Medewerkers aan dit nummer
jan baeke (1956) is dichter en vertaler. Van hem verschenen meerdere dichtbundels: Nooit zonder de paarden (1997), Zo is de zee (2001), en Iedereen is er (2004). Hij publiceert regelmatig in literaire tijdschriften, waaronder Raster, Tirade, DWB, De Zingende Zaag, De Poëziekrant en Het Liegend Konijn. Baeke is tevens werkzaam bij het Filmmuseum in Amsterdam.
alfred birney (1951) is een nazaat van een kleurrijke Indische plantersfamilie en heeft een gevarieerd oeuvre op zijn naam staan. Behalve romans als Vogels rond een vrouw (1991) en De onschuld van een vis (1995) publiceerde hij de bloemlezing Oost-Indische inkt; 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren (1998) en de polemische essaybundel Het yournael van Cyberney (2001). Najaar 2007 verschijnt zijn novelle Rivier de Lossie. Zie ook www.alfredbirney.nl.
henk mak van dijk (1955), pianist en antropoloog, doet bij het Nederlands Muziek Instituut onderzoek naar Indische sporen in de Nederlandse klassieke muziek. Dit jaar verschijnt van zijn hand het boek De oostenwind waait naar het westen; Over Indische componisten en Indische composities, 1898-1945. Hierin opgenomen is een veel completer verhaal over Linda Bandara. Het lied An Java staat op de in 2005 verschenen cd Indische klassieke liederen, voor zang en piano. Zie ook www.nederlandsmuziekinstituut.nl.
basha faber (1941) studeerde niet-westerse sociologie met koloniale geschiedenis als bijvak. Die koloniale geschiedenis vormt voor haar werk een bron van inspiratie, waarbij ook de eigen Indische familiegeschiedenis aansluit. Zij publiceerde de romans De maagdenmantel (1995), Wisselkind (1998) en De jeugdzonde (2002).
greddy huisman (1934) behaalde in 1966 haar doctoraal geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was werkzaam als docente in het voortgezet onderwijs, aan de lerarenopleiding Ubbo Emmius in Groningen en aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tegenwoordig is ze werkzaam als freelance historica, ze publiceert regelmatig en verzorgt literair-historische lezingen. Haar proefschrift Tussen salon en souterrain. Gouvernantes in Nederland 1800-1940 verscheen in 2000 in een handelseditie.
vilan van de loo is neerlandica en gefascineerd door hetgeen Indische, Indonesische en Hollandse vrouwen schreven en schrijven over Nederlands-Indië. Zij publiceerde onder andere de biografieën ‘Kijk in Kloppenburg!’ (2000) over de beroemde geneeskruidenkenner J. Kloppenburg-Versteegh (1862-1948) en Leven tussen kunst en krant (2004) over declamatrice en journaliste Beata van Helsdingen-Schoevers (1886-1920), en de bloemlezing Indië ongekuist (2004). Momenteel werkt zij aan een biografie van Melati van Java (1853-1927).
Zie ook www.damescompartiment.nl.
arjen mulder (1955) is bioloog en essayist. Recente boeken: Het fotografisch genoegen (2000), Levende systemen (2002), Over mediatheorie (2004) en De vrouw voor wie Cesare Pavese zelfmoord pleegde (2005). Hij is redacteur van De Gids.
frank okker promoveerde op een biografie van de schrijver Willem Walraven, Dirksland tussen de doerians (Amsterdam 2000). Hij publiceerde in De Parelduiker en Indische Letteren over Walraven, Eddy du Perron, Mathieu Corman, Andreï Makine en Madelon Lulofs. Van de laatste bereidt hij een biografie voor.
madelon székely-lulofs (1899-1958), maakte als dochter van een bb-ambtenaar en echtgenote van respectievelijk een Hollandse en een Hongaarse planter intiem kennis met het koloniale leven op Sumatra. In 1931 debuteerde zij met de roman Rubber, waarop verschillende romans volgden; Koelie (1932), De hongertocht (1936), Tjoet Nja Din (1948) zijn wel de beroemdste. Haar werk werd vertaald en verfilmd.
anneloes timmerije (1955) publiceerde o.a. Gemengde gevoelens - erfenis van twee culturen (1993) en Indisch zwijgen (2002). In 2005 verscheen haar fictiedebuut Zwartzuur dat nu is genomineerd voor de Selexyz Debutantenprijs. Eerder werd haar debuut bekroond met de Vrouw & Kultuur Debuutprijs 2006, en genomineerd voor de Anton Wachterprijs 2006 en de Debutantenprijs 2006.