trasterende elementen: een allegaartje van monarchisten en republikeinen, protofascisten en socialisten, anarchisten en aristocraten, intellectuelen, burgers en arbeiders, en vooral soldaten en kunstenaars. Futuristen, schrijvers, kunstenaars en andere gekken, antikapitalisten en vrijheidsstrijders uit de gehele wereld werden door ‘het baken van Fiume’ aangetrokken, door de lokroep van vrijheid van godsdienst en vrije liefde, volledige gelijkstelling tussen de geslachten, basisloon, rechtsbijstand, gezondheidszorg en pensioen gelijkelijk voor iedereen; permissief nudisme en homoseksualiteit, drugsgebruik en doodsverachting. Zaken die ook in die grondwet zo geregeld werden. Een grensoverschrijdende manier van leven, voor elk wat wils, kleurrijk en klankrijk als een operette, en, eerlijk gezegd ook even ridicuul als de lichtste Muze.
Ondertussen was er de politieke werkelijkheid. De geallieerden lieten het aan de regering-Nitti in Rome over om de zaken af te handelen, en die legde rond de stad een blokkade aan. De naar vrijheid en vertier hunkerende bevolking had het werk allang neergelegd. De minimaatschappij draaide uitsluitend op feesten en draaiorgels, parades en blaaskapellen; zij werd gevoed door redevoeringen en bulletins. Het voornaamste wapen tegen het georganiseerde vaderland was het belachelijk te maken. De algemene houding een me-nefregismo - je-m'en-foutisme in het Frans. ‘Me ne frego’ was het motto van de legionairs en de Arditi.
D'Annunzio: ‘Gisteren, toen ik een Ardito zag, donker en droog als zijn dolk, die het wapen van Fiume stond te bestuderen, vroeg ik hem: “Weet je wat dat betekent, Indeficienter?” En hij antwoordde gelijk: “Dat betekent Me ne infischio, signor Comandante.”’ Motto's, emblemen en deviezen, symbolen en vaandels werden door D'Annunzio aan de lopende band geproduceerd.
Als tegenwicht voor de door Wilson gecreëerde Volkerenbond riep de Comandante de Lega van Fiume in het leven, waarin alle door het kapitalisme onderdrukte volken van de wereld verenigd moesten worden, van de ‘ontoombare Sin Feinn in Ierland tot aan de rode vlag die in Egypte de Halve Maan met het Kruis verenigt en de Palestijnen’.
Fiume was de stad waar leven en liefde moesten samenvallen, stad van en voor avant-gardekunstenaars, stad zonder wetten en zonder gezagdragers of handhavers van orde en gezag, stad zonder kerkhoven en zonder banken, een stad waarin de symmetrie van de straten doorbroken moest worden en geen huis op een ander huis mocht lijken. De droom van de toekomst was in veel opzichten een terugkeer naar een voormaatschappelijke wanorde.