De tekst van Bob Dylan schijnt te verwijzen naar het bijbelboek Ezechiël. Maar in die twee ruiters kunnen we zonder moeite ook de oorlogsmisdadigers Mladic en Karadzic ontwaren. De vrouwen die zich langs de wachttoren hadden verzameld, zien wij ook nu nog regelmatig in ons land opduiken, vormeloze gestalten met vermoeide gezichten, zwaaiend voor de televisiecamera's (als die nog de moeite nemen te komen) met foto's van hun vermoorde mannen en zonen.
En hoewel officiële onderzoeken later de Nederlandse militairen gezuiverd hebben van directe verantwoordelijkheid voor de massamoord waarvoor hun terugtrekking de weg vrijmaakte, ben ik niet de enige wiens hart zegt dat de commandant daar niet had mogen staan met zijn glaasje slivovitsj. De beelden van het vreugdedansje van de Nederlandse militairen na afloop van de zogeheten debriefing in Zagreb en het feit ook dat zij de Servische milities een handje hielpen bij het scheiden van de mannen van de vrouwen en kinderen, hebben het er niet beter op gemaakt. Het geweten knaagt maar door. En dan is er nog dat verdwenen filmrolletje, waarop schokkend geïllustreerd zou zijn dat althans een deel van de Dutchbatters wist wat er gaande was.
Had de commandant dan niet naar buiten mogen komen? De nabestaanden van de 7500 doden hoeft men dat niet te vragen. Hun was bescherming beloofd, niets meer maar zeker niets minder. Zelf durf ik nauwelijks te speculeren over wat er gebeurd zou zijn als de lichtbewapende Dutchbatters teruggeschoten zouden hebben. Geen optie? Was van meet af aan vastberadenheid getoond dan zou dat de Servische belegeraars toch aan het denken hebben gezet. Hoe het ook zij, niemand bleek bereid zijn leven te wagen voor dat van de weinig geliefde moslimbevolking. Tien jaar later hebben de Dutchbatters nog een onderscheiding gekregen, als troost voor alle imagoschade. Overste Karremans stond weer voorop. Hoe pijnlijk allemaal! Eerder waren in ons land een minister-president en een voltallig kabinet afgetreden vanwege Srebrenica. Dat politieke zoenoffer was een gratuit gebaar want het kwam aan het einde van een regeringsperiode. Het leed had het ook nooit weg kunnen nemen. Als in een democratie ‘de politiek’ verantwoordelijk heet voor een humanitaire ramp betekent het in feite dat niemand thuis geeft. Dat is een van de (weinige) nadelen van democratie. Het was de tijdgeest, moeten we machteloos vaststellen; een noodlottige combinatie van euforie om de verdwenen Koude Oorlog en ongeduld met de opleving van feodaal tribalisme in de Europese achtertuin, plus latente moslimfobie.
Na de instorting van het geloof in de heilstaat, het einde van de ideologieën, ging op de drempel van de nieuwe eeuw een redeloos be-