De Gids. Jaargang 168(2005)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 706] [p. 706] Hans Verhagen Gedompeld blond 1 Noodgang Ik snap niets van deze plek We leven hier naar hartelust terwijl het ongeluk toch in het oog van de windstilte op de hoek ligt te loeren op een blinde vlek Ik ben een kind van deze kust, ik betreed met aarzelschreden het kronkelpad waar na de laatste bocht, gedompeld blond in modderbad, de liefde van mijn leven wacht en het komt niet in me op om mijn geluk met haar te delen Er is geen ander evenwicht dan wankel Ook liefde doet aan politiek Van een messcherp dilemma balancerend op de snede (geen houvast, geen lemmet) zie ik hoe zij met een noodgang op haar slede door het drijfzand schiet Terwijl ik daar te gapen sta aan het zwijgende ravijn hoor ik flarden van het lied van de gevreesde hagedis Hoe ver van huis kan een godin in godsnaam zijn? Ik kan nu al niet meer zonder dit gemis [pagina 707] [p. 707] 2 Liefde Geen zwerfsteen kwam van verre om ons te behoeden, zij verdween, ik viel uiteen in een azijnrood hoofd waarvan het meegeleverd lichaam nonchalant was afgeworpen zoals de tijdgeest ooit gebood Vanuit grenzeloze passie onderaards galmde de liefde door holen grotten rotsen kathedralen waar wij treurden - in leemten uitgesleten door de feedback van verdriet gestroomlijnde gewitjasten die met sarcofagen leurden maar zij wilde niet verheerlijkt worden en ik? ook niet Voor iemand die op eigen kracht zo ver was weggezakt genereerde ik nog redelijk veel rücksichtslose driften ‘Geef je onomwonden bloot ook aan wie je niet ziet zitten’ Maar als elk vuur van tevoren wordt gedoofd, hoe kan iemand naar behoren fikken? Was het lichaamloze hoofd allang vergeten of heeft het nooit geweten wat het aan de kleine meisjes had beloofd? Die zijn nu ook al groot [pagina 708] [p. 708] 3 Wereld De vanen op de vliegtuigen en de wimpels aan de boot dragen mijn ontreddering in elke windrichting Ik zet mij schrap tegen de reling, mij samenschrapend tegen achter mij oprukkende herinnering aan alles wat er misging, maar er ging niets mis Het ging zoals het zich voltrekt sinds mensenheugenis in elk nog onbezoldigd paradijs als meer dan één man in driedelig grijs er meer dan één voet aan de grond zet Iedereen hier heeft zijn prijs; ik begrijp niets van deze plek Gedompeld in de modder werpt zij mij haar sluiers toe, ik raak verslingerd aan wat die onthullen, zij is alles wat ik wensen kan; ik kom tot leven als haar man Haar in mijn bloedeigen avondrood zien ondergaan versloeg mij met verlatenheid De wereld rolde door in megaspijt; we zijn aangeland in het jaar van de komodovaraan Vorige Volgende