De Gids. Jaargang 168(2005)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 649] [p. 649] Marc Tritsmans Het atoom (U-235) Men had ons van zowat overal met ontroerend geduld vandaan gehaald. We wisten: vallend uit het luik van de Enola Gay was een deel van ons op weg naar de opperste vergetelheid. Loos gezwets. Ik brak gewoon in twee, verloor mijn wederhelft, werd nodeloos ver weggeslingerd in een land dat niet het mijne was. Ik ben een overlevende, gedoemd om na dat hels moment te blijven, onschuldig lijkt het wel, hier, in de luwte, in de schaduw van deze uitbundig bloeiende kerselaar. [pagina 650] [p. 650] De maker Het begon toen Einstein zei dat het niet kon. Niemand zou er ooit in slagen deze tomeloze kracht uit het hart van atomen te bevrijden. Wij zouden zien. Wij waren jong en Einstein oud. Het was een tijd van grote helderheid. Geen gedachte aan een bom of aan vernieling kon ons toen bezwaren. Wij waren een pletwals onstuitbaar op weg naar ons Grote Gelijk. Hoe Groot zou pas naderhand blijken uit foto's van wat ooit een bruisende stad vol levende mensen. Sindsdien is alle helderheid mij voorgoed ontglipt en rest alleen nog schaamte. Voor al wie ik bemin heb ik hardnekkig verborgen dit onzegbare. Al zestig jaar ligt het laf te grijnzen in een uithoek van mijn reddeloos verloren ziel. [pagina 651] [p. 651] Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch - Theodor W. Adorno De dichter Kind geweest in die fantastisch onschuldige formica jaren zestig waarin onheilspellende plaatsnamen er alweer moeiteloos in slaagden te klinken als ingebeelde echo's uit een parallel universum. Kan ik er vandaag, achteromkijkend vanuit dit nog kakelvers millennium, niet langer omheen: ik ben wel degelijk verwekt op de nog rokende, stinkende puinhopen van de menselijke geschiedenis. Ik ben van 14 na Auschwitz en Hiroshima. Ik ben geboren 14 jaar nadat God, als die dan ooit al had bestaan, voor onze soort toch voorgoed het licht moet hebben uitgedaan. Vorige Volgende