Maar Van Agt was een magistrale boeienkoning. Door op vervroegde verkiezingen aan te sturen wist hij zich als een ware Houdini van zijn electorale ketenen te ontdoen.
Den Uyl werd in dit vechtkabinet als vicepremier/minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de laatste taakomschrijving werd echt toegevoegd om de portefeuille op te leuken) vakkundig onschadelijk gemaakt. Een gehate Ziektewet - onderdeel van een overeengekomen bezuinigingsoperatie - bezorgde hem een ongekende woedeuitbarsting van de vakbeweging die hem tijdens massale demonstraties de minister van a-sociale zaken noemde (met dank aan Kok). Toen de Statenverkiezingen enkele maanden later desastreus afliepen was het snel gebeurd met het vechtkabinet. De PvdA stond weer op straat.
Eigenlijk zou de ervaring van '81 een beter leermoment voor Bos en Balkenende hebben moeten zijn dan de formatie van '77, waar iedereen nog altijd vol van is. Ook het huidige kabinet is uit nood geboren. Ook nu gingen twee elkaar bestrijdende opposanten na jaren van felle campagnes, noodgedwongen, samen. Het is nu nog te vroeg om te zeggen dat deze keer dit monsterverbond de rit zal uitzitten. Informateur Wijffels heeft er met zijn pressurecookermethode op de heide (hotel Lauswolt is bekend om zijn massages) wel alles aan gedaan om uitgerekend de chemie, het woord waar Bos zo'n hekel aan heeft, drastisch te verbeteren. Dat lijkt te zijn gelukt. In no time, naar Nederlandse maatstaven.
Toen eenmaal de zes pijlers voor een toekomstgericht beleid in kameraadschap tot stand waren gekomen vlogen in een opperbeste stemming de meest onmogelijke concessies (ik denk aan het Irak-onderzoek) over tafel.
Is chemie, ja of nee, nu een typisch Nederlands probleem? Ik denk van niet. Bij alle grote, internationale onderhandelingen speelt de animositeit tussen hoofdrolspelers wel een rol, for better or for worse. Wie het boek Peacemakers leest (Margaret Macmillan, Peacemakers. Six Months That Changed the World, John Murray, Londen, 2001), een nauwgezet verslag over de totstandkoming van het Verdrag van Versailles in 1919, krijgt een adembenemend beeld van drie staatsmannen die, alhoewel ze elkaar niet konden luchten of zien, in zes maanden tijd een nieuwe wereldorde schiepen. Een wereldvreemde, professorale, president Wilson (63) die geen idee had van de geografie van het Europese continent en maar op één ding gefixeerd was: de oprichting van de Volkerenbond, wat zowel Lloyd George als Clemenceau worst zou wezen. Lloyd George, een 56-jarige, ambitieuze, machiavellistische politicus die weinig dossierkennis bezat en maar op één ding uit