De Gids. Jaargang 170

[p. 314]

Medewerkers aan dit nummer

dr petty bange is universitair docente middeleeuwse geschiedenis aan de Radbouduniversiteit Nijmegen. Zij publiceerde in 2000 een vertaling van Erasmus' Lof der Zotheid, waarvan ter gelegenheid van de boekenweek 2007 de vijfde druk verschijnt. In haar onderzoek houdt zij zich vooral bezig met het laatmiddeleeuwse geestesleven.

simon bottema (1958), pseudoniem van componist Simon Burgers. Schreef orkestwerken, kamermuziek, liederen, elektronische werken, film- en toneelmuziek. In 1995 verscheen zijn roman De rectrix. In april 2007 gaat zijn muziek-theatervoorstelling Windkracht in première.

matthijs van boxsel (1957) is Régent du Collège de 'Pataphysique en hoofdredacteur van De Encyclopedie van de Domheid die inmiddels in zeventien talen wordt vertaald. In juni 2006 is Deskundologie of Domheid als Levenskunst verschenen. Volgende stap is De Topografie van de Domheid waarin alle steden en provincies zijn verzameld die spreekwoordelijk bekend staan als dom.

herman brusselmans (1957) voormalig voetballer, studeerde Germaanse filologie in Gent en werkte korte tijd als bibliothecaris. Intussen schreef hij meer dan dertig boeken - romans en gebundelde columns - waarvan Muggepuut uit 2007 het laatste is.

harm-jan van dam is universitair hoofddocent Latijn aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij vertaalde, naast werken van Erasmus, Latijnse en Neolatijnse poëzie en is redacteur van Filter Tijdschrift over vertalen.

bernard dewulf (1960), journalist, columnist, dichter en kunstkenner, schreef onder meer de dichtbundels Waar de egel gaat (2001) en Blauwziek (2006), en de essaybundels Loerhoek (2006) en Naderingen (over schilderkunst, 2007).

hanneke eggels (1946) is essayist en schrijver van de dichtbundels De weiden van Elske (2000) en Sluier van Europa (2002). Binnenkort verschijnt Een vrije huid. Zie ook www.eggels.com.

luuk gruwez (1953) studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven, was korte tijd leraar Nederlands en leeft sindsdien van de pen. Hij schreef columns, essays, romans en veel gedichten. Voor de autobiografische roman Het bal van Opa Bing kreeg hij de Geertjan Lubberhuizenprijs.

kristien hemmerechts studeerde Nederlandse en Engelse taal en literatuur in Brussel en Leuven, daarna Literatuurwetenschap in Amsterdam. In 1987 debuteerde zij met Een zuil van zout, waarna zo'n twintig romans, verhalen- en essaybundels volgden. Onlangs verscheen de bundel Als een kinderhemd, beschouwingen over verlies. Kristien Hemmerechts schrijft regelmatig recensies voor Vrij Nederland en doceert Engelse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Brussel.

mariëtte haveman is hoofdredacteur van het tijdschrift Kunstschrift, Jeroen Stumpel hoogleraar iconologie aan de universiteit Utrecht. Beiden schrijven regelmatig over kunst en fotografie. Zij zijn getrouwd en hebben twee kinderen.

tom lanoye (1958) woont en werkt in Antwerpen en Kaapstad, en wel als dichter, romancier, columnist, toneelauteur, scenarist en performer. Hij is een van de meest bekroonde Vlaamse auteurs. Zijn twee recentste werken - de roman Het derde huwelijk en het toneelstuk Mefisto for ever (vrij naar Klaus Mann) - werden opnieuw door pers én publiek ‘fel gesmaakt’.

louis th. lehmann (1920) debuteerde in 1939 in het tijdschrift werk en was in de jaren daarna zeer productief, schreef soms een aantal sonnetten per nacht. Zijn eigenlijke liefde ligt bij muziek en dans, en scheepsarcheologie. Hij heeft zijn hele leven gedanst en gecomponeerd; in de scheepsarcheologie is hij gepromoveerd. Toch is hij altijd blijven schrijven en regelmatig verschijnen er nu, na een pauze van dertig jaar, weer dichtbundels. Laatstelijk in 2006 Wat boven kwam.

