist bij de televisienieuwsdienst van de brtn (nu vrt). Sedert 1993 is hij zelfstandig schrijver van poëzie, essays, romans, sprookjes, o.m. Het Belgisch labyrint (1989) en Mijn Nederland (essay, 2005); Altrapsodie (roman, 1997); Taalmachine (poëzie, 2001).
irene de jong (1957) studeerde Klassieke Talen aan de Universiteit van Amsterdam. Zij promoveerde in 1987 op een (met de Premium Erasmianum studieprijs bekroonde) dissertatie over de vertelkunst van Homerus. Sedert 2000 is zij hoogleraar Griekse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werkt momenteel aan een meerdelige literatuurgeschiedenis van het (Klassiek) Griekse verhaal, van Homerus tot Heliodorus.
atte jongstra (1956) werd na zijn studie Nederlandse literatuurgeschiedenis schrijver en recensent. Hij is redacteur van het Vlaamse literaire tijdschrift DWB en medewerker van NRC Handelsblad. Recente titels: De tegenhanger (roman, 2003), en De avonturen van Henry II Fix (roman, 2007).
marc kregting (1965) schreef negen boeken, waarvan de dichtbundel Dood vogeltje. Vluchtstroken en de poëzie-essays Laden en lossen. Confrontaties de recentste zijn.
marcel kurpershoek (1949) was diplomaat in Damascus, Caïro en Riaad, en ambassadeur in Pakistan en - momenteel - Turkije. Ook was hij buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Leiden en directeur Midden-Oosten van Buitenlandse Zaken. Behalve de essaybundel Wie luidt de doodsklok over de Arabieren? (2001) publiceerde hij de reisverhalen Diep in Arabië (1992), Onzalig Jeruzalem (1996), Het woeste Arabië (2005) en De tragopan van Kohistan (2007). Zijn werk is in het Engels en het Arabisch vertaald.
arthur langeveld (1947) is docent Russische literatuur en geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Vertaalde werken van onder meer Gogol, Gontsjarov, Makanin en Dostojevski. Kreeg in 2006 de Martinus Nijhoffprijs voor zijn vertalingen. Is de auteur van Russische literatuur in een notendop en medeauteur van Moderne Russische literatuur. Van Poesjkin tot heden.
jan lauwereyns (1969) is dichter en wetenschapper. Hij doceert Biologische Psychologie aan de Victoria University of Wellington in Nieuw-Zeeland. In 2007 verschijnt zijn vijfde dichtbundel, Anophelia! De mug leeft. Voorts essayeert hij met Arnoud van Adrichem in het Nederlands (projecttitel: Stemvork) en solo in het Engels (projecttitel: The Object of Attention).
michiel leezenberg is verbonden aan de afdeling Wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam. Van zijn hand verschenen onder meer Islamitische filosofie: een geschiedenis (2001) en De vloek van Oedipus: Taal, democratie en geweld in de Griekse tragedie (2006). Daarnaast publiceert hij geregeld in NRC Handelsblad.
ton lemaire (1941) is cultuur- en landschapsfilosoof. Hij werkte lange tijd aan de k u Nijmegen, tot hij zich in 1989 terugtrok op het Franse platteland. Recente publicaties: Met open zinnen; Natuur, landschap, aarde (2002), Op vleugels van de ziel; vogels in voorstelling en verbeelding (2007).
robert lemm (1945) historicus, hispanist, vertaler, auteur van onder meer Geschiedenis van Spanje, De Spaanse Inquisitie, Ochtend van Amerika, De literator als filosoof, de innerlijke biografie van Jorge Luis Borges, De kruisgang van het christendom. Lemm is de pleitbezorger in Nederland van o.a. Joseph de Maistre, Juan Donoso Cortés, Léon Bloy, Miguel de Unamuno en Giovanni Papini.
jona lendering is oud-historicus, auteur van verschillende boeken en initiatiefnemer tot Livius Onderwijs, een in Amsterdam gevestigde school voor historisch onderwijs.
jannah loontjens (1974) werkt aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij bij de leerstoelgroep Algemene Litera- | |
| |
tuurwetenschap aan haar proefschrift Poetics of Writing schrijft. Van haar hand verschenen de dichtbundels Varianten van nu (2002), Het ongelooflijke krimpen (2006) en de roman Veel geluk (2007).
