naar op zoek is. Alleen vanuit het absurde perspectief van een elektron, dat niet weet of het een deeltje of een golf moet zijn, is er een universele betekenis aan de werkelijkheid toe te kennen. Heisenbergs onzekerheid is de enige zekerheid. Of zoals Democritus het uitdrukte: ‘Volgens afspraak is er kleur, volgens afspraak zoet, volgens afspraak bitter, maar in werkelijkheid zijn er alleen atomen en ruimte.’ Inderdaad, om dit krankzinnige universum rest ons niets anders dan een bevrijdende lach.
Maar is dit wel het volledige verhaal? Er is een complementaire kijk, die ruwweg de andere helft van de wetenschap omarmt. Deze tegen-stroming vaart onder de vlag van de emergentie. Zij gaat uit van het omgekeerde credo ‘schoonheid uit rotzooi’. Elegante verschijnselen met een grote innerlijke schoonheid zijn niet het exclusieve domein van elementaire deeltjes, ze kunnen ook spontaan ontstaan uit de chaos die op het allerkleinste niveau heerst. Dit is de overheersende school van denken in het domein van het leven en de mens.
Een mooi voorbeeld zijn de elegante bewegingen van een school vissen, een vast onderdeel van natuurfilms. De kleine visjes lijken perfect synchroon een onderwaterballet uit te voeren. De scherpe bochten naar links en naar rechts, de precisie waarmee de manoeuvres worden gecoördineerd: de school lijkt geleid door een onzichtbare hand. Sterker nog, uiteindelijk verdwijnen de individuele visjes. Ze gaan volledig op in het collectief, dat daarmee een zelfstandig organisme wordt met een eigen persoonlijkheid. Toch volgt het complexe gedrag van de school uit het eenvoudige gedrag van de visjes, die niets anders doen dan zo goed mogelijk hun buurman kopiëren. Omdat die kopie nooit perfect is, worden kleine foutjes uitvergroot, wat leidt tot de grillige schijnbewegingen en de illusie van intelligent gedrag van de school.
Net zo is bewustzijn een eigenschap van het totale neurale systeem van onze hersenen en moeilijk toe te schrijven aan een enkele zenuwcel. Ook het zichzelf reproducerende leven is bij uitstek een emergent verschijnsel, dat uit de veelheid van chemische reacties in de cellen ontstaat. Maar emergentie is niet slechts voorbehouden aan de biologie. Ook in de harde fysica zijn vele voorbeelden te vinden. Neem de eigenschappen die we zo vanzelfsprekend aan materie toeschrijven: warm, koud, hard, glad, bevroren, vloeibaar. Dit alles wordt betekenis op het moleculaire niveau. Een atoom is niet hard of zacht, daar had Democritus groot gelijk in. Alleen het wonder is niet dat die eigenschappen verdwijnen als we materie tot atomen reduceren. Nee, het wonder is dat uit de simpele eigenschappen van atomen zulke rijke begrippen als kleur, zoet en bitter kunnen ontstaan.