De Gids. Jaargang 168(2005)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 828] [p. 828] Fotogedicht Willem Otterspeer Een citaat en twee momentopnamen De graftombe van Moisè Finzi-Contini ‘De graftombe was groot, massief en werkelijk indrukwekkend; een soort tempel, half klassiek, half oosters, zoals men die tot voor kort in onze theaters zag bij de opvoering van Aïda of Nabucco. Op een andere begraafplaats, bijvoorbeeld op het aangrenzende gemeentelijke kerkhof, zou een dergelijk graf niet opvallen. Het zou opgaan in de massa en waarschijnlijk onopgemerkt blijven. Maar op onze begraafplaats was het enig in zijn soort, ook al lag het ver van de ingang aan het eind van een verlaten veld waar al meer dan een halve eeuw niemand meer werd begraven.’ Het kerkhof van de joodse gemeente te Ferrara Wat ruim bemeten voor zo'n kleine gemeente. Ook werd er veel elders gestorven. Veel Bassani's, de zerken gelaten aan voornaam verval. Veel Fizi's ook, en Contini's. Geen Finzi-Contini's. Trouwens, die villa, die tuin, die hele familie, uit de duim gezogen. Een graf als van Moisè bestaat niet. [pagina 829] [p. 829] Het graf van Giorgo Bassani Lang na zijn dood nog volstond een marmeren bordje, wat zwerfsteentjes, twee potjes met tijm en een vaasje voor bloemen. Nu wrikt zich, ver van de ingang aan het eind van een verlaten veld, in een vraagteken van baksteen, een bronzen boekblok omhoog uit cement. Daarop, half barbaars, half modern, pijlen en spijkers en iets dat geen taal is. Zacht kreunt men Nabucco. Vorige Volgende