ze vandaan kwamen, in Centraal-Anatolië, en moest hem gelijk geven - de vrouwen daar kijken je gewoon midden in je gezicht aan; hier zijn ze meer op hun hoede, kijken weg met een frons, defensief. Maar hoe zagen ze zichzelf eigenlijk? Hoe waren Nederlandse Turken?
Daarmee had ik ze even stil. Maar al snel kwam een van hen, een jonge vrouw, met het verlossende woord: ‘Gewoon! Dat zijn heel gewone mensen!’
Ik ken in Haarlem een Turks gemeenteraadslid, dertig jaar oud en in Nederland opgegroeid, die me meermalen vertelde hoe je met je identiteit een spel kon spelen. Daar was hij achter gekomen toen hij samen met een vriend van Nederlandse afkomst een jaar in Engeland studeerde. Ze hadden daar met z'n tweeën flink zitten afgeven op de Engelsen. Alles was bij ons zo veel beter: het eten, de gezondheidszorg, het parlementaire systeem, de trein. Hij was daar Nederlander geweest, terwijl hij hier een Turk onder de Nederlanders was. Het wij en zij, daar kon je dus mee spelen, begreep hij toen. Heel amusant vond hij dat.
Hij kon het nog sterker vertellen. Twee jaar geleden bezocht hij voor het eerst Istanbul. Tot dan kende hij alleen de streek waar zijn ouders vandaan kwamen: boerenland rond een stadje dat in de zomer zeker dubbel zo groot werd als de ‘Europeanen’, zoals ze daar genoemd werden, hun jaarlijkse vakantie kwamen vieren. Hij ging naar Istanbul met een weekendarrangement, en hij had er versteld gestaan. Zo veel verschillende soorten mensen als hij daar had gezien! Rijk en arm, en alles daartussenin; moslims, joden, christenen, noem maar op. En dan nog de verschillen in etnische afkomst. Hij had ook nooit geweten dat er zo veel gradaties in fundamentalisme bestonden. ‘Je gaat je dan wel afvragen: wie ben ik eigenlijk?’
Zo'n vraag kan tot oeverloze bespiegelingen leiden, maar hij was er snel mee klaar: ‘Voor mij is het heel eenvoudig. In Nederland ben ik een gewone Turk, en dat wil ik weten ook - daar hoort een speciale cultuur bij die ik goed ken. Maar een gewone Turk in Istanbul is iets heel anders. Daar heb je ze in soorten, daar heb je heel veel keus in levensstijlen. Ik ben blij dat ik hier woon, dat ik niet hoef te kiezen.’
Over die speciale cultuur van de Nederlandse Turken waren we het eens. Hij vond geldingsdrang het opvallendste kenmerk. Bij mannen en vrouwen. De mannetjesmakerij springt het meest in het oog. Turkse baasjes - het lijkt alsof dat soort mannen altijd een lange zware jas los over de schouders heeft, zodat ze niet lopen maar