| |
| |
| |
| |
| |
| |
Jelena Tsjernikova
De gouden ezelin
Het zesde verhaal van de reisgenoot in de nacht
Het gebeurde in een droom die ze ooit had.
Het halfduister van een kolossaal auditorium. Op het podium in de spots bevindt zich een spreker. Onder de spreker bevindt zich een spreekgestoelte. Op het spreekgestoelte bevindt zich een enorm groot boek. Vanaf iedere stoel in de zaal is te zien hoe groot en serieus het is.
De spreker houdt een lezing: ‘Het bereiken van het orgasme onder huiselijke omstandigheden.’ In de zaal zitten stellen, er zitten ook alleenstaande burgers en burgeressen. Allemaal willen ze een orgasme.
Na de preambule verneemt het publiek dat de lezing vandaag zal gaan over het vrouwelijk orgasme, die ongrijpbare tegenstander, en dat in de zaal alleen zij moeten blijven zitten die dat direct betreft.
... Een interessante droom.
Heldere kleuren, zoals in de bioscoop bij een goede kopie van de film, maar om de een of andere reden zijn de personages niet correct gekleurd: de spreker heeft een felgroen gezicht en karmijnrode handen. De gezichten van de toeschouwers hebben de meest uiteenlopende kleuren: wit, zachtgroen, lila, roze, donkerblauw, beige, mauve, smaragdgroen - allemaal een andere kleur.
Na de nadere bepaling van het onderwerp is niemand de zaal uit gegaan. Ze blijven zitten luisteren.
De spreker: ‘Wij zijn hier vandaag bij elkaar gekomen, of beter gezegd, u bent hier vandaag bij elkaar gekomen om in staat te worden gesteld voortvarend en definitief een einde te maken aan die schandvlek op onze tijd, die bezoedeling van het lichaam der mensheid, die zweer op het oppervlak van onze maatschappij en zelfs daarbinnenin, die beschaming, die smeerlapperij, die laagheid, die verrotting, die onzindelijkheid, die pure monsterlijkheid - kortom, u begrijpt het al, ik doel op het ontbreken van het vrouwelijk orgasme onder de brede massa's van de bevolking.
Waarom zouden onze mensen minder zijn dan de hunne? Waarom kom je bij hen het vrouwelijk orgasme zogezegd tegen bij iedere stap die
| |
| |
je zet - in de metro bijvoorbeeld, hoewel zij die ondergrondse noemen, in de winkels, die daar shops heten, in de keuken, in het bad, in het ziekenhuis, zelfs in kraamklinieken en bij de bouw van objecten met en zonder woonfunctie?!
Kortom, het is tijd dat ook wij klaarkomen, geachte dames.
Geachte heren. De lezing van vandaag heeft een praktisch wetenschappelijk karakter. Maak uw dames gereed.’
In de zaal klinkt geritsel, gefluister, in de ogen staat onbegrip - gereedmaken, hoe dan?
‘Mag ik iets vragen?’ roept een man met een donkergroen gezicht.
‘Natuurlijk, natuurlijk,’ zegt de spreker vriendelijk.
‘Ik ben hier alleen, zonder wederhelft. Wat moet ik doen?’
‘Ofwel uw ogen dichtdoen en uw verbeelding gebruiken als ik aanwijzingen geef, ofwel de vrouwelijke schaamstreken op de naburige stoelen observeren. Ik zal langzaam spreken, u hebt tijd om zowel links als rechts te kijken en dat te vergelijken. Gaat u zitten.’
‘Mag ik nog iets vragen?’ Een dame op leeftijd, haar gezicht de kleur van zachtgekookt eigeel, steekt haar hand op. ‘Ik leef eigenlijk alleen. Hoe moet dat nu?’
‘O, u hebt het gemakkelijker dan de anderen. U hebt uw probleem helemaal in eigen hand. Over het algemeen genomen hebt u helemaal geen probleem. Dat hebben de mensen die als echtpaar leven of dat van plan zijn. U moet luisteren en alles onthouden. En beide kanten op kijken. Ja, en u moet zeker ook zelf actief worden als ik aanwijzingen begin te geven. Zo neemt u de stof sneller op. Nog meer vragen? Ja, u daar, alstublieft.’
Een bleke jongeling staat op.
‘Ik ben hier met mijn verloofde,’ en hij legt zijn hand op de schouder van een jonge vrouw met een wit gezicht, die onder zijn aanraking ook half uit haar stoel komt. ‘Wij gaan binnenkort trouwen, maar we zijn nog niet begonnen met ons gezamenlijke seksuele leven.’
‘Pardon, het is me niet duidelijk of u beiden maagd bent of apart van elkaar een seksueel leven hebt,’ antwoordt de spreker.
De jongeling kijkt schuchter opzij naar zijn meisje, zij zit een kanten zakdoekje te verfrommelen. Hij staat even naar de vloer te kijken.
‘I-ik weet het niet,’ antwoordt de jongeling opeens.
‘Dat is helemaal niet erg, hoor,’ stelt de spreker hem gerust. ‘Bij ons hebben de mensen al die vooroordelen ook niet nodig. Voorop staat dat het cement van het gezin het vrouwelijk orgasme is. En als uw bedoelingen rein zijn en u serieus van plan bent te gaan samenwonen, kunt u nu meteen beginnen te trainen. Dat kan geen kwaad.’
‘Maar hoe kan ik haar nu gereedmaken, als we tot nu toe nog nooit...’ De jongeling staat op het punt te gaan huilen.
| |
| |
‘Dat is niet erg. Uw verloofde is allang gereed, ik zie het hiervandaan. Ik voel aan dat ze een goede vrouw voor u wordt. Jongedame, doet u alstublieft zelf uw rok omhoog. Dank u. Heel goed. Alle andere dames in de zaal, doet u hetzelfde.’
De bleke jongeling laat zich in zijn stoel vallen. Ter hoogte van zijn ogen gaat het rokje van zijn verloofde langzaam omhoog. De jongeling kijkt om zich heen: in de zaal is alles in voorbereidende beweging gekomen. De dames die een rok dragen, hebben die snel omhoog gedaan en staan op aanwijzingen te wachten. De dames die in een broek zijn gekomen, trekken die haastig uit, zodat ze in hun kniekousjes staan of in geladderde panty's. Eén in een panty zonder ladders.
‘Uitstekend. En trek nu alles uit wat nog de toegang tot uw schaamstreek afsluit. Voortreffelijk. Ga nu met uw achterste deel op uw stoel zitten en doe uw voorste deel enigszins omhoog. Uw benen mag u van mij over uw armleuningen leggen of op de rugleuning van de dichtstbijzijnde stoel en gewoon wijd doen. Zo, dat u prettig zit. Het voornaamste is dat uw gehele streek zichtbaar moet zijn voor uw partner en de toegang ertoe maximaal onbelemmerd moet zijn.’
Als in de zaal geen dame meer onvoorbereid is, zet de spreker een leesbril op en slaat het boek open. Hij kijkt het begin door, bladert koortsachtig door het eerste hoofdstuk, het tweede, het derde... Het boek is leeg. De tekst is weg. Het mannelijke publiek verwacht aanwijzingen, het vrouwelijke publiek ongekende orgasmen.
