in 1984 in actie tegen de hongersnood in Ethiopië. De kersthit We are the world leverde miljoenen op. Daarna volgde Live Aid. ‘Give us your fucking money,’ riep de popzanger het publiek toe. Het geld stroomde binnen. De roem die hij nastreefde was die van de weldoener. Maar veel levens heeft hij niet gered. Integendeel. De komst van duizenden hulpverleners was een prettige bron van inkomsten voor de toenmalige dictator Mengistu Haile Mariam. Het geld dat hij zo binnenkreeg ging linea recta naar de oorlog tegen Eritrea, Somalië en de binnenlandse guerrilla. Om te voorkomen dat de hulpverlening aan de hongerenden een smet op zijn imago werd, startte hij een grootscheepse deportatie van 600.000 hongerenden. Een op de zes overleefde de deportatie niet. Zo leverde Live Aid 100.000 doden op.
IJdele weldoeners kunnen meer kwaad dan goed doen. Maar dat betekent niet dat de wereld alleen gebaat is bij onbaatzuchtigheid. Wie dat gelooft, trapt in de valkuil om daden te beoordelen op basis van het motief, niet op basis van de opbrengst. Mensen kunnen met de beste bedoelingen rampzalige daden ondernemen. Andersom is het ook mogelijk dat mensen om dubieuze redenen iets goeds doen. Adam Smith zei het al: de bakker bakt geen lekker brood uit altruïsme. Hij wil geld aan u verdienen. Maar het resultaat smaakt er niet minder om. In feite geldt voor alle zeven hoofdzonden (ijdelheid, hebzucht, onkuisheid, afgunst, onmatigheid, woede en luiheid) dat ze in bijzondere gevallen een positief effect kunnen bewerkstelligen.
Toch is er een verschil tussen ijdelheid en de andere hoofdzonden. Hebzucht, onkuisheid, afgunst, onmatigheid, woede en luiheid komen het beste tot hun recht in het schemerduister. Het zijn ondeugden die mensen graag verborgen houden. Ze kunnen in het geniep worden genoten. Dat is bij ijdelheid lastig. Natuurlijk bestaat er ijdelheid die zich vermomt als bescheidenheid. Zo stond er niet lang geleden in HP/De Tijd een artikel van Fleur Jurgens. Vol trots presenteerde ze zichzelf als burgertrut. Zij was naar eigen zeggen een vrouw die zich wegcijferde voor haar gezin. Een vrouw die liever anderen liet schitteren. Een bescheiden vrouw. En dus stond ze op de cover van het tijdschrift onzichtbaar te zijn. Tsja.
In de politiek komt het helemaal vaak voor dat politici hun ijdelheid vermommen als bescheidenheid. Ze benadrukken dat het niet om hun persoon gaat. Ze willen niet over de poppetjes praten, maar over de zaak. Ze presenteren zichzelf als iemand die geroepen is, niet als iemand met eigen ambities. In de politiek geldt bij uitstek een eis van onbaatzuchtigheid. Je mag nooit de politiek in gaan om jezelf. Je mag nooit een gezonde ambitie tentoonspreiden. En dus spelen politici dat ze met een zekere tegenzin hun ambt vervullen. Hoe bevrij-