Van nausicaa marbe verscheen de roman Mandraga (1998) en de novelle Kader, Lulu, Moses en ik (2001). Ze heeft een column in de Volkskrant.
noortje marres (1975) werkt als onderzoeker bij de afdeling Wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam. Eind 2005 promoveerde ze op het proefschrift No Issue, No Public: Democratic Deficitis after the Displacement of Politics. Ze is redacteur van De Gids en van het filosofisch tijdschrift Krisis.
nicolaas matsier is schrijver en vertaler (voor volwassenen en kinderen). Hij is redacteur geweest van De Revisor (jaren zeventig) en Raster (jaren negentig). Zijn laatste boek, Het achtenveertigste uur (2005), is een roman die de totstandkoming van een ind-dossier te zien geeft. Momenteel werkt hij aan een boek over trompe-l'oeils.
piet meeuse (1947) is schrijver en vertaler. Recente publicaties: De droom van de kennis (2003, essays) en Betoveringen (2006, essays).
geerten meijsing (1950) is auteur van o.a. De grachtengordel (1992), De ongeschreven leer (1995), Tussen mes en keel (1997), Dood meisje (2000), Moord en doodslag (2005), Siciliaanse brieven (2005) Stukwerk (2006). Najaar 2007 verschijnt Siciliaanse vespers.
k. michel (1958) studeerde filosofie. Publiceerde de verhalenbundel Tingeling & Totus en enkele dichtbundels waaronder Waterstudies (1999) en Kleur de schaduwen (2004).
toine moerbeek (1949) is schilder en sinds 1998 ontwerper van een getekend feuilleton in dichtvorm, Lucretia, over leven en kunst. Essays over dat thema werden gebundeld in Paard en beest (1995) en resulteerden in het leesverslag Reve tot de vierde macht (2004). In het verlengde hiervan wordt gewerkt aan een boek over de spiegel. Gezocht wordt naar een taal als een houtsnede en schilderkunst bij wijze van godsdienst.
annemarie mol (1958) studeerde filosofie en geneeskunde. Zij is Socrates-hoogleraar Politieke Filosofie aan de faculteit Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit van Twente, en werkt overigens als onderzoeker. Onlangs publiceerde zij De logica van het zorgen: actieve patiënten en de grenzen van het kiezen (2006)
annet mooij (1961) is zelfstandig onderzoeker en redacteur van De Gids.
jos de mul (1956) is als hoogleraar Wijsgerige Antropologie verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij publiceerde onder andere De tragedie van de eindigheid (1993), Het romantische verlangen in de (post)moderne kunst en filosofie (4de druk 2007), Cyberspace Odyssee (4de druk 2005) en de Domesticatie van het noodlot (2de druk 2007). Zijn werk is in vele talen vertaald en werd onder meer bekroond met de Praemium Erasmianum studieprijs (1993) en de Socrates Wisselbeker (2003). Zie ook www.demul.nl.
arjen mulder (1955) is bioloog en essayist. Recente boeken: Het fotografisch genoegen (2000), Levende systemen (2002), Over mediatheorie (2004) en De vrouw voor wie Cesare Pavese zelfmoord pleegde (2005). Hij is redacteur van De Gids.
hans nieuwenhuis (1944) is hoogleraar Burgerlijk Recht aan de Universiteit Leiden. Van 1992 tot 1996 was hij raadsheer in de Hoge Raad. Recente boeken van zijn hand zijn: Orestes in Veghel, recht, literatuur, civilisatie (2004) en Waartoe is het recht op aarde? (2006).