Ik doe het wel uit mijn hoofd, denkt de spreker.
‘Het vrouwelijk orgasme werd reeds toegepast door de slavenhouders van het antieke Rome,’ begint hij op zekere toon. ‘En zelfs bij de aanleg van de waterkrachtcentrale bij Bratsk...’
Heer, wat heb ik nu? Het wordt de spreker koud om het hart. De mensen zitten stil te wachten. De spreker bladert koortsachtig verder door het boek en opeens - o wonder! - beginnen er lettertjes tevoorschijn te komen op de verafgelegen bladzijden van de foliant. En er valt al iets van te onderscheiden. Hij tuurt ernaar, zucht opgelucht, veegt zijn bezwete voorhoofd af en spreekt plechtig: ‘Vandaag behandelen wij het inleidende deel en het voorbereidende deel. Geachte heren, let op de volgorde van uw eerste handelingen. Bekijk het landschap dat zich voor uw blik uitspreidt aandachtig. Als zich voor uw blik niets uitspreidt, kijkt u naar de stoel naast u.’
De mannen in de zaal keren zich allemaal tegelijk naar links of naar rechts en werpen een blik op het landschap.
‘Met de moderne techniek,’ vervolgt de spreker, ‘kunnen wij heuse wonderen verrichten.’ Na die woorden drukt hij op een knop op het spreekgestoelte en het vloeroppervlak in de zaal wordt opeens veel groter, zodat de mannen de mogelijkheid krijgen om te manoeuvreren met
| |
| |
hun stoelen. Sommigen bevinden zich recht tegenover het landschap, anderen ontdekken dat hun stoel langer is geworden en de vorm heeft aangenomen van een behaaglijk ligbed.
‘Wat ziet u met uw eigen ogen? Het vrouwelijk geslachtsorgaan, waarnaar u zelden kijkt. U weet natuurlijk dat zich in het midden een opening bevindt, waarin u min of meer regelmatig uw eigen geslachtsorgaan plaatst als u een toestroom van bloed ervaart en een bepaald zwaar gevoel. Wat levert dat u op? Een snelle of wat minder snelle - dat verschilt per persoon - verlossing van het genoemde zware gevoel na het uitstorten uit uw innerlijk van meerdere of wat minder porties - dat verschilt per persoon - van een vloeistof, die sperma heet. Wat doet u gewoonlijk hierna? Sommigen vallen meteen in slaap. Anderen - zij vormen een minderheid - gaan zich snel wassen. Sommigen wassen hun orgaan met water en zeep, anderen zonder zeep, weer anderen met wodka samen met hun vrienden.
Enkelen - maar dat zijn echt enkelingen - stellen de dame eerst een retorische vraag - of ze het lekker vond - en vallen pas daarna in slaap of gaan zich wassen. Zoals u zich allemaal heel goed herinnert, antwoorden de dames doorgaans dat ze het heel lekker vonden. Wat kunnen ze anders zeggen?
En inderdaad: er zijn geen slachtoffers gevallen of vernielingen aangericht, de kinderen zijn in het algemeen gezond, ze had het avondeten op tijd klaar, ze heeft de was, de schoonmaak - er gebeurt van alles. Dat is bij getrouwde stellen.
Bij ongetrouwde stellen haast de dame zich naar huis. Of ze voelt een toevloed van liefde. In één woord, ook zij heeft u niets te zeggen.
Maar eigenlijk zou ze een zaligheid moeten ervaren die de uwe zo'n tien keer in hevigheid overstijgt...’
In de zaal beginnen misnoegde mannenstemmen te roezemoezen. Het gemopper zwelt aan.
De mannen zijn getroffen door de woorden ‘tien keer’. Hoezo tien?
Onder de vrouwen wordt aanvankelijk vreeswekkend gezwegen, daarna beginnen ze aandacht te schenken aan de gestalten in het grijs die zijn verschenen in alle deuropeningen van de zaal en op de vensterbanken. De gestalten zijn gekleed in grijze broeken, grijze jasjes, grijze overhemden en grijze dassen. Hun gezichten zijn ook grijs. Met de handen op de rug, de voeten uiteen, staan ze vast op hun plaats.
De spreker bemerkt de verwarring in de zaal en licht toe: ‘Maakt u zich niet bezorgd. Ter ondersteuning van onze beginselen is er een delegatie van de internationale seksuologische commissie naar ons toe gekomen. Seksuologie, dat is... Laat maar zitten. Eerst de seks. Wie van u weet wat dat is? Wie? Steek uw hand op. Wie?’
| |
| |
Na enig nadenken steekt de verloofde van de bleke jongeling met haar witte gezicht haar hand op: ‘Ik studeer aan de universiteit op de afdeling Romaanse en Germaanse talen. Ik weet het nog: seks, dat betekent geslacht. Eigenlijk is het sexus.’
‘O, ik snap het,’ bemoeit de alleenstaande dame met het gele gezicht zich ermee. ‘Het zijn mensen van een vleesfabriek. Maar waar komen die voor?’
‘Dat heb ik toch gezegd?’ antwoordt de spreker nerveus. ‘Ter ondersteuning. Maar hun organisatie kan alleen in zeer beperkte zin een vleesfabriek worden genoemd. De volledige naam luidt’ - hij pakt een papiertje uit zijn binnenzak - ‘Globale seksuologische toezichtpolitie.’
‘Maar waarom politie?’ In de zaal beginnen ze onrustig te draaien op hun stoelen.
‘Ze zijn hierheen gestuurd ter observatie van het proces van algehele mondiale implementatie van het vrouwelijk orgasme, in het bijzonder onder huiselijke omstandigheden. Ik ben geassocieerd lid en extern correspondent van de organisatie. Er is een verordening uitgevaardigd: alle vrouwen dienen op de kortst mogelijke termijn het orgasme te leren ervaren. Tegen elke prijs. En die zullen wij uitvoeren, koste wat het kost.’
‘Maar wat is dat dan?’ windt iedereen zich op. ‘Wees eens duidelijker.’
‘Het orgasme is de hoogste graad van genotservaring, die zich voordoet op het moment van voltooiing van de geslachtsdaad,’ leest de spreker ritmisch op uit zijn enorme boek.
‘Op het moment van voltooooiing?’ kweelt de verloofde jongeling teleurgesteld. ‘En eerder mag het niet?’
‘Ha ha, dat is juist het punt, dat dat niet mag. Bij mannen niet. Althans, enig genot mag zich wel voordoen tijdens het proces, maar de hoogste graad uitsluitend bij de voltooiing, waarbij de hoogte van die hoogste graad ook relatief kan zijn. Maar dan de vrouwen, die hebben het heel goed voor elkaar. Zij kunnen wel of niet een orgasme hebben en dat helemaal naar eigen inzicht. Maar ze kunnen genot ervaren zoveel ze maar willen, zowel op het moment van voltooiing als aan het begin, in het midden en wanneer ze maar willen, of gewoon net doen alsof ze het ervaren. Voor vrouwen, ziet u, is genot niet per se verbonden met het orgasme. Zij zijn te vrij in hun keuze van genotsinstrumenten. Mannen dulden al enkele eeuwen achtereen hun afhankelijkheid van hun eigen bijna onstuitbare zaadlozingen en van de grillen der vrouwen. Maar aan ieder geduld komt een einde. Bij ons op de planeet heeft een toenemende groei en vermenigvuldiging plaats van de haarden der democratie nu moet ook de gelijkheid der geslachten aanbreken. In het bijzonder bij het bereiken van orgasmen. Laat nu ook de vrouwen hun portie orgasmen maar eens krijgen.’