[p. 315]

k. michel (1958) studeerde filosofie. Publiceerde de verhalenbundel Tingeling & Totus en enkele dichtbundels waaronder Waterstudies (1999) en Kleur de schaduwen (2004).

willem otterspeer is hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Leiden en redactielid van De Gids. Zijn jongste uitgave is Orde en trouw. Over Johan Huizinga (2006).

barber van de pol publiceerde in 2002 het brievenboek Lieve Erasmus; Verkeren met een denker. In 2006 verscheen Zelfportret in columns, een bundeling van de columns die zij van 2001 tot 2006 publiceerde in de boekenbijlage van de Volkskrant. Begin april verschijnt haar roman Leonards lijstjes. Zij werkt momenteel aan een vertaling van Moby Dick.

erika rummel is Professor of History emerita en leidt momenteel het Capito Project aan de universiteit van Toronto (www.wolfgang-capito.com). Zij schreef meerdere boeken over Erasmus en het noordelijk humanisme, waaronder The Humanist-Scholastic Debate in the Renaissance and Reformation (1995), The Confessionalization of Humanism in Reformation Germany (2000) en de biografie Erasmus (2004).

teigetje (Willem Bruno van Albada) & woelrat (Henk van Manen), zijn volgens de reviaanse jaartelling geboren op respectievelijk 15 december 1963 en 2 november 1969. Na het gymnasium studeerde Teigetje onder andere farmacie in Utrecht, Woelrat studeerde sociologie in Amsterdam. Daarna studeerden zij tien jaar aan de ‘Faculteit die Leven heet’ bij Gerard Kornelis van het Reve. In 2008 verschijnt van hun hand Het Liefdesleven van Teigetje & Woelrat.

j. trapman (1944) studeerde theologie in Leiden en Münster. Hij was van 1975 tot 1979 werkzaam bij het ministerie van Algemene Zaken en van 1979 tot 2006 bij het Huygens Instituut (en zijn voorgangers) van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen ten behoeve van de uitgave van de Opera Omnia van Erasmus. Sedert 1 mei 2005 is hij bijzonder hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

annelies verbeke (1976) schreef de romans Slaap! en Reus. Met Slaap! won ze onder andere de Vlaamse Debuutprijs en het Gouden Ezelsoor. Het boek verscheen in vijftien talen. Daarnaast schrijft Verbeke filmscenario's, columns voor nrc Handelsblad en korte essays voor De Morgen. Tijdschriften en bloemlezingen publiceerden korte verhalen van haar hand.

marleen de vries (1966), literatuurhistoricus en onafhankelijk onderzoeker, publiceert sinds 1990 over de literatuur en cultuur van de achttiende en vroege negentiende eeuw. Zij promoveerde op het proefschrift Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800 (tweede druk 2002). Dit jaar verschijnt van haar hand een cultuurgeschiedenis over de achttiende eeuw.

hub zwart (1960) studeerde filosofie en psychologie te Nijmegen, publiceerde onder meer Technocratie en onbehagen: over de plaats van de ethiek in het werk van Michel Foucault (1995), De wetenschapper als auteur (2001), Boude bewoordingen: de historische fenomenologie (‘metabletica’) van Jan Hendrik van den Berg (2003) en Denkstijlen (2006). Hij is hoogleraar Filosofie van de Natuurwetenschappen (RU) en directeur van het Centre for Society & Genomics.

Nota bene

De bijdragen van Herman Brusselmans, Bernard Dewulf, Luuk Gruwez, Kristien Hemmerechts, Tom Lanoye en Annelies Verbeke werden eerder gepubliceerd in de catalogus Lof der zotheid; Hekeling van de menselijke dwaasheid, onder de noemer ‘de zeven hoofdzonden’. De catalogus verscheen in 2006 bij de gelijknamige tentoonstelling in Sint-Niklaas, België, onder redactie van Annemie De Gendt.

Bij de omslagfoto

mark van den brink (1965) fotografeert met een spionagecamera. Dat verklaart het ruwe karakter van de fotoafdruk. Van den Brink vindt de kwetsbaarheid van het oppervlak van het kleine negatief een kostbare toevoeging waardoor de foto bijna een ets of een tekening wordt. Deze foto is uit een serie stillevens van stenen op een krukje. Zowel de stenen als de krukjes verschillen van formaat. Soms is de steen 70 kilo zwaar en de kruk een keukenkruk, soms is de steen gevonden op een grindpad en zijn de poten van het krukje drie lucifers. Die verwarring over techniek, formaat en schaal schept de fotograaf bewust om de kijker te dwingen zijn eigen fantasie te gebruiken.