cyrille offermans (1945), schrijver, essayist, criticus. Was van 1983 tot 2000 redacteur van Raster. Publiceerde een twintigtal boeken, waaronder Sporen van Montaigne (1994). Recente publicaties: Ver van huis. Denken in beweging (2003), Waarom ik moet liegen tegen mijn demente moeder (2006) en Vlek als levenswerk. Lucebert op papier (2006).
willem otterspeer is hoogleraar Geschiedenis aan de universiteit van Leiden en redactielid van De Gids. Zijn jongste uitgave is Orde en trouw. Over Johan Huizinga (2006).
maja pellikaan-engel (1937) is classica en filosoof. Zij publiceerde o.a. Het recept van Calypso. Klassieke teksten in een hedendaags filosofisch perspectief (2004).
arjan peters (1963) is neerlandicus, redacteur en literatuurcriticus van de Volkskrant en redacteur van Tirade. Dit jaar publiceerde hij onder meer de inleiding bij de jubi - leumeditie van De sonnetten van de kleine waanzin (1957) van Hans Andreus, en onlangs De handboog der verbeelding - Arjan Peters in gesprek met Hella S. Haasse.
yves petry studeerde wijsbegeerte en wiskunde in Leuven. Hij publiceerde onder meer vier romans Het jaar van de man (1999), Gods eigen muziek (2001 - bekroond met de Karel Schurmansprijs), De laatste woorden van Leo Wekeman (2003) en De achterblijver (2006). Voor dit laatste boek ontving hij de bng Nieuwe Literatuurprijs.
bruno post (1959) studeerde sociologie en antropologie. Hij debuteerde onlangs met Lof der onzin.
henk pröpper was directeur van het Institut Néerlandais in Parijs en is directeur van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, recensent en schrijver van Het zwaard van de krab (1991).
| |
| |
remco raben is Azië-onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en doceert niet-westerse geschiedenis aan de Universiteit Utrecht.
martin reints (1950) publiceerde poëzie: Waar ze komt daar is ze (1981), Lichaam en ziel (1992) (Herman Gorterprijs), Tussen de gebeurtenissen (2000) en Ballade van de winstwaarschuwing (2005), en essays: Nacht- en dagwerk (1989) (J. Greshoffprijs).
wanda reisel (1955) schrijft proza, toneel en film. Haar laatste romans Baby Storm (1996), Een man een man (2000) en Witte Liefde (2004) werden voor de shortlists van de Libris- en ako Literatuurprijs genomineerd. Eind 2006 is Tien Stuks verschenen, een bundel met al haar toneelstukken.
beatrijs ritsema (1954) studeerde sociale psychologie en is stukjesschrijver. Sinds 2006 is ze redacteur van HP/De Tijd. Daarnaast heeft ze in het dagblad Trouw een adviesrubriek over etiquette. Deze aanbevelingen voor correct gedrag zijn ook te vinden op de website www.beatrijs.com. Haar laatste boek heet Ter harte. Een leidraad voor de liefde (2005).
piet de rooy (1944) is hoogleraar Nederlandse Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
maarten van rossem (1943) is bijzonder hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en columnist bij o.a. Historisch Nieuwsblad. Zijn specialisme is de Verenigde Staten. Recentelijk publiceerde hij De Verenigde Staten in de Twintigste Eeuw (2001), Heeft geschiedenis nut? (2003), De wereld volgens Maarten van Rossem (essays, 2005).
frans w. saris is natuurkundige, decaan van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden en redacteur van De Gids. In samenwerking met Rob Visser bezorgde hij de bundel Trots en twijfel. Kopstukken uit de Nederlandse natuurwetenschap van de twintigste eeuw (2005).
k. schippers (1936) is schrijver. Laatste publicaties: De verborgen camera (verhalen en beschouwingen, 2003), Waar was je nou (roman, 2005). Najaar 2007 verschijnt Stil maar, een nieuwe bundel met verhalen en beschouwingen.
kees schuyt (1943) is emeritus hoogleraar Sociologie aan de UvA. Hij bekleedde in het jaar 2006-2007 de Cleveringa-leerstoel aan de Universiteit van Leiden. Hij is thans lid van de Raad van State. Recente publicaties: Steunberen van de Samenleving (2006), Democratische deugden (2006), Tolerantie en Democratie (2001, ook in het Engels, Duits en Chinees).