Er treedt een taaie, waakzame stilte in. De dames, die al voorbereid
| |
| |
waren, maar onverwacht hebben vernomen dat ze bepaalde ongehoorde privileges hebben en meteen ook dat het verlies daarvan nu onvermijdelijk is, bewegen heimelijk hun knieën en halen hun hielen van de armleuningen, terwijl ze zenuwachtige blikken op de deuren werpen. De grijze gestalten op de vensterbanken en in de deuropeningen doen een stap naar voren en gaan onheilspellend met de pink op de naad van hun broek staan: er worden langwerpige grijze voorwerpen zichtbaar, stevig vastgeklemd in de rechterhanden van de grijze gestalten. ‘Wat moeten jullie? Wat doen jullie hier?’ klinken er van alle kanten verbaasde kreten. De vrouwen houden nog steeds hun dijen niet stil.
‘Formatie herstellen!’ snauwt een autoritaire metalen keel uit onzichtbare luidsprekers.
De mannen in de zaal schrikken op door die onverwachte verschijning van nog een personage, dat bovendien onzichtbaar is, en de vrouwen gillen, roepen ach en wee en beginnen hun slipjes en rokken weer aan te trekken.
‘Formatie herstellen! Dat is een bevel.’ De ijzeren stem commandeert scherp en overtuigd, in de wetenschap dat verzet nutteloos is. ‘Opletten! Met het aantrekken van hun ondergoed en bovenkleding schenden de vrouwen op dit moment een beschikking van het Internationale Democratische Seksuologische Congres. Ik ben de Voorzitter van het Congres. Met uw ongegronde paniek hindert u onze vertegenwoordiger - hij staat op het podium - bij het voltrekken van de wil van het Congres. Wij hebben ook versterking gekregen van de seksuologische politie. Zij hebben in hun hand - richt uw blik op hun rechterhanden - de nieuwste apparaten, ontwikkeld door onze geleerden en goedgekeurd door het Congres...’
Het publiek in de zaal begrijpt dat niemand er zomaar onderuit zal komen. De ijzeren stem komt van alle kanten.
‘... Ja, dat hebt u goed begrepen. Van alle kanten,’ bevestigt de ijzeren telepaat. ‘In iedere zitplaats in deze zaal bevinden zich een microfoon, een videocamera, een luidspreker en andere microtechnische apparatuur; daardoor kunt u mij zo helder horen en daardoor kan ik al uw bewegingen zien en kan ik niet alleen ieder woord en iedere zucht horen, maar ook iedere gedachte. Allemaal uitkleden!’ snauwt de Voorzitter en de grijze gestalten heffen de langwerpige voorwerpen op.
De spreker op het podium, onuitsprekelijk verheugd door de internationale steun, zet zijn bril af en begint geconcentreerd de glazen te poetsen met een flanellen doekje. Het gebeuren in de zaal gaat over alle grenzen heen: de dames die in het leven gewend zijn geraakt zich te onderwerpen aan de vaste wil van de man, wat die wil ook moge inhouden, trekken fatalistisch en zonder veel verbazing alles uit wat ze hebben kunnen aantrekken, gaan in hun stoelen liggen, doen hun benen om- | |
| |
hoog en spreiden hun dijen zo wijd ze kunnen.
Het onervaren, maagdelijke vrouwvolk roert zich: waar is hier de uitgang? Het grapje heeft nu lang genoeg geduurd en ik vind eigenlijk dat we nu wel weg kunnen, schat, ik ben zo ook gelukkig. Hun begeleiders geven echter geen blijk van massale solidariteit: sommigen storten zich op hun meisje om haar zelf uit te kleden, anderen proberen het met vermaningen: het moet, lieverd, volgens mij moet het echt! en weer anderen zijn haastig hun broek aan het uittrekken...
De alleenstaande dames en alleenstaande mannen kijken hulpeloos heen en weer van het spreekgestoelte naar de grijze voorwerpen in de grijze handen van de politie, terwijl ze koortsachtig hun rokken en broeken optillen en laten zakken.
‘Ik heb het u gezegd,’ klinkt de ijzeren stem op de toon van een laatste waarschuwing, ‘allemaal uitkleden, zonder uitzonderingen. Mijnheer de spreker, u moet het voorbeeld geven.’
De spreker laat zijn bril op het spreekgestoelte vallen.
‘Ja. U ook,’ bevestigt de stem, ‘omdat u met uw inleidende praatje veel kostbare tijd hebt verspild, omdat wij tevoorschijn moesten treden om het initiatief in handen te nemen, omdat u alles zelf moet demonstreren - vanwege het niet volledig uitvoeren van het besluit van het Congres.’
‘Maar ik... k-kan zelf niet... waar mensen bij zijn...’ De afschuw van de spreker doet het half ontblote publiek goed. Alle ogen in de zaal zijn op het podium gericht.
‘U wordt wel geholpen,’ zegt de ijzeren stem op spottende toon. ‘Sergeant twaalf-twintig, laat de vergadering het apparaat in werking zien.’
Een van de grijze gestalten marcheert naar het podium. De zaal wacht gebiologeerd af. De sergeant heft zijn hand op en richt het apparaat op de spreker.
| |
Besluit van het zesde verhaal van de reisgenoot in de nacht
Sergeant twaalf-twintig knijpt zacht in het langwerpige grijze voorwerp en het spits toelopende uiteinde brengt een lange, smalle lichtstraal voort. Die raakt de kleren van de spreker en het nette pak van de ongelukkige verandert in een bruine toga; zijn herenschoenen worden sandalen, zijn bril stijgt op boven het spreekgestoelte, vliegt drie rondjes om zijn hoofd, wiekend met de pootjes, strijkt neer op zijn achterhoofd en transformeert zich daar tot een kleine hoofdtooi van blaadjes.
In de zaal roept men eendrachtig ach en och en kijkt onwillekeurig even naar elkaar. De sergeant richt de straal op de zaal - en dan is er iets om naar te kijken. Op de vrouwen verschijnen hier en daar barokke tatoeages, allemaal ergens anders: op hun voeten, hun handpalmen, hun
| |
| |
billen; over de hele rug van de jonge verloofde studente strekt zich een harige Japanse zwarte weduwe uit. Bij de mannen is de beharing volledig veranderd: rafelige baardjes zijn gelijkgeknipt, wangen die hun stoppels kwijt zijn glanzen, het okselhaar is en masse verdwenen, nagels hebben geen rouwrandje meer - in één woord, alles is stukken opgefrist en boven de rijen zweeft de geur van Franse parfums en eau de colognes.
‘En, heren inboorlingen,’ laat de ijzeren gebieder zich weer horen, ‘bevalt het?’
De verbijsterde inboorlingen draaien zwijgend hun hoofden van links naar rechts, snuiven voorzichtig de geur op, kijken eens naar elkaar, krimpen ineen.
