naast hem stond. ‘Ik ben voor die vrouw daar gekomen.’
En terwijl hij zijn arm uitstrekte wees hij naar Mari Pepa.
‘Voor mij?’ riep Mari Pepa uit terwijl ze in de lach schoot om een huivering te onderdrukken en een vreemd gevoel dat door haar hele lichaam was geschoten. ‘Kom maar mee dan.’
En ze voegde er brutaal aan toe terwijl ze de bezoeker recht in de ogen keek: ‘Dat is me ook wat moois! Ik durf te wedden dat ik na twee weken honger te hebben geleden niet meer weet hoe ik moet eten.’
‘Des te beter,’ antwoordde de jonge man.
En tegen de oude vrouw die was blijven staan: ‘Wegwezen jij, jij hebt hier niets meer te zoeken.’
En terwijl zij zich naar de kamer daarnaast begaven had de vrouw die getuige was geweest van dat onwaarschijnlijke tafereel nauwelijks tijd om te beseffen wat er was gebeurd.
Dit was een gebeurtenis van jewelste. De Matrozenpop moest wel denken dat ze droomde.
‘Wie is dat? Ken jij hem?’
‘Jazeker, en jullie ook! Dat is de Bink!’ En met enige angst in haar stem: ‘Hier staat iets te gebeuren.’
Het nieuws dat het de Bink was - dat zeer speciale heerschap dat bij de publieke vrouwen van Madrid befaamd was om wapenfeiten die even onwaarschijnlijk waren als die van een romanheld van Alexandre Dumas - die bij hen te gast was en die Mari Pepa had uitverkoren, maakte diepe indruk en deed de nieuwsgierigheid dusdanig toenemen dat alle dames, in weerwil van de strikte orders van hun madam, op hun tenen naar de kamer slopen.
Het was me nogal wat. Met het oog op de reputatie van ongevoeligheid van de Matrozenpop en de reputatie die de Bink genoot kon het niet anders of er zou een duel gaan plaatsvinden tussen twee partijen die niet voor elkaar onderdeden.
Er was niets te horen. Er heerste een diepe stilte in de gesloten alkoof; en terwijl de stilte aanhield voelden de nieuwsgierige vrouwen hoe hun beklemming en hartslag toenamen.
Ineens klonk er een scherpe kreet, een kreet van verbazing, van verdriet maar ook van blijdschap; een kreet die niets had van de menselijke onomatopeeën en die in een bepaald opzicht leek op de schrille geluiden die bij dieren worden geslaakt door het wijfje dat wordt onderworpen door het mannetje wanneer dit haar binnenste stukscheurt. Zo'n kreet die zelfs de luchtmoleculen lijkt te verbrijzelen en die een heftige irritatie veroorzaakt bij eenieder die hem hoort. De prostituees verbleekten en keken elkaar aan.
Die kreet kenden ze allemaal, ze hadden hem allemaal geslaakt; het was als het vervaarlijke kraken van poolijs dat eindelijk afbreekt, ge-