ineke sluiter (1959) is hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden en wetenschappelijk directeur van de landelijke onderzoekschool van de classici, oikos.
a.l. snijders (1937), bezocht het Spinoza Lyceum en de Gemeentelijke Universiteit. Probeerde ook nog de kunst op de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Gaf les op verschillende middelbare scholen en schrijft columns. Woont in Klein Dochteren en kan vanuit zijn huis geen andere huizen zien.
monica soeting was redacteur van De Gids en recensent literatuur voor de Volkskrant. Momenteel geeft ze les aan de universiteit van Utrecht, werkt ze aan een biografie van Cissy van Marxveldt, schrijft ze recensies voor Trouw en is ze hoofdredacteur van Biografie Bulletin.
pieter steinz (1963) studeerde oude geschiedenis en Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij van 1988-1990 ook klassieke cultuur doceerde. Sinds 1989 is hij redacteur bij NRC Handelsblad, sinds 2005 chef van de bijlage Boeken. Hij is auteur van onder meer Lezen & cetera, gids voor de wereldliteratuur (2003), Klein Cultureel Woordenboek van de Wereldliteratuur (2005) en Het web van de wereldliteratuur - Welke 100 boeken hebben de literaire X-factor? (2007).
nanne tepper (1962) publiceerde eerder de romans De eeuwige jachtvelden (1995), De vaders van de gedachte (1998) en De avonturen van Hillebillie Veen (1998). Voorts schreef hij over literatuur en muziek voor NRC Handelsblad en wijlen Het Nieuwsblad van het Noorden. Ook publiceerde hij enkele opstellen in literaire periodieken, en een ronduit obscene hoeveelheid columns in allerlei bladen. Tegenwoordig bespeelt hij de banjo.
p.f. thomése (1958) is schrijver. Voor zijn debuut Zuidland (1990) kreeg hij de ako-literatuurprijs, daarna verschenen onder meer Het zesde bedrijf (1999) en Schaduwkind (2003). Najaar 2007 verschijnt de roman Vladiwostok!
ed van thijn (1934), oud-burgemeester van Amsterdam, was fractievoorzitter van de PvdA, minister en auteur van onder andere Dagboek van een onderhandelaar (1978).
sana valiulina (1964) werd in Tallinn geboren in een Tataars gezin van ongelovige moslims. Na haar studie in Moskou verhuisde ze naar Nederland, waar ze de romans Het Kruis (2000) en Didar en Faroek (2006) publiceerde, en een bundel novellen getiteld Vanuit nergens met liefde (2002).
han van der vegt is dichter en vertaler. Hij heeft vier dichtbundels gepubliceerd, waarvan de laatste, het epische sciencefictiongedicht Exorbitans, in februari van dit jaar uitkwam.
henk te velde (1959) is hoogleraar Vaderlandse Ge- | |
| |
schiedenis in Leiden. Hij publiceert over de geschiedenis van de politieke cultuur en over vragen van politiek en moraal, zoals nationale identiteit, burgerlijke cultuur en zedelijkheid. Alisdair MacIntyre, die centraal staat in zijn bijdrage, gebruikte hij in zijn dissertatie uit 1992 over liberalisme en nationalisme. In een artikel uit 1996 beschreef hij de geschiedenis van ‘zedelijkheid’.
peter vermaas is correspondent van De Groene Amsterdammer in New York en werkt aan een boek over de rol van religie in de Verenigde Staten.
jacq vogelaar (1944) debuteerde in 1965 als dichter en prozaïst; publiceerde in diverse genres. Recente titels: Inktvraat (poëzie, 1998), Meer speelruimte, Terugschrijven 3 (essays, 1998), Taats onder mannen (roman in delen, 2002), Over kampliteratuur (leesverslag, 2006). Prijzen voor zijn oeuvre: Frans Erens-prijs 1995, Pierre Bayle-prijs 2001, Constantijn Huygens-prijs 2006. Sinds 1971 medewerker De Groene Amsterdammer, sinds 1972 redacteur van Raster.