De spreker op het podium haalt onhandig zijn schouders op en zijn bruine toga glijdt op de vloer. Er zit een halfdoorzichtige, donkerroze tuniek onder, die evenmin erg goed hangt om zijn organisme, dat niet gewend is aan een uitrusting zonder knopen. De sergeant mikt ergens rond het midden van dat organisme en knijpt nog eens zacht in het langwerpige grijze voorwerp.
Het lichtstraaltje tekent een grillig patroon op de tuniek - en de tuniek valt precies langs de lijnen van de tekening uit elkaar. En valt ook op de vloer, boven op de bruine toga. De spreker is nu volledig naakt, afgezien van de sandalen en de blaadjes op zijn kruin.
De straal kronkelt om des sprekers blauwige waardigheid, die zich terug probeert te trekken in een niet bestaand hoekje, en richt zich op de piepkleine, bijna onzichtbare opening. De eigenaar van de waardigheid roept ‘au’ en bedekt zijn eigendom met zijn handen. Dan bevestigt de straal om beide polsen van de bescheidene lichtgevende armbandjes en trekt zijn armen opzij en omhoog. Een komische kruisiging. Na het opstellen van dit aanschouwelijke voorbeeld keert de sergeant zich naar de zaal en laat de straal langs de rijen gaan, en meteen stijgen er vanonder alle dames net zulke stralen omhoog naar het plafond. Op de gezichten staat daarentegen de zoveelste schrik te lezen.
‘Maakt u zich geen zorgen. Kijk naar het scorebord, dat zit op het plafond.’ Conform het nieuwe bevel van de ijzeren leider kijkt iedereen omhoog. ‘Ziet u de nummers? U ziet ze heel goed. Dat zijn de nummers van uw achtersten. In uw intiemste diepten heeft sergeant twaalf-twintig hartstochtmeters aangebracht. Over twee, drie minuten, als uw partners u hun manhaftigheid gaan demonstreren, zal onze apparatuur de etappes van uw weg naar het doel registreren - en dat doel, herinner ik u, heet “orgasme” - en na afloop van het proces zal het hele plaatje zichtbaar zijn in z'n meest onverhulde en eerlijke vorm. Aan de eerste ronde nemen alleen degenen deel die als paar zijn gekomen. Ook de alleenstaanden die hier een paar hebben gevormd nemen deel. Alleenstaanden die alleenstaand zijn gebleven slaan de eerste ronde over om de
| |
| |
etherische ruimte vrij te houden van storingen, veroorzaakt door de uitstralingen van masturbatie. Bereid u voor!’
De spreker, uitgestrekt ter algemene beschouwing, doet een poging zijn polsen te bewegen. De sergeant draait zich abrupt naar hem om en drukt hard in het langwerpige grijze voorwerp. Een dikkere lichtstraal zuigt zich vast aan de opening van de sprekerswaardigheid en pulseert zwak. De spreker kwaakt en doet zijn ogen dicht.
‘Oogleden omhoog!’ beveelt de ijzeren stem. De spreker spert zijn ogen wijd open. ‘En zo blijven staan. Sergeant, ga door met de demonstratie.’
De sergeant gaat onverstoorbaar verder. De lichtstraal begint sterker te pulseren. Het armetierige orgaan van de spreker recht zich snel en neemt een paarse tint aan. De toeschouwers merken op dat het buitenproportioneel gegroeid is, wel zo'n vijftigmaal meer dan voorzien door de anatomische wetenschap. Als één man krijgen de mannen in de zaal ogenblikkelijk een solidaire erectie.
De fysionomie van de spreker vormt helemaal een onmogelijk schouwspel. Zijn op commando opengesperde ogen, zijn mond met de dunne lippen verkrampt in een paroxisme van plotseling genot - het gezicht van de proefpersoon vertrekt zich iedere seconde tot een nieuwe grimas, de culminatie breekt echter onverwacht aan: de middelste spot licht heel fel op en in dat licht tekent zich over het hele podium een bijzonder feestelijk beeld af: de wonderbaarlijk gegroeide waardigheid van de spreker werpt met een krachtige stoot een parelmoeren fontein naar het plafond, met daarbovenop iets wat opwolkt en rondwervelt en lijkt op de hoed van een paddestoelwolk. De proefpersoon doet ondanks het bevel zijn ogen dicht, schokt een paar keer met zijn hele lichaam en blijft dan met een zachte, opgeluchte kreun in de handboeien hangen.
De lichtstraal van de sergeant kalmeert onmiddellijk, laat de opening van de spreker los en richt zich op de zaal. De stem verkondigt met ijzeren klank: ‘We beginnen met het onderricht. Eerst een test. Heren mannen, als ik “drie” zeg, vangt u aan met de coïtus. O ja, pardon,’ lacht de stem, ‘wie weet wat dat is, coïtus?’
Stilte.
‘Dan maken we het simpeler: als ik “drie” zeg, begint u met de dames te doen wat u gewoonlijk doet als u hen in een dergelijke houding ziet. Dames, bent u allemaal klaar voor de start?’
De dames kijken naar elkaar: ja. Ze liggen in hun stoelen en op de ligbedden, de benen omhoog, de knietjes uit elkaar, de handen op de naad van hun broek. Of eigenlijk zijn er natuurlijk helemaal geen naden, aangezien de dames allemaal au naturel zijn.
‘Heel goed,’ prijst de ijzeren leraar, ‘en nu allemaal luisteren. Eén!’ Het wordt wat donkerder in de zaal. ‘Twee!’ Er klinkt zachte, kabbelende muziek. ‘Drrrie!’
| |
| |
De wat oudere mannen vlijen zich, nadat ze in hun handen hebben gespuugd en gewreven, boven op hun dames neer en sturen met opeengeklemde kaken hun fallus de schuchtere schoot van hun partner in, het intreden vergemakkelijkend met hun handen. Als ze op het object hebben postgevat, zetten ze allemaal een ritmische aanval in en jakkeren zonder variaties in tempo richting finish. De dames onder hen sluiten eendrachtig de ogen en doen hun best om niet te storen.
De wat jongere heren houden, alvorens de fallus te plaatsen, hun vrouw enkele seconden bij de borst vast, strijken met hun handen over haar buik en betreden daarna haar schoot. En trekken van leer. Hun dames, even onbeweeglijk als die in de eerste gewichtscategorie, doen van tijd tot tijd hun hielen bij elkaar achter de rug van hun partner en doen ze vervolgens weer uit elkaar, en dat een paar keer.
De jeugd gedraagt zich verschillend. De bleke jongeling begint zijn verloofde meteen op haar mondje te kussen; hij neemt daarvoor plaats bij haar hoofdeinde en draait haar gezicht naar zich toe. Hij streelt haar over het hoofd. En hij waagt het zelfs om een van haar knietjes aan te raken - hij kan niet bij het andere, aangezien de jongedame haar benen bijna in een spagaat heeft gespreid.
Drie energieke, zwartharige burgers met donkere gezichten zetten om te beginnen hun wederhelft vlot op handen en knieën, strelen haar billen, spreiden die uiteen, pakken hun orgaan vast en brengen het in, meteen tot de volle lengte. De dames onder hen roepen eendrachtig ‘au’ door de scherpe pijn, waardoor ze de koningen der natuur zo opwinden dat het die zwart voor ogen wordt, de koningen voeren nog drie, vier stoten uit en lossen hun schot, brullend van verrukking.
