een brief luisteren is geen onbewuste keus, moeder, geschreven woorden zijn heel anders dan uitgesproken zinnen, het lezen is dan luisteren. Lees hem goed, op een heldere ochtend na het ontbijt, met een lekker kopje thee in je hand, in alle rust, en lees hem nog een keer als je jezelf opgewekt naar de telefoon ziet lopen, hard nadenkend over wat je mij precies moet zeggen. Dat zal ons beiden heel goed doen.
Ik ben geen moeder, daarom geef ik zonder moeite meteen toe dat ik de heftigheid van je gevoelens voor mij, als mijn moeder, niet goed kan beoordelen in je argumenten. Zich zorgen maken is misschien taak nummer één voor een moeder. Al mijn vriendinnen die kinderen hebben, proberen mij telkens weer dat urgente gevoel van moeders uit te leggen. Ter verdediging van jou, vanzelfsprekend. Dat het kind primair door de moeder beschermd moet worden, en dat dit gevoel een leven lang blijft. Beschermen, zeg ik tegen mijn vriendinnen, is iets anders dan non-stop je moederlijke zorgen uitspreken. Dat kan er uiteindelijk toe leiden dat het kind, in ons geval ik dus, het vertrouwen in zichzelf verliest. Daarnaast verlies ik veel van mijn veerkracht, die ik nu juist heel hard nodig heb om hier te kunnen blijven overleven, zoals ik tot nu toe gedaan heb, zonder op te gaan in deze samenleving die ik, geef ik toe, op vele punten ook afkeur. Maar lieve moeder, er is, geloof ik, geen samenleving in de wereld van vandaag die me geen stofzuiger lijkt met als enige bouwreden om mensen van hun persoonlijkheid te beroven. Men gelooft niet meer in een eigen ziel, je mag niet in je eigen onsterfelijkheid geloven. In je gedachten misschien wel, maar niet als je iets wilt bereiken in het leven, als je realistisch bent en met beide voeten op de grond in de wereld wilt staan. Zo is dat hier in Europa waar ik woon, maar ook daar in Turkije waar jij woont. Precies dezelfde vloek ligt aan het fundament van alle samenlevingen van vandaag: de ziel is een door God verzonnen ballast die een mens niet kan dragen, verzonnen door een god die zelf ook was verzonnen door de mens die nog altijd maar één essentiële strijd voert: de strijd om zijn individuele vrijheid. Je zult daar niet makkelijk mensen vinden die dat willen toegeven. Want men gelooft in Turkije in God, dat zeggen wij, men gelooft dat de mens meer is dan zijn vergankelijke lichaam, zo zien wij het, de
Turken. Maar juist ook wij bouwen samenlevingen waarin de mens tot een vloek voor de wereld gereduceerd wordt. Er is dus geen betere samenleving. Maar er zijn misschien wel mooiere landen. Ach, moeder, geloof mij, ik kan nergens echt zijn en daarom ben ik hier en niet daar. Omdat ik als een filosoof uit de eenentwin-