leo vroman (1915), bioloog, dichter en schrijver.
jeroen vullings (1962) is literair criticus en redacteur van Vrij Nederland. Van zijn hand verscheen de essaybundel Meegelokt naar een drassig veldje. Literatuur in verandering (2003).
bert wagendorp (1956) studeerde tussen 1975 en 1982 Nederlandse Taal- en Letterkunde in Groningen. Van 1985 tot en met 1994 was hij sportverslaggever voor de Leeuwarder Courant en de Volkskrant, daarna buitenlandredacteur en van 1996 tot 2000 correspondent in Londen. Na zes jaar sportcolumns schrijven is hij tegenwoordig algemeen columnist van de Volkskrant. Boeken: De proloog (1995), De dubbele schaar (verhalen, 2005), en Sportleven (verzamelde sportstukken, 2006). Wagendorp is ook redacteur van het literair wielertijdschrift De Muur.
dirk van weelden (1957) is redacteur van De Gids. Hij debuteerde in 1987 samen met Martin Bril. In 1992 ontving hij de Multatuliprijs voor zijn roman Mobilhome. Andere titels van hem zijn Tegenwoordigheid van geest (1989), Oase (1994), Orville (1997), Van hier naar hier (1999), Het refrein (2000), Looptijd (2003) en Straatsofa (2005). Zijn meest recente boek, Tempo, verscheen voorjaar 2007.
wim willems (1951) is als hoogleraar Sociale Geschiedenis verbonden aan de Campus Den Haag. Hij heeft een aantal autobiografische boeken op zijn naam staan, waaronder Stadskind. Kroniek van een naoorlogse jeugd (2003) en Plekken van herinnering. Over de stad van toen en nu (2007).
esther wils (1964) studeerde Italiaanse taal- en letterkunde, is redactiesecretaris van De Gids, freelance publicist, coauteur van Tropenecht; Indische en Europese kleding in Nederlands-Indië (1996) en samensteller van Wonen in Indië (2000).
jolande withuis is socioloog. Onlangs verscheen van haar De vrouw als mens. De mythe van het sekseverschil. Eerder publiceerde zij Erkenning. Van oorlogstrauma naar klaag-cultuur (2002) en Na het kamp. Vriendschap en politieke strijd (2005). Met Tom de Ridder schreef zij voor De Gids (mei 2005): ‘“Scheldend op mezelf voel ik dat ik een wrak ben”. Het gebroken leven van A.J.W. Kaas, psychiater in Buchenwald (1908-1976)’.
michaël zeeman (1958) is dichter, schrijver en literatuurcriticus, en presenteerde verschillende boekenprogramma's op televisie. Momenteel is hij correspondent in Rome voor de Volkskrant. Enkele van zijn titels zijn De verduistering (verhalen, 1995), Verhoudingen (gedichten, 1995), God zij met ons (pamflet, 1997) en Wie kan het paradijs weerstaan; Romeinse brieven (briefwisseling met Abdelkader Benali, 2006).
ton zwaan is als universitair hoofddocent verbonden aan het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies (niod/UvA). Recent publiceerde hij Genocide en de crisis van Joegoslavië, 1985-2005 (2005), samen met Bob de Graaff, en was hij redacteur van Politiek geweld. Etnisch conflict, oorlog en genocide in de twintigste eeuw (2005).
joost zwagerman (1963) publiceerde meer dan 25 boeken, waaronder de romans Gimmick!, De buitenvrouw en Zes sterren. Zijn werk verscheen in diverse landen in vertaling. Voor zijn laatste gedichtenbundel Roeshoofd hemelt (2005) ontving hij de driejaarlijkse Paul Snoek Poëzieprijs. Hij stelde de driedelige mammoetbloemlezing De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 samen. Het derde en laatste deel is De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 essays, dat in het najaar van 2007 verschijnt.
|
|