Het alleenstaande deel van het gezelschap bekijkt de handeling met enige belangstelling; de dame met het gele gezicht loopt zelfs naar een stel uit de oudere groep toe en steekt meelevend de haarspelden van de dame beter in haar wat scheefgezakte wrong.
Een alleenstaande man kijkt afkeurend naar het gedrag van de inventieve zwartharigen, maar zijn afkeuring maakt plaats voor bedenkelijke verbazing als hun afsluitend gebrul weerklinkt - daarin is een zekere onbepaalde betekenis te horen, een vreemd geheim. Zo zou magma bruisen, zo zouden de golven van de branding over elkaar heen storten, zo zou een steenlawine laag grommend een wit schaapje wegvagen van een zwerfkei aan de oever van een snelstromende bergrivier... Als dergelijke beelden bij de alleenstaande observator van deze exotica zouden kunnen opkomen.
En er worden nog veel meer van zulke handelingen gepleegd in de zaal! Hoornen brillen vallen op de vloer, horlogebandjes raken los, sommige dames houden confuus hun handjes voor hun borsten of schikken hun kapsels; een is er zelfs gedurende de loop der zaak met haar hand
| |
| |
over de vloer onder het ligbed aan het tasten, op zoek naar haar tasje - ze wil haar neus poederen en haar lippenstift bijwerken - maar stopt daar juist op tijd mee, aangezien haar minnaar juist op dat moment ejaculeert. Zij weet weliswaar niet dat het zo heet, maar neemt wel het beëindigen van het proces waar.
Er is anderhalve minuut verstreken sinds het woord ‘Drie!’ De halve zaal heeft de test al afgerond. Nog een minuut of twee, drie en de manifestatie is ten einde. De heren verheffen zich zuchtend en steunend en kijken naar het plafond. De dames blijven besluiteloos in hun uitgangspositie liggen, met uitzondering van de drie die in gebruik zijn geweest bij de zwartharige burgers. Zij komen overeind op hun knieën, vegen hun achterste af en gaan met vertrokken gezicht op één bil op de rand van hun ligbed zitten. De kabbelende muziek verstilt, de schemering maakt plaats voor volle belichting.
‘Tjonge jonge,’ weerklinkt de ijzeren stem, ‘dat is niet niks... Kijkt u eens naar het scorebord, heren.’
Iedereen kijkt.
‘Naast ieder individueel nummer ziet u nu een getalsmatige indicatie van, laten we zeggen, het hartstochtresultaat.’
‘Maar er staan alleen maar nullen!’ verwoordt de bleke verloofde jongeling de evidente waarheid.
‘Maar ze hebben verschillende kleuren. Waarom?’ mengt de vrouw met het gele gezicht zich in het gesprek.
‘De nullen, mijne heren, zijn indicatoren van het niveau van het vrouwelijk orgasme in alle gevallen, zonder enige uitzondering,’ licht de ijzeren leraar toe.
‘Wat? In mijn geval ook?’ schrikt de spreker op.
‘O, pardon, collega, ik was u even vergeten. Sergeant, bevrijd ons aanschouwelijk voorbeeld. U, collega, staat niet vermeld op het scorebord. Wat u betreft is alles toch wel duidelijk.’
De sergeant richt de lichtstraal op de spreker, de handboeien verdwijnen, de toga, de tuniek en de sandalen transformeren zich tot het oorspronkelijke pak met knopen, das en schoenen, de hoofdtooi van blaadjes valt uit elkaar en wordt een bril.
‘De witgekleurde nullen, geachte vrouwen, betekenen dat de aanwezigheid van het mannelijk geslachtsorgaan in uw organisme voor u pijnloos, spoorloos en zonder gevaar heeft plaatsgevonden. U bent niet zwanger geworden, u hebt geen kwalijke ziekte opgelopen en u hebt de hele procedure überhaupt niet waargenomen, hoe die ook is verlopen. De witgekleurde nullen maken, zoals u ziet, de helft uit.’
‘Dat is toch prachtig,’ zegt de dame met de haarwrong onzeker.
‘De roze nullen,’ vervolgt de stem zonder aandacht aan haar te besteden, ‘duiden op een zeer vaag genoegen bij de dames, gecombineerd
| |
| |
met welwillendheid. Roze is ongeveer vijfentwintig procent van de nullen. Dat is bij jonge echtgenotes na een jaar huwelijk en tevens bij zeer rijpe dames met de ervaring van twee, drie decennia echtelijk leven.’
Een grijsharige veteraan kijkt vertederd naar zijn medestrijdster en zij beantwoordt zijn blik met een begrijpende glimlach.
‘Kijkt u nu naar de drie nullen met de diepste kleuren. Twee pikzwarte, ze glanzen helemaal, en één helderrode. Deze drie vertegenwoordigen het resultaat van het optreden van de drie zwartharige, donkere burgers, die klaarblijkelijk niet van hier zijn. De zwarte zijn een weergave van de verontwaardiging van de vrouwen over hun grofheid, de rode een soort masochistische vervoering, maar ik heb nu geen tijd om die term uit te leggen. Het is evengoed een nul.’
De donkere burgers horen het volstrekt onbewogen aan.
‘De groenige, blauwige, grijzige en overige vaag gekleurde nullen, waarde heren, zijn verschillende graden van verveling en irritatie, vermengd met ongeduld - wanneer houdt dit eens op?’ De ijzeren stem neemt niet de moeite om de percentages te geven, maar alles is zo ook al duidelijk.
Het publiek voelt zich enigszins terneergeslagen; de verloofde studente, die bij haar eigen nummer simpelweg een doorhaling ziet staan, vraagt verontwaardigd: ‘Is uw scorebord stuk bij mijn nummer?’ terwijl ze haar spagaat handhaaft.
‘Nee, schatje, maar met u is ook niets gebeurd. Zelfs formeel niet. Uw verloofde is impotent.’
‘Wat betekent dat?’ vraagt de jongedame bezorgd, terwijl haar knieën eindelijk in beweging komen.
‘Dat betekent dat u zonder onze democratische missie naar uw land niet alleen nooit een orgasme zou hebben gehad, maar ook geen kinderen,’ verklaart de stem plechtig. ‘Hebt u begrepen, heren, wat onze elementaire test heeft aangetoond?’
De heren houden zich stil.
‘Uw dames komen niet klaar. Ze kunnen het niet en ze willen het niet eens. Dat laat u uiteraard koud, u weet niet eens dat zoiets wel eens gebeurt. Maar de hele geciviliseerde wereld heeft zijn vrouwen allang zover gebracht, terwijl in uw land louter onfatsoen heerst. Wij maken daar vandaag definitief een eind aan.’
‘Maar waarom?’ vraagt de veteraan opeens.
