bij de gedachte aan emotionele ontrouw van hun man.
De verklaring voor dit verschil putten de onderzoekers uit de evolutionaire psychologie. Is dit kind wel mijn kind? Het evolutionaire gegeven dat bij de mens de bevruchting plaatsvindt in het lichaam van de vrouw heeft ertoe geleid dat vrouwen door die vraag minder worden gekweld dan mannen. Mater semper certa. In tien procent van de gevallen heeft de de man gegronde redenen om zich af te vragen: is dit kind wel mijn kind? De twijfel is daarom zo onrustbarend, omdat de man altijd het risico loopt tijd en geld te investeren in een genetisch vehikel dat niet zíjn genen bevat, aldus Buunk et al.
Een vrouw heeft zorgen van andere aard. Meer dan door diens incidenteel buitenechtelijk geslachtsverkeer loopt de vrouw door het ontkiemen van een emotionele band tussen haar man en een ander het gevaar zijn steun bij de opvoeding van haar kinderen te verliezen.
Uit het onderzoek blijkt dat de verschillen tussen mannen vrouwen als het gaat om de onrust die bij hen wordt gewekt door de twee typen van buitenechtelijke bedrijvigheid (seksueel dan wel emotioneel) in de Verenigde Staten groter zijn dan in Nederland en Duitsland. De onderzoekers bevelen aan ook onderzoek te verrichten in landen waar nog sterker dan in de Verenigde Staten de nadruk valt op het verschil tussen mannen en vrouwen, Iran bijvoorbeeld. Gezien de rol van seksuele jaloezie bij huiselijk geweld en doodslag, heeft dit onderzoek volgens Buunk et al. de hoogste prioriteit.
De vraag is: wat moet het recht met deze evolutionaire en culturele perspectieven? Zij bieden ongetwijfeld een adequate verklaring voor de in sommige Turkse kringen diepgewortelde opvattingen over familie-eer (namus), bestaande in de onvoorwaardelijke kuisheid van de tot de familie behorende vrouwen. Ook voor de psychische druk om een schending van die eer met bloed te wreken, bestaat begrip. Maar in het recht heeft nooit gegolden: tout comprendre, c'est tout pardonner. Verzachtende omstandigheden leveren verwijzingen naar de uit de namus voortvloeiende verplichting tot eerwraak niet op. Integendeel, de rechter zal de dader hardhandig confronteren met de kracht van de verbeelding van het Nederlandse recht: respect voor het recht op leven.
Is dit kind, wiens opvoeding en verzorging ik voor mijn rekening neem, wel mijn kind? De twijfel knaagt. Maar ook een andere vraag houdt de mannelijke gemoederen danig bezig: is mijn kind, dat thans verblijft bij mijn ex-vrouw en haar nieuwe vriend, aldaar wel in goede handen? Kinderontvoering en het doden van zowel kind als zichzelf zijn niet zelden het resultaat van deze frustratie. Moeten we niet, om dit zoveel mogelijk te voorkomen, de man het recht verlenen om te