beweren, uit verveling bovenop die barricades, anderzijds toch ook uit het werkelijk goed doorvoelde motief van overvloed voor slechts één klasse, van ongelijkheid, van onnodig praal- en machtsvertoon, van uitbundig geld verdienen dat een allesverslindende en uitbuitende economie in stand hield waar zwakkeren niet aan bod kwamen. In ieder geval daagden die welgestelde studenten hun strikte en zelfvoldane papa's en de autoriteiten uit. Maar in hun achterhoofd wisten ze ook met zekerheid: ‘al worden wij gearresteerd, ook al straft men ons, wij zullen onze plek in de maatschappij wel vinden’. Met hun intelligentie en opleiding zouden zij hun brood toch wel op de plank krijgen, met hun verbale begaafdheid, hun vitamine R(elaties), tja, door hun ‘papa's’ zouden zij, als het moest, er wel komen. Dus welk risico liepen zij eigenlijk? Een steen tegen het hoofd? Of een slag met de bullenpees? Maar ook dat zou helen tussen de fris gesteven lakens van het ziekenhuis. Niet dat ze zich daar zo van bewust waren. Nee, idealen beheersten hun doen en laten, niet de veilige bedding waaruit ze voortkwamen en die voor even in mist gehuld was.
Na de nature komt onvermijdelijk de nurture: of je wieg in een onverwarmde keuken of in een behaaglijk eigen kamertje met olijke tinkeltjes stond, of de borst van je moeder zacht en romig was of koud en vol kloven. Of je suikerwater of volle chocolademelk te drinken kreeg, particulier of ziekenfonds verzekerd was, daar begint het verschil. Dus, kunnen we stellen, intelligentie, talent en afkomst werken, ongewild, een zekere ongelijkheid in de hand.
Afgezien nog van het vermogen lief te hebben of geliefd te zijn, dat ook ongelijk verdeeld is onder mensen, is aanleg voor het bedrijven van seks een taboe dat onder de mensen heerst, omdat de één de ander bijvoorbeeld in een handomdraai kan laten klaarkomen maar een ander daar, door bijvoorbeeld knulligheid, helemaal niet toe in staat is. Er wordt niet hardop over gesproken maar ook dat is een onrechtvaardige ongelijkheid onder de mensen. En ook bij een sollicitatie, waar men juist gelijke kansen zou verwachten door opleiding en werkervaring, zijn fysieke aantrekkingskracht, geschoren benen, sensuele lipwelvingen, pronte borsten, knisperende bakkebaarden, ja, pure geiligheid de grote ongelijkmakers.
Intelligentie, schoonheid, talent, afkomst en fysieke aantrekkingskracht hebben we hier dus als bron van ongelijkheid genoegzaam behandeld.
Zeus en een rund zijn onvergelijkbaar, zegt men. Hoewel Zeus wel weer gemakkelijk de gedaante van een rund kan aannemen, is dat voor het rund in kwestie onmogelijk. Zeus is de ultieme homo ludens,