‘Uw land verstoort het civilisatieproces. De wereldgemeenschap wordt niet alleen verenigd door economische activiteiten. Zij berust in de eerste plaats op een seksuele eenheidspolitiek. Daar, in de gemeenschap, weet iedere man waarom een vrouw in bed gaat liggen: voor een orgasme. Maar u en uw vrouwen gaan in bed liggen om de meest verschillende, wonderlijke redenen. Bij u is bijvoorbeeld de mythe ge- | |
| |
naamd “liefde” zeer invloedrijk. Voor de mannen is het arbeid, besteding van energie, verlies van zaad - en voor de vrouwen, ziet u, is het liefde! Heb medelijden met uzelf, geachte mannen. Zorg dat uw vrouwen orgasmen hebben en geen enkele gedachte aan liefde zal nog bij ze opkomen! Een vrouw die geconcentreerd is op haar eigen orgasme, dat is het ideaal. Ze is altijd tevreden, het is een volledig ander mens: vrij, opgewekt, dapper. Bij ons in de wereldgemeenschap is al lang geleden een standaard ingevoerd: alvorens in het huwelijk te treden, verrichten de examinandi de geslachtsdaad in aanwezigheid van een toelatingscommissie. In de potentiële pasgehuwde vrouw wordt een speciaal snoertje aangebracht en met meetapparatuur wordt de graad van haar bevrediging geregistreerd. Als die lager is dan negenennegentig procent wordt het stel terug naar huis gestuurd om zich verder te bekwamen. Dat ene procent wordt hun vergeven, want wij zijn democratisch. De potentiële bruidegom is verplicht zijn verloofde tot een zacht, automatisch orgasme te brengen en pas daarna worden ze in de echt verbonden.’
‘Pardon,’ laat de verloofde jongeman zich horen, ‘ik ben, zoals u het uitdrukte, impotent. Dat kan zijn; ik heb het niet uitgeprobeerd. Maar als u mij kunt uitleggen wat uw examinandi doen om hun doel te bereiken en waarom dat nu eigenlijk zo belangrijk is... Aan het begin van de bijeenkomst van vandaag, nog voordat u verscheen, heeft de mijnheer op het podium gezegd dat vrouwen zelf kunnen kiezen of ze behoefte hebben aan dat verhipte gedoe of niet...’
‘Een uitstekende vraag!’ giechelt - voorzover hij dat kan - de ijzeren stem. ‘Ik heb u toch gezegd: de vrouw moet niets kiezen. Mannen kiezen al heel lang niet: zij komen eerzaam klaar. De vrouwen hebben een laatste rudiment van vrijheid behouden, en dat is juist die keuze. En dat is verboden door de Verordening. Dan de vraag wat zij ervoor doen. Dat zit technisch prachtig in elkaar. Hij laat de jongedame een film zien, waarin een voorbeeld wordt getoond. Hij koopt in een speciale winkel verschillende hulpmiddelen, masseert elke dag verschillende plekjes aan de oppervlakte van haar lichaam en erbinnenin en wrijft ze in met speciale zalven. Zij is zelf, in de tijd die ze overhoudt van zijn behandelingen, verplicht die plekjes onafgebroken te masseren en tevens rubberen voorwerpen in haar vagina te plaatsen in de vorm van zijn lid. Daarna gaan ze opnieuw naar de commissie.’
‘En als ze niet slagen?’ vraagt de verloofde studente.
‘Des te erger voor hen. Ze hebben al verklaard dat ze een paar zijn. Als dat paar uiteenvalt, dan hebben zij ten eerste de staat misleid door zich tot hem te wenden met een lichtzinnig verzoek om een gezin te mogen stichten; ten tweede kunnen ze - allebei - een tweede paar vormen, waarbinnen zij herhaald lichtzinnig gedrag zullen vertonen. Ten derde, als ze niet op tijd naar de commissie gaan, worden ze bezocht door de
| |
| |
seksuologische politie - zoals u vandaag door die sergeants - en onder dwang zowel naar de speciale winkel gebracht als naar de intakelocatie. Bij de voltrekking van het huwelijk zijn ze verplicht om voor een bepaald bedrag aan bonnetjes van die winkel te overleggen. En het voornaamste is dat ze de Verordening hebben geschonden. En dat is een misdrijf. Daarvoor worden ze opgesloten in de seksuele gevangenis.’
‘En hoeven ze daar geen orgasmen?’ vraagt de jongedame schuchter.
‘Ik heb toch gezegd: geen orgasmen, dat mag nergens. Al helemaal niet in de gevangenis. Het is een algemene gevangenis. In één ruimte, in tweeën gedeeld met gaas, zitten de overtreders: aan de ene kant de mannen, aan de andere kant de vrouwen. Aan het begin van de dag worden de vrouwen op speciale trainingstoestellen gezet en worden hun vagina's volledig gevuld met een opblaasbaar hulpstuk, op al hun erogene punten - ik leg later wel uit wat dat zijn - worden elektronische vibromassageapparaten aangesloten, die op halve sterkte worden ingeschakeld. Als dat na een uur nog niet heeft geholpen, worden ze op driekwart van het vermogen gezet. En als ze na nog een uur niet is klaargekomen op volle kracht. En dat tot aan de avond. Als ze klaarkomt, blijft de apparatuur evengoed werken. Dan komt ze nog maar eens klaar. En in die tijd observeert haar onsuccesvolle partner het proces door het gaas en houdt zich bezig met zelfbevrediging. Dat mag hij doen zoals hij maar wil, maar hij is verplicht zichzelf voor het eind van de dag tien keer te bevredigen. U zegt dat dat moeilijk is? Ja, maar daar is het ook een gevangenis voor. Je mag de staat niet misleiden.’
‘En bent u van plan om ook bij ons zo'n gevangenis te bouwen?’ informeert een alleenstaande dame, die nog steeds alleenstaand is.
‘U, mevrouwtje, betreft dit niet direct. U bent geen deel van een paar. U misleidt noch de staat, noch uw echtgenoot - die hebt u gewoon niet -, noch de commissie, noch de politie. U bestaat niet als seksuele eenheid in de maatschappij. Maar ik zal u toch antwoord geven. Wij hebben geen tijd om gevangenissen voor jullie te bouwen; als dat nodig is, kunnen jullie het zelf wel. Wij geven een spoedcursus. Dit is heel moderne precisieapparatuur die in één sessie zelfs totaal frigide personen kan genezen, dat wil zeggen, koude, ach, hoe kan ik u dat uitleggen - niet toerekeningsvatbare, o god, incompetente! nee, dat is het niet... die helemaal geen vrouw zijn. Kijk, eerst is het helemaal geen vrouw, maar wát een vrouw wordt het dan, snapt u? En dan degenen die al enige aanleg hadden, die behalen helemaal gemakkelijk de overwinning met onze apparatuur.’
‘En bij de mannen blijft alles zoals het was?’ vraagt de veteraan.
‘Dat spreekt vanzelf. Wat kan er veranderen bij de mannen? Hun historische ontwikkeling is reeds lang voltooid. In het antieke Rome kwamen de mannen net zo klaar als bijvoorbeeld bij de aanleg van de Baj- | |
| |
kal-Amoer-spoorweg. De vrouwen voelen hun straffeloosheid heel goed. Hoeveel eeuwen behouden ze zich al niet het recht voor om te kiezen: wel of niet klaarkomen? Ze kunnen koelbloedig met een man flirten zonder belang te stellen in zijn potentie, omdat ze weten dat ze ieder moment kunnen overstappen van wellustige gevoelens naar een imitatie daarvan, waardoor zij langer leven. Ja, ja, dat is ook een punt. In een maatschappij met gelijke kansen is geen plaats voor zulke listigheid. Het is genoeg geweest.’
