taak weggelegd, maar ook een rol die wij nu als in hoge mate betuttelend zouden ervaren, teneinde duidelijk te maken dat proletariërs geen proleten hoeven te zijn. Vensters in de woningbouwblokken van de Amsterdamse School zo hoog aanbrengen dat de bewoners niet alsmaar naar buiten zouden staren en dus hun uren nuttiger zouden besteden - dat soort dingen.
Daarin is echter gaandeweg de klad gekomen naarmate enerzijds de toen nog algemene canon van levenskwaliteitsnormen verbleekte en anderzijds de gigantisch toegenomen welvaart in het Westen de bevolking de mogelijkheid verschafte om zich van die betutteling steeds minder aan te trekken. Was vroeger helder wat de klassieken waren die iedereen moest kennen, in samenhang met het geleidelijk verbleken van oude standsverschillen in een ideologisch toenemend egalitaire samenleving werd alles evenveel waard, en iedereen zijn eigen norm. Wie ben jij, om te bepalen dat Mozart grotere muziek maakte dan André Hazes?
De jaren-zestigangst om voor elitair versleten te worden, werd vervolgens opgevolgd door de jaren-tachtigangst om voor niet-flitsend versleten te worden. De commercialisering van het vrijheids-ideaal in de hedendaagse vermaaksindustrie - goed is wat veel verdient - leidde er steeds meer toe dat de smaak van de massa de doorslag geeft: waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Het opmerkelijke is daarbij dat het in Nederland juist de klassieke burgerijpartij is, de vvd, die daarbij vooropliep, en net als de gezondverstandkrant ondanks haar lippendienst aan Het Gymnasium met haar volkse ongeletterdheid koketteerde: met Geertsema, die zei dat hij literatuur maar tijdverkwisting vond, met Wiegel, die ‘natuurlijk’ geen interesse voor kunst had, met Nijpels die als lievelingslectuur strips, en met Zalm die als lievelingshobby de flipperkast opgaf. Bolkestein stond in zijn eigen partij intellectueel vrij alleen.
In combinatie met de hedendaagse aanbidding van de manager leidt dit ertoe dat (vak)kennis overbodig en soms zelfs verdacht is geworden - en dat niet de beste, maar de domste snel in aanzien staat. Iedereen kan immers eigenlijk alles, en als dat niet zo is, dan zijn de normen te streng. Niets is bedreigender voor het ego van de onwetenden dan iemand die al wel iets weet. Kijk naar tv-programma's als Big Brother: je kunt niets en je weet niets, maar je bent desondanks toch even wereldberoemd en dat is je democratische recht. De welvaart houdt grote delen van de bevolking in een roes van maatschappelijke onnozelheid, omdat onze economie steeds meer op de vrijetijdsindustrie drijft. Dat beïnvloedt onvermijdelijk ook het politieke bedrijf, dat via de media in de strijd om de tijd van