Wat me opvalt, is dat wanneer de toelating van Turkije tot de eu ter sprake komt, altijd weer de film Midnight Express wordt uitgezonden, een film waarin inderdaad sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen in Turkse gevangenissen.
Mensenrechten? Of is het waar mensen in geloven?
Een Nederlandse vriend van mij die politicus is zei: ‘Turkije mag er van mij best bij, maar dan moet het land eerst in tweeën gedeeld worden, Koerdistan en Turkistan, en dan moeten de Turken van geloof veranderen, bijvoorbeeld voor het christendom of het jodendom kiezen, en de komende tien jaar even stoppen met zich voortplanten. In dat geval zie ik geen enkele reden waarom Turkije niet bij de eu zou mogen.’
Er is geen enkele politicus die zoiets publiekelijk zou durven zeggen.
Maar feiten liegen niet, zo is het toch?
Het is struisvogelpolitiek, net zoals de werkelijkheid waar politiek voor staat.
De mensenrechten worden misbruikt omdat die een politiek correcte, dus acceptabele reden vormen. Veranderen van geloof, het land in tweeën hakken, dat kunnen geen argumenten zijn, hooguit wensen, die nooit in vervulling zullen gaan.
Maar Turkije heeft wel veel te bieden. De meeste Europeanen veroordelen Turkije vanwege de twee miljoen Turken die sinds de jaren zestig in Europa rondlopen. En dat valt misschien ook wel te begrijpen.
Maar Turkije is meer: niet alleen is het dus een brug tussen Azië en Europa, er zijn ook grondstoffen, een waterkrachtcentrale die Irak en Syrië van water voorziet, landbouw, mensen die openstaan om te leren en te werken, et cetera. En naast dit alles, veel belangrijker: het is het enige moslimland met scheiding van kerk en staat, waardoor het liberaal functioneert. Het Westen zou Turkije wat kunnen bijbrengen, en andersom.
De hele wereld zou een Unie moeten zijn, zodat iedereen van elkaar kan leren en elkaar kan helpen en steunen. Dat gebeurt ook wel - maar een verdrag tekenen met verwachtingen, rechten en plichten, dat is toch iets anders.
Maar hij ligt niet ver weg, de dag dat Turkije zal zeggen: ‘Wie mij niet wil, wil ik ook niet.’ Of eigenlijk is dat al gesuggereerd...