zo weinig maatwerk levert als een ideologie, stoten in hun schrille kleurbekentenis louter af.
Wordt uiteindelijk minder het gelijk betwist dan de tactiek? Wie het talig expliciet aanpakt, veroordeelt zich tot de marginaliteit. Dat imagoprobleem zou verholpen moeten zijn met een nieuw product: Café Oké. Klinkt fris en de Jakobson van nu zou er een kluif aan hebben de ongeitenwollensokkenachtige verwevingen in klank en ritme te beproeven. Ook de slagzin schept kansen. Terwijl in de jaren zeventig ontwikkelingsorganisatie Solidaridad een brochure drammerig opende met ‘Drink (met mate) een genoeglijk kopje koffie, maar doe het bewust’, participeert ze nu, net als het klaarblijkelijk minder hardleers geworden Havelaar, in het product dat zich aanprijst met ‘Smaakt beter, voelt beter’.
Het begindeel van de zin is vetgedrukt en benadrukt zonder complexen boodschap nummer één: levenskwaliteit. Havelaar-koffie had namelijk de reputatie meer te kosten zonder bijzonder lekker te zijn, wat uiteraard ook geen basis voor de aanschaf mocht wezen. Nu hoeft men zich niet langer te schamen te willen genieten van het bestaan, vooral niet als men, en daar komt boodschap nummer twee, een haalbare betrokkenheid in het oog houdt die de rest van de zin uitspeelt. Het beter voelen, te rijmen met individualistische geloofsartikelen als gezondheid en aandacht, is vervolgens tastbaarder dan ruim drie decennia geleden. Men laat zich er niet op voorstaan - ‘engagement’ zou als borstklopperij vloeken in een waarachtig seculiere context waaruit zelfs elk persoonlijk voornaamwoord geschrapt is. Doordat het slotdeel van de zin niet vet werd gedrukt, vallen vorm en inhoud geraffineerd samen in hun pragmatisme. Het door derden ooit ondubbelzinnig geprofileerde respect krijgt zijn beslag door het gelijk op hen niet al te opzichtig te halen.
Kan men hier echter wel belangeloze moraliteit aan hechten? Consumentenonderzoek wees uit dat voor een merk de parameter ‘sociaal verantwoord werken’ veel minder relevant is dan de prijs-kwaliteitverhouding. Bovendien hebben sommigen het uitgerekend door de ongelijkheid op de wereld steeds beter gekregen. Dat ze daar hun verantwoordelijkheid voor willen nemen bevordert tegelijk, in een klimaat getekend door voedselcrisissen, hun eigen gestel. Hier acteert ‘de lichtgroene consument’ die best een pietsje meer wil betalen. Voor hem bestaat een bioproductenlijn, waarvan een inventief bedrijf marktleider kan worden. Het zal er, in elk geval nu, niet voor ‘terug naar de natuur’ gaan. Wereldwinkel en Reformhuis behoren bij de oude decors, waaraan supermarkten een trendy likje verf hebben gegeven.