‘Maar ik wil het mijn vrouw helemaal niet moeilijk maken,’ zegt de veteraan verontwaardigd, ‘laat zij maar doen wat ze leuk vindt. We hebben ons hele leven in eendracht samengeleefd zonder die dingen, we hebben kinderen, vijf kleinkinderen, ze is een goede vrouw, echtgenote, moeder, grootmoeder - wat moet zij nou met die apparatuur van jullie! Zo is het toch, Katja?’
‘Zo is het, Senja,’ reageert zijn medestrijdster.
‘Een gebrek aan beschaving. Ik begrijp dat de inboorlingen zich in verschillende regio's vaak vastklampen aan hun verouderde gewoonten. Dat is normaal. Maar voor die gevallen zijn bij ons zelfs geen reservaten voorzien. De Verordening maakt geen onderscheid tussen grootmoeders en schoolmeisjes. Iedereen moet, zo is het besloten. Gelijkheid voor alles!’ zegt de ijzeren leider enthousiast.
| |
Volgende poging tot besluit van het zesde verhaal van de reisgenoot in de nacht
‘Gelijkheid?’ schreeuwt iedereen. Dat woord heeft iets wat het publiek na het doorstaan van de test erg op z'n hoede doet zijn.
Een alleenstaande man, die niet heeft deelgenomen wegens gebrek aan wederhelft, staat op en zegt, wrijvend over zijn neusbrug: ‘Een school voor zinnelijke genoegens, die in ons land niet tot ontwikkeling is gekomen, kan niet worden opgericht met geleende recepten. En ze kan niet worden ontwikkeld met geleende methodieken. Wij meten ons met een eigen lat. Daarin dient men slechts te geloven.’ Hij trekt zijn colbertje recht en gaat weer op zijn plaats zitten.
‘U kunt beter uw mond houden, mijnheer de filosoof,’ merkt de ijzeren stem streng op. ‘Uw tijd is voorbij.’
‘Ik kan mijn mond niet houden,’ zegt de filosoof terwijl hij weer opstaat, ‘gelijkheid hebben wij al doorlopen, in één moeite door met vrijheid en broederschap. Dank u. U kunt wat mij betreft weer vertrekken. Wij kunnen het zelf.’
‘U denkt niet door, beste man,’ zegt de stem venijnig, ‘u denkt überhaupt niet na. U veronderstelt toch niet dat wij van elders zijn “aangekomen”? Wij zijn een stolsel van de behoeften van de civilisatie, wij zijn ge- | |
| |
materialiseerde ideeën, onontleedbaar en onverwoestbaar.’
‘Maar wij hebben nog geen civilisatie, we hebben alleen nog maar cultuur. Zo hebben wij het liever.’ Hij spreidt expressief zijn armen in het bewustzijn van zijn overwicht.
‘Dat maakt niet uit, daar valt wel iets aan te doen,’ zegt de ijzeren stem spottend. ‘Mijnheer de spreker, laat de inboorlingen de film zien. Het is tijd.’
In de zaal wordt het onmiddellijk donker. De achterwand van het toneel licht op, het doek, dat wie weet waar vandaan is gekomen, gaat open, in de zaal ruikt het opnieuw naar parfum, eau de cologne en nog iets prikkelend zoets, niemand weet wat.
Op het scherm beweegt iets, geheimzinnig en onverklaarbaar. Het komt in focus. Een kussen. Het gezicht van een vrouw. Een fel opgemaakt gezicht met halfopen lippen. Een blik omhoog. Gekreun. De camera daalt van haar hals naar haar borst. Op haar linkerborst rust een verzorgde mannenhand. Op de rechter een vrouwenhand met rode, fatale klauwen. De camera gaat heen en weer langs haar oksels, langs haar buik, langs haar benen, die tijdens de opname uit elkaar bewegen, en zuigt zich vast - close-up - aan de geraffineerd bijgeschoren schaamstreek.
Vanuit de zaal stijgt een kakofonie op: angst, verontwaardiging, de vervoering van de ontdekking, haat, afgunst, afschuw. Schaamte. Allemaal in één groot geluid. In koor.
De laaghartige camera blijft kijken en likt iedere cel van het vreselijke rode orgaan af, waarvan de kaders boosaardig donkerrood worden en beginnen te glanzen van tranen, die rap naar buiten stromen uit het verward-vlezige midden van het plaatje. Een bijzonder dikke traan vult opeens het hele beeld en - wordt ogenblikkelijk afgedekt door iets grofs en stevigs. Fade-out. Het volgende beeld. Een beetje van opzij. Arbeid: een fallus, blauwachtig van verdwazing, stoot zich in het nauwe haardje... Een seconde, nog een, en de camera richt zich op de gezichten. Zij schreeuwt, haar benen schokken epileptisch, haar ogen zijn dicht, dan zwoel opengesperd en weer dicht. Zijn gezicht: onherkenbaar verkrampt, dan zalig, bijna debiel ontspannen. Een pauze. En opeens.
Zij weer. Hij is een ander. Zij met een zoet glimlachje en weer met halfopen mondje. Teder, met twee vingertjes, brengt ze zijn toebehoren van achteren bij zichzelf in, ze beweegt met haar kontje, vertrekt haar gezicht en verbergt met een zeer geschoold gekreun haar gezicht in het kanten laken, schokkend met haar hele minuscule, kanten lichaam. Het scheelt niet veel of het publiek huilt van medeleven.
‘Ziet u wel?’ vraagt de stem.
‘Ja,’ antwoordt de alleenstaande filosoof voor iedereen, ‘ze zouden haar ergens mee moeten toedekken...’
| |
| |
‘Och. Verdomme. Jullie zijn stupide. Jullie snappen het niet. Sergeant, nog een keer.’ De stem is nu van steen.
De sergeant stapt het proscenium op, brengt zijn hand met het langwerpige grijze voorwerp omhoog, richt het de zaal in en beweegt het heen en weer. Achter zijn rug spelen paren van kant spelletjes die de toeschouwers niet kennen, ze bekijken zichzelf, bekijken elkaar, kreunen, vertrekken expressief hun gezichten, maar de zaal bekijkt het agressief en drukt - in z'n geheel - de wens uit om nu eens hem, dan weer haar toe te dekken.
‘Jullie zijn barbaren en idioten,’ sist de ijzeren stem, ‘we gaan methode één op jullie toepassen. Ik ben jullie moe. Sergeant! Methode één!’
De sergeant haalt zijn schouders op, drukt een paar knoppen op het voorwerp in, checkt het op een kleine monitor, richt dan het nieuwe programma op de zaal en knijpt hard in het grijze voorwerp.
De film verdwijnt. Het licht gaat uit. De laatste vloeiende muziek verstomt. Alles verstilt. Het duister wordt zwart. Een minuut lang staat de wereld stil. Niemand begrijpt wat er nu gaat gebeuren. De stem zegt opeens: ‘Onthoud deze minuut. Wij zijn gekomen. Jullie snapten het niet. Wij hebben jullie gezegd: wij zijn gekomen. Jullie stribbelen tegen. Onthoud: jullie zijn verdoemd. Jullie zullen de Verordening uitvoeren, of jullie langgerekte vaderland, waar onze gemeenschap zo genoeg van heeft, zal worden vernietigd. Ik doe een beroep op jullie patriottisme. Kijken!’
