of honderden, in gesloten formatie, onder discipline. (Omdat de katafrakt een rol heeft gespeeld in vele legers, van de Parthen tot de Franken, van het Nabije Oosten tot in Engeland, heeft hij ook niet het gezicht van een leider gekregen. De Macedonische falanx is van Alexander de Grote, de vechtolifant is van Hannibal, het Romeinse legioen is van Julius Caesar, maar de katafrakt blijft gewoon de katafrakt. De Parthenkoningen aan wie de katafrakt zijn grootste roem dankt hebben nooit veel individuele roem vergaard. Mitradates vi is beroemd geworden omdat hij, bang voor verraad, zijn lichaam hardde tegen verschillende soorten vergif, wat later zijn zelfmoord bemoeilijkte. Verder hebben de namen van de koningen weinig indruk gemaakt op de wereldgeschiedenis. Te moeilijk, te veel medeklinkers.)
Ik schrijf gedichten in keurslijf. De regels moeten allemaal evenveel lettergrepen bevatten; moeten een bepaald aantal versvoeten bevatten; moeten allemaal beginnen met dezelfde letter, of daarop eindigen. Elk gedicht krijgt zijn eigen individuele vorm, en al die vormen zijn even rigide.
De vormen zijn meestal willekeurig gekozen. Soms kies ik een vorm omdat ik die nooit heb gebruikt, soms kies ik een vorm omdat ik wel eens gezegd heb dat ik die nooit zal gebruiken. Soms kies ik voor een traditie, zolang ik maar het idee heb dat ik daar zelf geen deel van uitmaak. Er zijn rare gedachtesprongen nodig, willekeur heeft moeite zich te vernieuwen. Ik gebruik een vorm meestal maar voor één enkel gedicht. Ik heb er weinig ervaring mee, ik heb slechts een vaag idee op welke manier die het gedicht zullen bepalen. Als hij niet werkt stel ik hem bij, net zo lang tot hij wel werkt. Meestal hoef ik niet lang te zoeken.
Ik gebruik de vorm om mijn gedichten te objectiveren. Hoe meer objectieve, in de woorden en zinnen zelf verankerde, eigenschappen ze hebben, hoe minder hun eigenschappen afhankelijk zijn van mij, hoe minder ze mijn persoonlijkheid nodig hebben. Hoe meer ze zichzelf zijn.
Voor mij is het alsof die gelijke aantallen lettergrepen, die letters op de juiste plaats, de gedichten een grond geven om buiten mij te bestaan. Ik pantser ze met objectiviteit.
Zijn de gedichten zwakker dan andere omdat ze niet zonder pantsering kunnen? Nee, ze zijn sterker omdat ze pantsering hebben.
De belangrijkste confrontatie van de katafrakt, in de slag bij Carrhae, heeft hetzelfde schimmige, haast efemere karakter als de katafrakt zelf. Het leger van Marcus Licinius Crassus (triumvir naast Caesar en