Improvisatie is de hoogste vorm van opportunisme, de enige geestrijke ook, de enige die we kunnen prijzen. Met de improvisatie beginnen we het wezen van de conversatie te naderen.
De conversatie kan niet zonder de uitdaging. De eerste spreker maakt de geest van de anderen los; het onderwerp alleen al, door de gastvrouw aangereikt, kan een gelijke werking hebben. In alle hoofden beginnen zich gedachten en zinnen te mobiliseren, in een intens plezier. Het allermooiste zal zich dadelijk manifesteren: de tegenstanders blijken geestgenoten, zoals de leermeester en de leerling dat zijn. Zonder gelijkheid is de kunst van de conversatie onmogelijk, gaat het superieure gezelschapsspel over in pogingen tot gelijkhebberij en wordt het onderwerp dat slechts aanleiding is, omstreden hoofdzaak. Het dubbelkarakter is de essentie van de conversatie: men scherpt zijn geest en taal, maar geest en taal worden ook gescherpt. Een concours van scharenslijpers is de salon wel eens genoemd, misschien niet helemaal correct, want bij de conversatie gaat het niet om het winnen. De kunst ervan is een kunst om de kunst. Maar ook een kunst die vervliegt en dat is misschien het mooiste want het belangloze ervan, zoals vrijheid de absolute voorwaarde ervoor is. Ik denk dat een conversatie tussen vrijgeesten de meest bijzondere is, er is van het begin af geen enkele vooringenomenheid of vooroordeel. Wat ik ervan gezien en gehoord heb zijn de Engelse universitaire debating societies daarin voorbeeldig. De leden blijven de conversatie hun verdere leven trouw. Ze is verslavend.
Is het wonderlijk dat de conversatielanden bij uitstek - Engeland en Frankrijk - een grote essayistische cultuur kennen? Ik meen daar ‘nee’ op te moeten antwoorden. Het essay is het literaire genre van het innerlijke tweegesprek, de privéconversatie. De schrijver ervan ziet bij haast elke bewering de tegenbewering naderen. Zelfs de fraaiste gedachte van hem krijgt daardoor een voorlopig karakter. Hij wijkt voor zijn tegenspreker, maar herneemt later weer zijn positie. Het spel wordt zichtbaar en als hij een goede essayist is, geeft hij eraan toe. Zie de briljantste essaybundel uit de Nederlandse literatuur, Essays in duodecismo van Vestdijk. Het boek laat zien dat de kunst van het essay de kunst van de conversatie is.
De mooiste, scherpste en intelligentste correspondenties zijn - alweer - in Engeland en Frankrijk te vinden. In Frankrijk zijn vrouwen de grote en drukke briefschrijvers. De correspondentie is de conversatie op papier. Dat sommige briefwisselingen een frequentie van dag in dag uit kennen, is niet verwonderlijk: men kan niet wachten met de repliek, de geest loopt over van ideeën, zoals dat met een even zwijgende spreker in de conversatie het geval is. Voltaire was groot in de