De Gids. Jaargang 170(2007)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 286] [p. 286] K. Michel Staartveren Uit de ruis doemt een signaal op. ‘Vanwaar die stilte, neem toch deel.’ Ik leen de wekkerradio mijn oor, aha de premier spreekt. ‘Verlicht advies bevlogen visies, vergezichten, draag bij beste mensen, ik ga voor goud.’ Met een plof landt door de brievenbus de krant, ligt uitgeput op de mat. Voorzichtig vouw ik de vleugels open. ‘Vogels verliezen veren bij aanval bewijst langdurig Deens onderzoek. Op de stuit - voor roofvogels het meest gebruikte aangrijpingspunt - blijken bij populaire prooivogels de veren aantoonbaar losser te zitten.’ Kijk, dat is nou natuurlijke selektie zeg ik tegen Poes die zachtjes khr-khr voor het raam zit, trial and error, een wijs advies van moeder natuur Poes, waarmee we ons voordeel mogen doen denk aan de staart van de hagedis. [pagina 287] [p. 287] Appendix: ‘De nieuwe data maken ook een ouder idee actueel, stuitveren kunnen bij een aanval flink in 't rond stuiven - Poes luistert met onpeilbare blik - ornithologen beweerden eerder al dat dit vertoon net als van de inktvis de inktwolk zou dienen om aanvallers te verwarren.’ [pagina 288] [p. 288] Dat was gisteren en nu loop ik op blote voeten uit de golven door het schuim over de zandplaat rennen met de allerbeste bedoelingen ren ik over het strand door de duinen de naaldbossen voorbij de bollenvelden het stoomgemaal langs het nevelige grasland de droomsloom varende koeien de rijen ijle populieren zwaaiend naar de bushaltes de stapels bietenkoppen de tractors de eenzame trimmers de voortuinen de badjassen de oranje klaarovers in de buitenwijken langs de spiegelende kantoren het parkeergroen door het winkelhart en de tralala muziek naar het multimediavergaderpark knikkend naar de portiers bij de theatrale publieksingang wuivend naar de gastvrouwen achter de koffietafels glijd ik de branding van de zaal binnen om door het gladioolrode gangpad ontspannen maar beheerst als een man van de wereld ook naar de microfoon te lopen [pagina 289] [p. 289] en leven en laten leven denkend mijn mond open te doen om (met alle respect)(naar mijn mening) ook eens flink uit te varen en plots te ontdekken dat de microfoon sprekend lijkt op een donkergrijze opgezette papegaai ruis grintpad keelgeschraap een ch-ch-ch dat maar geen harde G wil worden boven de deinende hoofdenzee dat hij zei dat jij zei dat wij zweven stofjes in het strijklicht het mag het kan niet zo zijn dat komma's arabesken uitroeptekens storing ik tik met mijn wijsvinger 123 op de microfoon met een licht knikje schrikt de papegaai op en kraakt ‘op onze planeet gelden meningen als de allerrrr laagste vorm van leven’ Vorige Volgende