De sergeant beweegt de straal heen en weer. De sergeant beweegt. De sergeant.
‘Oooo!!!’ breekt het los uit de droge kelen van de toeschouwers. ‘Wat is dit!’
De ijzeren stem schaterlacht. Het publiek zit te schreeuwen in het donker. Dan lichten alle lampen fel op en aan de blik van de vergadering vertoont zich een weergaloos tafereel: zittend, liggend of staand, allemaal zijn ze verstijfd in de houding waarin ze zijn getroffen door langdurige, heftige stuiptrekkingen. En allemaal houden ze hun genitaliën vast, die ononderbroken wild pulseren.
‘Hebben jullie het nu gesnapt, sukkels?’ laat de leider zijn vriendelijkheid varen.
Het publiek geeft geen kik. Allemaal blijven ze zwijgen, omdat ze het spreken verleerd zijn. Niemand weet hoe hij nu zijn woorden moet opstellen, in welke gelederen.
‘Kijk naar elkaar, geachte aanwezigen, kijk, misbaksels, wat er verder komt!’ galmt de ijzeren stem, die niet vrolijk meer klinkt, maar honend.
Over de rijen komt een bleekroze mist aandrijven, die iedereen, man of vrouw, in een cocon hult, een tijdlang blijft rondwarrelen en dan naar het plafond stijgt, waar nog steeds het verraderlijke scorebord oplicht.
| |
| |
Alleen staat er nu geen enkele nul meer op. Naast ieder nummer staat een gloeiend, trillend, vuurrood vijfje met een pikzwart randje om de hele omtrek.
‘Nu zijn jullie tenminste allemaal goede leerlingen. Jullie hebben de cursus snel en heel succesvol doorlopen. Ga nu maar zitten, als jullie dat kunnen...’ klinkt de stem weer spottend.
Maar niemand kan gaan zitten. De dameshelft van de vergadering wrijft zichzelf naarstig over de schaamstreek en borsten, de mannelijke helft rukt met driftige toewijding de steigerende, ongehoorzame fallus op en neer. De hele zaal is aan het hijgen, smakken en steunen.
‘Zo, zo!’ schatert de stem. ‘Hebben jullie het door? Willen jullie nog meer? Heel aardig. Sergeant! Help die nieuwelingen nog een keertje.’
De sergeant heft nogmaals zijn grijze apparaat op, laat een straal schijnen die zich opsplitst in een grote hoeveelheid stralen, zodat er genoeg is voor iedereen, en drukt met twee handen.
In de zaal breekt complete chaos uit. De mannen werpen zich op de vrouwen, de vrouwen op de mannen, zonder eerst te kijken of het de hunne wel zijn, iedereen grijpt iedereen beet waar het maar uitkomt, ze stoppen alles wat ze kunnen in alle mogelijke openingen van willekeurig welk lichaam, met uitgestoken tong en opengesperde ogen, met opeengeklemde kaken en zwoel halfgesloten ogen. Niemand kan zijn kalmte bewaren. Alles krioelt, slurpt, schreeuwt het uit en spartelt, spartelt in aanzwellende stuiptrekkingen van extase.
Na een aantal hoogwaterstanden van deze massale bestudering van de wereldleer te hebben aangezien, stopt de sergeant het apparaat in zijn zak. De ijzeren leider beveelt: ‘En nu, kijkt u nu allemaal, geachte heren, eens in de vulva van uw vriendin, echtgenote of anderszins.’
De heren leggen in een oogwenk met enorme bereidwilligheid hun dames weer neer en gaan snel kijken. Een zucht van volledig onbegrip treft de gewelven van de zaal: boven iedere damesingang ontwaren de heren een harde, trillende verdikking, zo groot als een kwarteleitje. Donkerrood en langwerpig. Angstaanjagend.
‘Wat zit daar?’ vragen de dames met een brede, speelse glimlach. ‘Raak het vlug aan!’ zeggen de dames in koor.
De heren beginnen het meteen aan te raken en te zoenen. De dames brullen het uit vanwege een sterke toevloed van gevoel en beginnen waanzinnig te schokken in een massaal unisono van orgasmen. De alleenstaande filosoof, die vragen en commentaar had, zoals u zich zult herinneren, heeft nu geen vragen meer. Wel heeft hij in een hoek een dame op leeftijd, die eruitziet als tegen de zeventig; met haar handen tegen de hernia in haar lenden gedrukt wiegelt zij ijverig met haar gerimpelde achterwerk. Iedereen die naar de lezing is gekomen heeft nieuwe kennis opgedaan. Zelfs de spreker blijft niet onbediend: hij wordt gewoon op
| |
| |
het podium gepakt door sergeant twaalf-twintig. De spreker krijst van geluk.
‘En luister nu naar mijn bevel!’ spreekt de ijzeren stem.
De zaal wordt een en al oor.
‘Als ik “één” zeg, houden jullie daar allemaal mee op en luisteren naar de slotrede. Na het eind van de rede kunt u doen wat u wilt. En dus één!’
Ze zijn opgehouden. Ze luisteren.
‘Wees trots, verlichte burgers! Uw vrouwen en u hebben samen een fabelachtig geschenk gekregen van de wereldgemeenschap: een siliconen clitoris, die ook nog eens is gevuld met een sterk opzwepend mengsel, ontwikkeld in het onderzoekscentrum van onze organisatie. Vanaf dit moment zal iedere aanraking van het oppervlak van die clitoris door wat of wie dan ook automatisch een orgasme bij uw dames oproepen onder alle mogelijke omstandigheden, waaronder ook de huiselijke. Ja, natuurlijk, de dames zullen enige tijd onverzadigbaar zijn. Dat is helemaal niet erg: vorm coöperatieven, verenig uw inspanningen, het zal u bevallen. Daarna kunt u ook overgaan tot het opbouwen van een partij. Eerst noemt u zich vanzelfsprekend een Maatschappelijke Beweging, u roept een Oprichtingsconferentie bijeen, enzovoort. De bijzonderheden zijn prachtig uiteengezet door uw klassieke Vladimir Lenin. Dat was een talent, zeg ik u! Maar laten we niet afdwalen. Welnu, daarna smeedt u een partij en... Geachte dames, ik begrijp dat u het de eerste tijd misschien moeilijk zult hebben: wat is dat nu, mijn man heeft al geen kracht meer, maar ik wil steeds meer en meer, ik kan toch niet naar de buurman rennen! Zet die gedachten direct uit uw hoofd. Er is niets mis met de buurman. Wie dan ook, inclusief de langsvliegende wind, de stof van uw ondergoed, een druppel lenteregen, om nog maar niet te spreken van een herfstbui, en in bijzonder getalenteerde gevallen zelfs een heldere zonnestraal die op uw verrijkte clitoris valt, zal het gevoel oproepen waarnaar u verlangt. Er breekt een nieuw tijdperk aan - in u!!! U zult waardige voortzetters zijn van de zaak waarvoor de grote wereldgemeenschap is geschapen! Hoera!!!’
vertaling: madeleine mes
|
|