De Gids. Jaargang 169
(2006)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 881]
| |
De kikkers vragen een koningEr leefden eens kikkers in een moeras die gek werden van elkaars gekwaak. Ze vroegen Jupiter om een koning die orde op zaken zou stellen. Lachend wierp de oppergod een stuk hout in het moeras. Na van de schrik te zijn bekomen, onderzochten de kikkers de vorst van dichtbij om hem vervolgens te bespotten. Toen vroegen zij Jupiter een echte koning, waarop hij een waterslang in het moeras wierp, die alle kikkers opvrat (Babrius, Fabels). Hier zien we de beide uitersten van onze maatschappij: democratie kan in anarchie omslaan; monarchie kan leiden tot dictatuur. Moraal: de democratie bestaat bij de gratie van een koning, op voorwaarde dat hij een knuppel is. | |
De paradox van de democratie: het moerasIn de democratie ligt de heerschappij bij het volk. Maar wat is het volk anders dan een verzameling onderdanen? Daar ligt het probleem: het volk kan niet tegelijk heerser en onderdaan zijn. Zo verhindert het volk zichzelf een volk te worden. Maar die zwakte is tegelijk de kracht; democratie bloeit in het gekwaak, in het permanente debat over de volkswil. In de democratie is het conflict geïnstitutionaliseerd. Iedere oplossing is voorlopig. Democratie is het product van een reeks boeotische pogingen greep te krijgen op de democratie. Het gevaar bestaat echter dat het debat ontaardt in een anarchie die definitief een einde maakt aan de democratie. Daarom mag de plaats van de beslissers, die de plaats van de idiotie is, niet te lang vacant blijven. | |
[pagina 882]
| |
De kern van de domheidWat is het hoogtepunt van de democratie? De dag dat het volk zich kan uitspreken. Tijdens de verkiezingen gaat het niet om argumenten of ratio. Denk om te beginnen aan de invloed van het weer op de uitslag... De kandidaten handelen uit eigenbelang. Het gaat hun om roem, macht of bevrediging van hun idealisme. Bovendien trekken ze alle registers van de retorica open, ze spelen op sentimenten, angsten. En ook de kiezers gaat het om hun verre van democratische, veeleer anarchistische opvattingen. Bovendien laten ze zich opmerkelijk snel door hun emoties meeslepen. Een kleine misstap vlak voor de verkiezingen kan een uitstekend politicus fataal worden. Niemand neemt kennis van de partijprogramma's. Zij die wel stemmen uit democratisch eergevoel worden door de overigen voor sullen uitgemaakt. Sterker nog, deze scherpslijpers kunnen een gevaar vormen voor de democratie: degene die de democratie wil rationaliseren, die de kiezer voor deze gaat stemmen een intelligentietest wil voorleggen, stuurt aan op een dictatuur van het intellect. Streven naar volledige redelijkheid leidt tot antidemocratische maatregelen. Alleen de wil tot domheid, de wil zich over te geven aan het irrationele toeval maakt de democratie mogelijk. | |
Kwa-kwa-kwaliteit: de slangDe democratie kent nog een ander gevaar. De democratie berust op het geloof dat degenen die door het volk zijn gekozen op grond van hun kwaliteiten, rationeel zullen regeren. Maar wie beoordeelt de kwaliteiten van degene die de kwaliteiten beoordeelt? Er is geen ultieme garantie voor de geschiktheid van de heersers. De democratie wordt kortom gekenmerkt door de lege plaats van een onmogelijke soevereiniteit. De verkiezingsuitslag wettigt een onderdaan tijdelijk de macht uit te oefenen als plaatsvervanger van een onmogelijke heerser. De plaats van de macht kan niet worden bezet door een werkelijke machtsfiguur, zonder de democratie in een verstikkende dictatuur te veranderen. Succesvolle politici vormen het grootste gevaar voor de democratie! | |
De knuppelHoe het dilemma op te lossen? Door de domheid een plaats te geven! Hier biedt de constitutionele monarchie de oplossing, omdat de koning evident misplaatst is in een democratie. Als anomalie maakt de koning de domheid tastbaar, de mislukking tegen de ach- | |
[pagina 883]
| |
tergrond waarvan de democratie een succes kan worden. De vorst belichaamt niet het Volk, hij weet het volk tot een eenheid te smeden door de onmogelijkheid van de democratie te belichamen. Ons gezond verstand zegt dat de vorst zo wijs, bekwaam en moedig mogelijk moet zijn. Het tegendeel is waar. Omdat zijn autoriteit zuiver formeel is, doen zijn kwaliteiten niet ter zake. Hij moet alleen zijn handtekening zetten onder wetten die door de ministers zijn voorbereid. Het gevaar is dat de rol en de persoon van de vorst elkaar gaan overlappen, en de illusie ontstaat dat zijn autoriteit rationeel is gefundeerd. De kloof tussen zijn symbolische rol en zijn feitelijke talenten kan niet groot genoeg zijn. Daarom moet de rol van staatshoofd worden toebedeeld aan een knuppel die op irrationele gronden als teeltkeus en voortplanting op die plaats belandt. Het is een geruststellende gedachte dat Juliana, Charles en Albert praten met ufonauten, bomen en dolfijnen. En anders moet de vorst slim genoeg zijn zich van den domme te houden. Bij publieke optredens dient hij zich (tegen een vorstelijke beloning) als een houten Klaas te gedragen.
matthijs van boxsel Over de domheid van democratie
|
|